29 december 2019

Werken aan hetzelfde project

Overweging op het feest van de Heilige Familie (jaar A)

Lezingen: Sirach 3,2-6.12-14; Kolossenzen 3,12-21; Matteüs 2,13-15.19-23

De vulkaanuitbarsting begin deze maand in Nieuw Zeeland heeft inmiddels 19 dodelijke slachtoffers tot gevolg gehad. Ook zijn er veel gewonden gevallen. De orkaan die deze week de Filipijnen trof eiste 16 levens. De vraag, waarom dit moest gebeuren, is heel begrijpelijk, maar zal onbeantwoord blijven. Zoals veel rampspoed, die mensen overkomt, zinloos en absurd is. Het zou niet moeten mogen, en toch gebeurt het.

Vlucht
Heilige Familie, glas-in-loodraam
Bonifaciuskerk Kwadendamme

We hoorden het ook in het verhaal uit het evangelie. Nog maar nauwelijks is het gezin van Jozef en Maria verblijd met de geboorte van het kind, of ze moeten al op de vlucht. Zoals ook vandaag de dag vele kinderen – soms met hun ouders, maar vaak ook alleen – op de vlucht moeten, omdat het te gevaarlijk is om te blijven. En ook hier zeg je: het zou niet moeten mogen, en toch gebeurt het.

Het verhaal over de vlucht naar Egypte is een verhaal, waarmee Matteüs een duidelijke bedoeling heeft. Opvallend is trouwens, dat hij – van de vier evangelisten – de enige is die dit verhaal vertelt. Johannes, Marcus en Lucas hebben het er niet over. Waarom is het dan voor Matteüs zo belangrijk? Dat heeft alles te maken met de mensen voor wie hij zijn evangelie heeft opgetekend. Matteüs noteert omstreeks het jaar 70 in het evangelie zijn visie op wie Jezus is. Hij schrijft voor mensen, die christen zijn geworden, maar die eerst tot de Joden hebben behoord. Mensen dus die vertrouwd waren met de joodse religieuze boeken, die wij nu het Oude Verbond noemen. Matteüs verwijst gemakkelijk naar die boeken. Hij doet dat door eruit te citeren, want juist die citaten klinken vertrouwd in de oren van zijn lezers of toehoorders. En met het citeren van de boeken van het Oude Verbond wil hij laten zien, dat Jezus degene is die al lang werd verwacht als de Messias.

22 december 2019

Goede kost

Filmrecensie van Nebraska (2013)

Regie: Alexander Payne

Sinds enkele jaren bied ik samen met ds Egbert Rietveld onder de noemer Goede kost een programma aan van maaltijd en film, ontmoeting en gesprek. Want niet alleen de innerlijke mens heeft behoefte aan voedsel, ook spirituele voeding is hoogst noodzakelijk. In de Dorpskerk te Heinkenszand komen we vier keer per jaar bijeen voor een eenvoudige, maar voedzame maaltijd, waaronder de geanimeerde gesprekken worden gevoerd. Na een uurtje bekijken we een 'voedzame' film die aanleiding geeft tot uitwisseling en verdieping.

Vastbesloten

In oktober keken we naar Nebraska (2013), een tragikomische roadmovie over de reis die Woody Grant maakt om de prijs te incasseren van een – zo meent hij – winnend lot. Een miljoen dollar, jaja! Hij moet wel de prijs vanuit zijn woonplaats Billings, Montana, persoonlijk ophalen in Lincoln, Nebraska. Dat is een reis van een slordige 1000 kilometer. Iedereen in zijn omgeving beseft, dat het pure volksverlakkerij is, maar Woody is vastbesloten zijn prijs in ontvangst te nemen.

Hoewel hij onvermurwbaar is in zijn voornemen, leren we Woody ook kennen als Korea-veteraan, alcoholist en echtgenoot in een bloedeloos huwelijk. Zijn vrouw Kate is een bazig mens. Als geen ander kan ze vitten op alles en iedereen. Er zijn twee zonen, David en Ross. De eerste trekt op zijn vader en de tweede op zijn moeder. David, niet erg succesvol als verkoper van audioapparatuur, gaat uiteindelijk met zijn vader op pad om diens droom te volgen. Van de prijs wil Woody een nieuwe truck en een compressor kopen, al wordt nergens in het verhaal precies duidelijk wat hij met deze 'bezittingen' wil doen. Woody heeft niet eens een geldig rijbewijs. Misschien wil hij met de nieuwe spullen vooral zijn gevoel van eigenwaarde opkrikken. En dat is precies wat David doet besluiten om de reis samen met zijn vader te aanvaarden.

15 december 2019

Tekens van hoop

Overweging bij de 3e zondag van de Advent (jaar A)

Lezingen: Jesaja 35,1-6a.10; Matteüs 11,2-11

De herinnering aan Nelson Mandela roept bij veel mensen nog steeds positieve gevoelens en diep respect op. Misschien is het meest kenmerkende aan deze man wel, dat hij na zevenentwintig jaar gevangenschap naar buiten kwam zonder verbittering. Hij heeft beseft, dat de fysieke vrijlating geen enkele betekenis zou hebben, als hij niet in staat zou zijn tot verzoening. Want dan zou hij nog steeds gevangen zitten, maar dan in wrok en rancune. Hij heeft een andere keuze gemaakt. Een keuze, die kansen bood en toekomst heeft opengelegd. Nelson Mandela is een groot man. Een profeet in de huidige tijd. Hij heeft niet alleen Zuid Afrika, maar heel de wereld een nieuwe toekomst gegeven. Hij heeft ons geleerd, dat wij onze samenleving kunnen opbouwen vanuit verzoening en vergevingsgezindheid. Hij heeft laten zien, dat wij kunnen bouwen op tekens van hoop.

Maar dat vraagt wel om geduld en vertrouwen. En het vraagt om geloof in kleine tekens van hoop, in soms hele minieme aanwijzingen die de goede richting wijzen. Het evangelie vertelt, dat Johannes – terwijl hij gevangen zit – hoort over alles wat Jezus tot stand brengt: zieke mensen worden genezen, doden tot leven gewekt en aan arme mensen wordt goed nieuws gebracht. Deze goede berichten klinken Johannes nogal onwaarschijnlijk in de oren. Ze roepen de vraag op, of Jezus toch echt wel de Messias is naar wie vol hoop werd uitgezien. De genezingen en de bevrijding van armoede zijn precies de tekens van het nabije koninkrijk van God. Als je daarop durft te vertrouwen, dan ben je in staat om hoop te hebben Dan ben je in staat om te geloven dat zelfs onmogelijke dingen mogelijk kunnen worden.

01 december 2019

Toekomst dichterbij brengen

Overweging op de 1e zondag van de Advent (jaar A)

Lezingen: Jesaja 2,1-5; Romeinen 13,11-14; Matteüs 24,37-44

Agenten en ambulanceverplegers worden meer en meer geconfronteerd met agressie, ook als ze niet in dienst zijn. Er is veel onrust in de onderwijswereld, in de zorgsector, onder boeren, in de wereld van aannemers. Bij de integriteit van regeringsleiders worden serieuze vraagtekens geplaatst. Ook in ons persoonlijke leven is er vaak onrust, frustratie, teleurstelling of ernstige ziekte. Sommige mensen zien maar geen licht in hun dagen. Het seizoen doet daar nog een schepje bovenop: kou, duisternis en neerslag drijven ons naar de warme huiskamer.

Verlangen

Toch leeft het verlangen in ieder mens om te kunnen leven in veiligheid en harmonie. Mensen verlangen naar vrede en rechtvaardige verhoudingen. Het is een verlangen van vandaag, maar ook van lang geleden. We hebben dat beluisterd in de woorden van de profeet Jesaja. We moeten ons de volgende situatie voorstellen. In de achtste eeuw voor onze jaartelling was Juda, in het zuidelijke deel van het huidige Israël, een welvarend land. Maar de leiders van het volk hebben zich verrijkt ten koste van de gewone man. De weduwen en de wezen wordt geen recht verschaft. In die omstandigheden klinkt het visioen, dat we hoorden in de eerste lezing: Op het einde der dagen zullen alle volken optrekken naar de berg van de Heer. Dat wil zoveel zeggen als: dan zal er weer recht gesproken worden, dan zullen de machthebbers niet meer over de armen heen lopen. Dan, op het einde der dagen.

17 november 2019

De liefde zichtbaar

Overweging op de 33e zondag door het jaar (jaar C)
Werelddag van de armen

Lezingen: Maleachi 3,19-20a; 2 Tessalonicenzen 3,7-12; Lucas 21,5-19

Bij een vrouw van 43 jaar is kanker aan de alvleesklier geconstateerd. De laatste maanden is ze in en uit het ziekenhuis geweest. Maar nu zeggen de artsen dat ze niets meer voor haar kunnen doen. Ze kiest ervoor – in overleg met haar familie – om de laatste weken thuis te zijn. Het zijn zware weken geworden, vanwege de intensieve zorg, maar ook omdat afscheid nemen nu eenmaal moeilijk is. Toch zijn het ook heel goede weken geworden, omdat de onderlinge nabijheid en het toegroeien naar elkaar veel intenser worden beleefd. Met het naderende afscheid voor ogen is het een goede beslissing geweest om deze vrouw thuis te laten sterven.

Foto: Pexels.com
Het nemen van een juiste beslissing is in alle omstandigheden en belangrijk gebeuren. Maar met het einde voor ogen is het van nog groter belang om een goede keuze te maken. Vandaag gaat het in de schriftlezingen over het maken van de juiste keuze, en die keuze moet gemaakt worden met – zo horen we – het einde in zicht.

Niet uitstellen

Bij de profeet Maleachi wordt gesproken overeen dag, waarop een einde komt aan de heerschappij van de hoogmoedige en onrechtvaardige mensen. Het is een dag, waarop een oordeel wordt geveld. Maar wie de gerechtigheid nastreeft, heeft niets te vrezen. Je kunt je afvragen, of de profeet een specifieke dag voor ogen had, waarop dit alles moest gebeuren. Misschien gaat het hem veel meer erom, de mensen uit te dagen tot het maken van een keuze. En die keuze moet je nu maken, niet uitstellen tot het te laat is. Een goede keuze immers, zo leert ons de ervaring, wordt altijd gemaakt op het juiste moment. Kiezen voor gerechtigheid, strijden tegen onrecht: dat doe je altijd in de concrete omstandigheden die zich aan je voordoen.

10 november 2019

De meeste mensen deugen

Boekrecensie van
Rutger Bregman, De meeste mensen deugen.
Een nieuwe geschiedenis van de mens 

Anderhalve dag had ik nodig voor een kloeke pil van 521 pagina's. Geen bloedstollende thriller. Geen meeslepende roman. Maar een gedegen historisch werk met een uitgebreid notenapparaat, dat 42 bladzijden omvat. Toegegeven: het boek is heel toegankelijk geschreven. Vlotjes, mag je wel zeggen – al gaat zijn pen een enkele keer ook met de schrijver aan de haal. De meeste mensen deugen (1) is een goed onderbouwde uiteenzetting van Rutger Bregman, waarin hij de focus op al het slechte nieuws dat ons dagelijks bereikt ferm onderuit haalt.

Alleen al daarom lust ik zo'n flinke uitgave wel.

Met veel voorbeelden uit de geschiedenis, uit de sociale psychologie en uit de nodige experimenten (opgezet in psychologische laboratoriumsituaties) laat de schrijver zien dat mensen meer erop uit zijn om elkaar te helpen dan om elkaar in de haren te vliegen – volledig in tegenstelling met de beeldvorming in de media, die ons iets heel anders wil doen geloven. In het eerste hoofdstuk noteert Bregman: 'Ik zal een grote hoeveelheid wetenschappelijk bewijs aandragen waaruit blijkt dat een positiever mensbeeld realistisch is. Tegelijk denk ik dat het nóg realistischer kan worden als we erin gaan geloven.' (p. 31)

Hoe komt het dan, dat we denken dat het bergafwaarts gaat met onze samenleving en met onze beschaving, terwijl de feiten (als je ze maar onder ogen wilt zien) het tegendeel aangeven? Dat komt 'omdat het nieuws over uitzonderingen gaat.' (p. 34) Voorbeeld: 'Een paar jaar geleden onderzocht een team van Nederlandse sociologen hoe media verslag doen van vliegtuigcrashes. Tussen 1991 en 2015 nam het aantal ongelukken gestaag af, maar de aandacht voor ongelukken nam juist toe. Het gevolg: mensen werden steeds banger om in steeds veiligere vliegtuigen te stappen.' (p. 35)

03 november 2019

Liefde: aan de dood voorbij

Overweging met Allerzielen

Lezingen: Jesaja 25,6a.7-9; Lucas 23,44-47.50.52-54; 24,1-6a

Op heel verschillende manieren kunnen mensen reageren op het overlijden van hun geliefden. Een man die drieënveertig jaar getrouwd was, heeft de laatste vijftien jaar zijn vrouw heel intensief
verzorgd. Nu valt hij in een plotselinge leegte. Hij zegt: 'Het heeft geen zin meer. Als ik niet meer voor haar kan zorgen, waarvoor leef ik dan nog?' Een heel andere reactie komt van een moeder. Haar zoon, nog geen twintig jaar, verliest zijn leven bij een tragisch ongeval. Hij had een goed hart, maar hij was geen gemakkelijke jongen. Het verliest veroorzaakt evengoed een smartelijke pijn. 'Maar,' zo zegt de moeder, 'misschien heeft Onze Lieve Heer hem wel tegen zichzelf in bescherming genomen. Hij kon zo dwars zijn, dat hij op den duur ook vijanden had gekregen. Daar zou hij diep ongelukkig van zijn geweest. Misschien is het wel beter zo.'

De dood van onze lieve medemensen roept vragen op, waar we meestal geen antwoord op krijgen. En met name de vraag waarom een dierbare van ons weggenomen moest worden, blijft onbeantwoord. 'Mijn vader,' hoor ik wel eens zeggen als ik op rouwbezoek ben, 'had het idee, dat zijn taak nog lang niet klaar was. Of ook: 'Mijn vrouw had zich zo verheugd op een fijne tijd met ons tweeën, maar ze mag het niet meer beleven.' En zelfs wanneer een geliefd mens na een moeilijk sterfbed eindelijk van zijn pijnen is verlost, wanneer dus de naaste familie daar vrede mee kan hebben, dan nog blijft er een schrijnende leegte achter, die niet meer is op te vullen.

20 oktober 2019

Aanpakken en bidden

Overweging bij de 29e zondag door het jaar (jaar C, Wereldmissiedag)

Lezingen: Exodus 17,8-13; Lucas 18,1-8

'Bidden? Welnee, joh. Dat is iets voor softies, hoor. Ik trek zelf mijn plan wel. Ik zorg, dat ik er kom op eigen kracht.' Dit zou zomaar een antwoord kunnen zijn van een willekeurige Nederlander, als je hem of haar in de winkelstraat zou interviewen met de vraag: bidt u wel eens? Bidden lijkt voor veel mensen een bezigheid, die niet meer past bij het levensgevoel van 2019.

Afbeelding: flickr.com
Maar misschien moeten we  niet te snel oordelen. Want bidden is er in vele variaties. We kennen de traditionele gebeden als het Onze Vader en het Weesgegroet. We kennen ook de schietgebedjes tot de heilige Antonius, als we wanhopig naar op zoek zijn iets. We kennen de psalmgebeden, de voorbeden in de kerkviering, of het stille en het meditatieve gebed. Wat al deze vormen van gebed gemeenschappelijk hebben, is dat er altijd een vorm van verlangen in wordt uitgesproken. Verlangen om iets terug te vinden, verlangen naar genezing, naar verbetering van een getroebleerde relatie, naar vrede en verzoening in de wereld waarin wij leven.

06 oktober 2019

Sporen van God in het dorp

Boekrecensie van
Jacobine Gelderloos, Sporen van God in het dorp.
Nieuwe perspectieven voor kerken op het platteland  (1)

Hoe God verdween uit Jorwerd verscheen in 1996 en was vijf jaar later al aan de vijfentwintigste druk toe. Geert Mak had met zijn geschiedenis van een dorp in Friesland kennelijk precies in de roos geschoten. Los van zijn boeiende schrijfstijl kun je de vraag stellen of het boek voor velen een eindelijk bevestiging was, dat het met religie wel gedaan was in onze samenleving. Als niet alleen de stad, maar zelfs het dorp het zonder uitingen van geloof kon stellen, dan … ja dan zat er niets anders op dan God en kerk maar ten grave te dragen. Definitief.

Maar toch … Tweeëntwintig jaar na het boek van Mak presenteert theologe Jacobine Gelderloos onder de titel Sporen van God in het dorp. Nieuwe perspectieven voor kerken op het platteland een toegankelijke versie van haar dissertatie. Uit de inleiding: 'Ik hoop dat dit boek helpt om met een frisse blik naar dorpskerken te kijken. Waardoor niet alleen de diversiteit van dorpskerken in beeld zal komen, maar ook onvermoede raakvlakken ontdekt zullen worden met de wereld van kunst en cultuur, met vragen rond zorg en welzijn, de ontwikkeling van een persoonlijk wereldbeeld en leefbaarheidsvraagstukken in de context van het platteland. Want dorpskerken hebben de zoekers in onze samenleving veel te bieden.' (p. 11)

Na een feitelijke beschrijving van een viertal protestantse kerkdorpen in Groningen en twee in Brabant schetst Gelderloos de situatie van het kerk-zijn in de hedendaagse samenleving als geheel en in de culturele omstandigheden waarin we ons bevinden. Tekenend in dat geheel is de constatering dat we ons bevinden in een ongemakkelijke verscheurdheid tussen kerkelijke verlegenheid en religieus analfabetisme. Tel daarbij op de sterk veranderde sociaaleconomische verhoudingen en de vergrijzende bevolking in de dorpen, en het beeld van een tanende leefbaarheid op het platteland is compleet.

22 september 2019

Tegenkracht

Overweging bij de 25e zondag door het jaar, Vredeszondag (jaar C)

Lezingen: Amos 8,4-7; Lucas 16,1-13

De vos gaat door voor een sluw en listig dier. Moeilijk te benaderen ook. Maar er is in de jaren 60 van de vorige eeuw een interessant experiment geweest (zie Rutger Bregman, De meeste mensen deugen, De Correspondent, 88-93). Het speelde zich af op de grens van Kazachstan en Mongolië. Daarbij werden in een onderzoekscentrum vossen doorgefokt met als selectiekenmerk vriendelijkheid. Al na vier generaties werd geconstateerd, dat de eerste vos begon te kwispelen. Nog enkele generaties later smeekten de vossen om aandacht, zoals honden dat kunnen.

Foto: Pixabay.com
Aandacht

De wetenschappers hebben met dit experiment iets belangrijks aangetoond. Als je de focus verlegt van de negatieve naar de positieve aspecten, krijg je een wereld van verschil te zien. Vriendelijkheid als aangeboren of als aangeleerde eigenschap blijkt de wereld waarin wij leven mooier te maken. Het is de bevestiging van een bijna vergeten wijsheid: alles wat aandacht krijgt, dat groeit. En dat geldt zowel voor het negatieve als voor het positieve.

01 september 2019

Arbeiders voor de oogst

Beschouwing

In de voorbije weken, als je met de fiets of de auto de Zeeuwse polders doorkruiste, zag je dat de oogsten van graan en vlas al werden binnen gehaald. Intussen wordt ook begonnen aan het oogsten van peren en appels. De maïs zal ook niet lang meer op de velden staan of is misschien al gerooid.

Voor het oogsten van graan, vlas, aardappelen en bieten zijn vandaag de dag indrukwekkende
machines beschikbaar. Apparaten die in een dag of misschien in enkele uren het werk kunnen doen, dat in het verleden door vele landarbeiders met gezamenlijke inspanning verricht moest worden. Alleen voor de pluk van appels en peren zijn nog relatief veel mensenhanden nodig. Daartoe worden behoorlijk wat arbeiders ingehuurd die minstens ten dele komen uit Oost-Europese landen.

Versterking

Deze gedachtegang leidt mij bijna als vanzelf naar een van de uitspraken van Jezus in het evangelie volgens Matteüs. Terwijl hij met enthousiasme de Blijde Boodschap van Gods koninkrijk onder het volk verkondigt, ziet Jezus dat veel mensen 'afgetobd neerlagen als schapen zonder herder' (Mt 9,36). Er is niemand die de gewone man richting wijst. Het zoeken naar zin en betekenis in een wereld waarin chaos de overhand lijkt te hebben is even vruchteloos als frustrerend. De religieuze leiders van die tijd zijn meer bezig met hun eigen hachje dan met het zichtbaar maken van Gods liefde voor zijn mensen.

25 augustus 2019

Wachtwoord: gerechtigheid

Overweging op de 21e zondag door het jaar (jaar C)

Lezingen: Jesaja 66,18-21; Lucas 13,22-30

Mieke is een vrouw van rond de vijftig, die al jaren geleden de kerk vaarwel heeft gezegd. Niet, dat ze er nou een fervente tegenstander van is. Het zegt haar gewoon niets meer. Maar als je haar probeert te bellen, dan is ze bijna nooit thuis. Naast haar gewone werk als medewerkster in de bibliotheek is ze avond aan avond op sjouw. Ze bezoekt voor veel mensen in het dorp, die dreigen te verpieteren van de eenzaamheid. Mieke kan gewoon geen nee zeggen, als ze die trieste blik van verlangen ziet in de ogen van mensen om wie niemand lijkt te geven. Zonder enige ophef doet ze gewoon wat gedaan moet worden.

Afbeelding: Pixabay
Entreebewijs

Ewout is iemand van een heel ander kaliber. In datzelfde dorp zingt hij bijna iedere week mee in het kerkkoor. Hij is ook nadrukkelijk aanwezig in de werkgroep kerk en samenleving. Soms vindt hij het nodig om bepaalde sociale kwesties, die hij belangrijk vindt, aan de kaak te stellen. Dan weet hij telkens wel een bevriende journalist zover te krijgen, dat de zaak in de krant komt. Compleet met foto van het ten onrechte bejegende gezin – en natuurlijk Ewout zelf.

18 augustus 2019

Moedige keuzes

Overweging op de 20e zondag door het jaar (jaar C)

Lezingen: Jeremia 38,4-6.8-10; Lucas 12,49-53

Er zijn mensen die met een enorme bezieling kunnen praten over een boek dat ze hebben gelezen of over een film die ze hebben gezien. Er zijn ook mensen die met groot enthousiasme kunnen spreken over hun vrijwilligerswerk voor de scouting. Of over de rondleidingen die ze geven in een mooi natuurgebied. Er zijn ook mensen die zich met een sterke drive inzetten voor asielzoekers of voor het behoud van bijvoorbeeld de Waddenzee. En eigenlijk heeft ieder van mens wel een bepaalde gedrevenheid. Bepaalde aspecten in het leven zij voor haar of hem van grote betekenis.

Afbeelding: publicdomainpictures.net
De lezingen van vandaag laten zien, hoe mensen gedreven worden in hun verlangen naar rechtvaardigheid. Maar het betekent vaak, dat je je nek moet uitsteken. Het maakt je kwetsbaar. Je kunt het mikpunt worden van spot of hoon. Of je krijgt te maken met laster of fysieke bedreiging.

Subversief

Ook de profeet Jeremia heeft daarmee te maken. Jeremia leeft in een turbulente tijd. Rond 586 voor Christus wordt Jeruzalem ingenomen door de Babyloniërs. Een groot deel van de politieke en economische elite wordt gedeporteerd. Jeremia verwijt koning Sedekia, dat hij zich niet bekommert om het woord van God. Jeremia zou daarmee het moreel van de strijdbare mannen ondermijnen. Op zo'n subversieve instelling zitten de machthebbers niet te wachten. Gevolg: Jeremia wordt in een put gezet, met een zekere dood in het vooruitzicht. Hij mag van geluk spreken, dat er nog één rechtvaardige is die de koning op andere gedachten weet te brengen. Ebed-Melech neemt het op voor Jeremia.

11 augustus 2019

De belofte waar krijgen

Overweging op de 19e zondag door het jaar (jaar C)

Lezingen: Wijsheid 18,6-9; Hebreeën 11,1-2.8-19; Lucas 12,32-48

Als iemand jou een belofte doet, dan is dat een toezegging die nog moet worden waargemaakt. 'Ik kom morgen wel even langs om die lamp op te hangen.' 'Volgende week komen we even zien hoe het met de gezondheid van je vrouw gaat.' Of tegen een kind dat bang is voor het onweer: 'Je hoeft niet bang te zijn, het komt wel weer goed.' De belofte wacht op vervulling in de toekomst. En jij moet erop vertrouwen, dat de belofte ook realiteit zal worden.

Foto: Pixabay
Vertrouwen en inzet

In de lezingen van vandaag gaat het ook over beloftes die worden gedaan. Maar het zijn beloften die niet alleen vragen om vertrouwen en lijdzaam afwachten. Het zijn beloften die ook om een actieve inzet van onze kant vragen. Het zijn beloften die ons de vraag stellen: durf je erop in te gaan? En tegelijk: ben je bereid om zelf mee te werken aan het waar worden van de belofte? Ingaan op een belofte is in zekere zin altijd een waagstuk. En tegelijk ook iets om er actief aan mee te werken – voor zover het binnen je mogelijkheden ligt.

04 augustus 2019

Hebben of zijn

Overweging op de 18e zondag door het jaar (jaar C)

Lezingen: Prediker 1,2; 2,21-23; Lucas 12,13-21

"Ma-am, ik mag van hem niet meespelen." "Ma-am, zij zit mij steeds te pesten." "Pa-ap, Kees maakt alweer mijn Legohuis kapot." Hoe vaak gebeurt het niet, dat je als ouders scheidsrechter moet spelen over het speelgoed en de spelletjes van je kinderen. Kinderen moeten nog leren, is dat je het leven moet delen met elkaar. Je bent van elkaar afhankelijk, niets is uitsluitend voor jou alleen. Evenmin zijn er dingen die exclusief voor een ander zijn. Kinderen moeten de gelegenheid krijgen om dat te leren. Alleen dan kunnen ze uitgroeien tot gezonde en evenwichtige volwassenen. Maar wie als volwassene nog steeds niet heeft geleerd om te delen, die is in wezen een armzalige drommel. Die heeft het verschil niet geleerd tussen hebben en zijn.

Dwaas

Toch zijn er mensen, die niet beseffen dat de wereld groter is dan hun eigen ik. Soms zie je daarvan in je eigen omgeving treffende voorbeelden. Ook in het evangelie komen we vandaag zo iemand tegen. Een man vraagt aan Jezus om rechter te zijn tussen zijn broer en hemzelf. Hij gaat ervan uit dat Jezus rechtvaardig zal zijn. Het gaat over de erfenis van zijn  ouders. De man hoopt op een oordeel, dat  voor hem gunstig zal zijn. Jezus weigert echter om voor rechter te spelen. Maar het voorval is wel aanleiding voor een waarschuwing. Op weg naar het koninkrijk van God zit je op een dwaalspoor, als je in beslag wordt genomen door je bezit. Jezus doet dat op zijn eigen, kenmerkende manier: met een verhaal.

28 juli 2019

Heilige bezieling

Overweging bij de 17e zondag door het jaar (jaar C)

Lezingen: Genesis 18,20-32; Lucas 11,1-13

In de Nederlandse media is er nauwelijks aandacht voor geweest. Maar onder andere de Engelse Daily Mail heeft er uitvoerig over bericht. Een aantal katholieke organisaties was betrokken bij protesten in Washington. Het ging over het onmenselijke beleid van de regering Trump om kinderen van Mexicaanse migranten aan de grens te scheiden van hun ouders. Verschillende priesters en religieuzen zijn gearresteerd en geboeid weggevoerd. Het protest, waar ook vertegenwoordigers van andere religies bij betrokken waren, mag je opvatten als een vurige smeekbede om rechtvaardigheid.

Foto: Reuters
Inwoners van de Verenigde Staten vragen hun nationale leider om tot inkeer te komen. Ze bidden de president om de gerechtigheid te laten zegevieren boven wat door de overheid wenselijk wordt geacht. Door zich geboeid te laten wegvoeren vormen de religieuzen en priesters een onmiskenbare aanklacht tegen de onmenselijkheid van het overheidsbeleid. Hoe vurig kan een smeekbede zijn, wanneer priesters en religieuzen opstaan van hun knielbanken en de straat optrekken om te pleiten voor meer menselijkheid en meer gerechtigheid?

21 juli 2019

De andere mogelijkheid

Overweging bij de 16e zondag door het jaar (jaar C)

Lezingen: Genesis 18,1-10a; Lucas 10,38-42

Jezus in het huis van Marta en Maria,
Pieter Aertsen, ca 1555
Als je weet, dat er logés gaan komen, dan moet je de nodige voorbereidingen treffen. Voor de tijd van hun verblijf wil je zorgen, dat ze zich op hun gemak voelen, dat ze zich welkom weten. Het komt erop neer, dat je ruimte voor hen maakt. Ruimte, niet alleen in fysieke zin, want misschien moet een van je kinderen wel tijdelijk op een andere kamer slapen. Maar ruimte ook in de geestelijke betekenis, want je maakt tijd voor hen en je stelt je open voor hun verhalen en ervaringen. Ruimte maken dus voor de ander, de bezoeker: voor wie hij is en voor wat hij jou te zeggen heeft.

Inleveren of opleveren?

Ruimte maken voor de ander kan betekenen, dat je een deel van je eigen ruimte inlevert. Soms voelt dat inleveren aan als een beperking. Maar het kan er ook toe leiden, dat je nieuwe mogelijkheden gaat zien, misschien wel onvermoede kansen. Het hangt af van je eigen instelling. In het evangelie van vandaag zien we, hoe Maria en Marta totaal verschillend omgaan met hun bezoeker.

14 juli 2019

Lotgenoot durven zijn

Overweging op de 15e zondag door het jaar (jaar C)

Lezingen: Deuteronomium 30,10-14; Lucas 10,25-37

Anderhalve week geleden negeerde de kapitein van de Sea-Watch 3 het verbod om de Italiaanse territoriale wateren binnen te varen. Aan boord van het schip, varend onder Nederlandse vlag, bevonden zich 42 uitgeputte vluchtelingen. Volgens de kapitein konden ze niet langer aan hun lot worden overgelaten. De Duitse kapitein, Carola Rackete, is inmiddels gearresteerd door de Italiaanse autoriteiten en riskeert een boete van tussen de tien en vijftig duizend euro. Er is een politiek steekspel ontstaan tussen de Italiaanse en de Nederlandse regering over wie nu de verantwoordelijkheid moet nemen voor deze gevluchte mensen.

Ferdinand Hodler (1853-1918), De barmhartige Samaritaan
Een treffender voorbeeld van wat Samaritaanse barmhartigheid in de praktijk betekent, kun je in de actualiteit bijna niet vinden. De formele regels van de wet aan je laars lappen omdat je ziet, dat mensen simpelweg hulp nodig hebben. Dat is een moedige daad. Want het is een optreden van de kapitein en haar bemanning, waar risico's aan verbonden zijn.

Van die risico's moet ook de Samaritaanse man uit het verhaal van Jezus zich bewust zijn geweest. Niet alleen het risico van tijdverlies. Hij was immers zelf ook op weg naar een voorgenomen doel. Maar ook een financieel risico, want hij staat met het bedrag van pakweg 150 euro borg voor de verzorging van de gewonde. Voor hem is het niet belangrijk 'wat hoort' of 'wat het hem oplevert'. Voor hem is belangrijk, wat zijn hart hem ingeeft om te doen. Met alle risico's van dien.

Geraakt worden

Doen wat je hart je ingeeft. Dat begint met het zien van wat er in jouw wereld, in jouw omgeving aan de gang is. Het begint ermee, dat je je laat raken door het appel dat iemand anders op jou doet. Het begint met open staan voor de soms onuitgesproken vraag die je leest in de ogen van de ander. Dat betekent, dat de ander jouw plannen, je doelstellingen of je verwachtingen onderbreekt. Leidend is niet wat jij belangrijk vindt, maar wat de ander nodig heeft.

Doen wat je hart je ingeeft, die oproep klinkt ook in de woorden uit de eerste lezing. De richtlijnen, zeg maar de heilige opdracht van God aan de Israëlieten, zijn niet onbereikbaar. 'Nee, het woord is dicht bij jullie, in je mond en in je hart. Je kunt het dus volbrengen.' Het werkwoord 'kunnen' wijst erop, dat je een keuze moet maken. Je moet ervoor kiezen om de heilige opdracht van God wel of niet te volbrengen. Je bent daar vrij in. Maar besef dat het een keuze is tussen goed en kwaad, tussen voorspoed en tegenspoed, zelfs tussen leven en dood, tussen het opvissen uit zee van uitgeputte mensen en ze laten verzuipen.

Lotgenoot

Het betekent, dat je kwetsbaar durft te zijn. Maar die kwetsbaarheid is geen zwakheid, het is juist een grote kracht. Die kwetsbaarheid leidt immers tot concreet handelen. Daardoor wordt de halfdode man verzorgd en kan hij zijn leven misschien weer oppakken. De Samaritaan maakt duidelijk, dat ik mijn naaste moet gaan zien: met mijn oog en met mijn binnenste. Ik moet me laten raken door de nood van de mens die een beroep op mij doet. Mijn aandacht wordt door de concrete situatie gericht op mijn naaste, die mijn lotgenoot is. Hij is mijn lotgenoot, omdat het niet alleen hem, maar ook mij had kunnen overkomen.

En in die naaste ontmoet je niet alleen je lotgenoot, maar je ontmoet ook God. "God bevindt zich op straat. Geen enkele plaats kan heiliger zijn dan de plaats waar de man die door rovers half dood is geslagen, op de bodem ligt en dorst lijdt. Geen woord is vromer dan de zakelijke aanwijzing, () de instructie aan de waard: 'Verzorg hem, en wat je meer uitgeeft, zal ik je betalen als ik terug kom.' De joodse inkleuring van het begrip 'naaste' behoedt ons voor vage mooipraterij, maar nodigt ons uit tot een nuchtere bezinning op onze eigen verantwoordelijkheid hier en nu voor de mensen wiens lotgenoot ik word." (Hein Jan van Ogtrop, In het leerhuis van Lucas, Boxtel/Brugge 1991, 131.)

Loskomen

Doen wat je hart je ingeeft. Dat is niet altijd een gemakkelijke keuze, en ook niet altijd vanzelfsprekend. Maar als je bereid bent om je te laten raken door de nood van de ander, als je bereid bent om lotgenoot te worden van wie een beroep op je doet, dan neem je de heilige opdracht van God serieus om onze wereld een menselijk gezicht te geven. Dan ga je mee in de uitdaging, die paus Franciscus uitspreekt: 'Ik geef de voorkeur aan een Kerk die gekneusd, gewond en vuil is, omdat zij langs de straten is uitgetrokken, boven een kerk die ziek is, omdat zij gesloten is en uit gemakzucht zich vastklampt aan eigen zekerheden.' (Paus Franciscus, Apostolische exhortatie Evangelii Gaudium, 2013 n. 49.)

Het komt erop neer, dat paus Franciscus ervoor kiest om als kerk erop uit te trekken. Niet blijven zitten waar je zit, ook niet met een beschuldigende vinger wijzen naar 'de verdorven buitenwereld', niet het leerstellige pantser aantrekken, maar 'uitgaan naar de randgebieden van het eigen territorium of naar nieuwe sociaal-culturele omgevingen.' (Evangelii Gaudium, n. 30.) Het betekent, dat we als kerk moeten loskomen uit onze comfort-zone. Het betekent, dat onze concrete inzet voor een betere, meer leefbare wereld de beste en meest adequate manier is van evangeliseren.

19 mei 2019

Zonder tegenprestatie

Overweging op de 5e zondag van Pasen (jaar C)

Lezingen: Handelingen 14,21-27; Johannes 13,31-33a.34-35

Ooit heb ik een leraar wiskunde horen vertellen, wat zijn werk hem nou opleverde. Dan had hij het niet over zijn salaris, maar over de voldoening die hij voelde. En dat was op het moment dat hij de ogen van zijn leerling zag oplichten als die zijn uitleg van een lastige som opeens begreep. 'Dat licht in zijn ogen, daar deed ik graag alle moeite voor,' zei de leraar.

Foto: https://pxhere.com
Zinloos?

Iedereen ziet graag dat haar of zijn werk iets oplevert, dat je een bepaald resultaat ziet. Investeringen die zonder resultaten blijven – zeker in het bedrijfsleven of bij de overheid – worden al gauw geschrapt. Maar in de persoonlijke relaties tussen mensen zie je soms, dat iemand blijft investeren – ook als het niet lijkt op te leveren. Een man die voor zijn vrouw blijft zorgen, ook al herkent ze hem nauwelijks nog vanwege haar vergevorderde staat van dementie. Een moeder die voor haar kind blijft vechten, ook al geven de medici haar nauwelijks nog uitzicht op genezing. Of mensen die omwille van moeder aarde zich blijven inzetten voor een schoner milieu, al lijken de meeste krachten tegen te werken.

12 mei 2019

Heilig vuur

Overweging op de 4e zondag van Pasen (jaar C)

Lezingen: Handelingen 13,14.43-52; Johannes 10,27-30

Een wijs man heeft eens gezegd: 'Vraag je niet af wat de wereld nodig heeft. Vraag je af waar jij door bezield raakt, wat jou enthousiast maakt. En als je dat weet, ga daar dan achteraan. Want wat de wereld nodig heeft, dat zijn mensen die bezield en enthousiast zijn.'

Bezieling en enthousiasme moeten ook een grote rol hebben gespeeld in het verhaal, dat we gehoord hebben uit de Handelingen. Paulus en Barnabas komen op hun reis in Antiochië aan. Ze zijn in vuur en vlam. Ze weten daardoor zoveel mensen te winnen voor het geloof in Jezus de Messias, dat de joden er jaloers op worden. Wat er dan gebeurt, wordt in het verhaal vrij nuchter beschreven, maar de emoties die daaronder liggen zijn behoorlijk  heftig. Paulus en zijn mannen verwijten de joden, dat zij de boodschap van God niet aannemen. Op hun beurt maken de joden dan stemming onder de notabelen van de stad. Paulus en Barnabas worden er vierkant uit gezet, waarna zij het stof van hun voeten schudden.

05 mei 2019

Samen

Interview met Luca Beulens
in de serie Graven naar geloof

Zo'n 700 inwoners telt Hoedekenskerke, gelegen achter de stoere dijk die het dorp beschermt tegen mogelijke overstromingen vanuit de Westerschelde. Eén van die inwoners is Luca Beulens. Met zijn leeftijd van 15 jaar behoort hij duidelijk tot de jonge generatie. Maar hij is wel iemand die al heel wat in zijn mars heeft. Reden genoeg voor mij om een met hem in gesprek te gaan.

Enthousiast

Als leerling op 3 VWO van het Ostrea-lyceum te Goes staat hij op het punt om een profiel te kiezen. 'Natuur en techniek,' vertelt Luca, 'dat vind ik interessant. Daar liggen ook mijn sterke kanten.' Daar moet dus flink voor gewerkt worden, lijkt mij. Maar Luca zet niet al zijn energie in voor school. Hij doet graag verschillende zaken daarnaast, vooral als hij het samen met anderen kan doen.

Zo is er op Hoedekenskerke een club met de naam Teens, die eens per maand op vrijdag bijeenkomt voor gezelligheid, onderling gesprek, een workshop of het bekijken van een goede film. 'We zijn met tien jongelui, en worden door drie begeleiders geholpen. Sinds twee jaar werken we aan een project dat zich inzet voor ongehuwde moeders in Afrika. Het wordt de SAMmies genoemd, de Single African Mums. Ze hebben het niet breed, maar we proberen hen te ondersteunen.' Terwijl Luca vertelt, zie ik zijn enthousiasme toenemen. 'We hebben een kerstdiner georganiseerd voor 62 gasten. Maar we hebben ook collectes gehouden tijdens de oecumenische kerkviering en bij de carnavalsmis in Kwadendamme. Het eerste jaar heeft dit € 1200,00 opgebracht, het tweede jaar € 2815,00. Daar zijn we best wel trots op.'

28 april 2019

Dat het niet kan, en toch waar is

Overweging op de 2e zondag van Pasen (jaar C)

Lezingen: Handelingen 5,12-16; Johannes 20,19-31

Soms kom je mensen tegen die – zonder een spier te vertrekken – een verhaal kunnen opdissen, waardoor je gaat geloven dat het nog gebeurd is ook. Pas als je erover gaat nadenken, kom je tot de conclusie, dat het niet waar kan zijn.

Op zijn kop

Tomas hoefde niet lang na te denken om te concluderen, dat het niet waar kon zijn, wat zijn vrienden hem vertelden. 'Jezus gezien? Neem je grootje in het ootje, maar mij niet!' Tomas wist heel goed wat er gebeurd was. De arrestatie en executie van Jezus stonden nog helder op zijn netvlies. De gedachten aan de oneervolle dood van Jezus, en misschien nog wel meer de onrechtvaardigheid ervan, kon hij maar niet uit zijn kop zetten. En nu zou het volgens zijn vrienden opeens helemaal anders zijn? Ja, dag!

21 april 2019

Pasen: rebellie van de zachtmoedigheid

Als het woord 'rebellen' valt, dan denken we al gauw aan ruig uitziende mannen (meestal mannen, ja) met een kalasjnikov of zittend op een open jeep met daarop een mitrailleur gemonteerd. Met brute bedreigingen en nietsontziend geweld proberen ze hun doelen te bereiken, meestal omdat ze zich politiek achtergesteld voelen of economisch niet delen in de rijkdom van hun land. Vaak gebeurt dit ten koste van vele doden en gewonden. Niet zelden zijn ouden van dagen, vrouwen en kinderen de eerste slachtoffers, de mensen die zich het minst kunnen verdedigen.

Door sommige van zijn tijdgenoten werd Jezus ook gezien als een rebel. Hij deed en zei dingen, die de gevestigde religieuze leiders de rillingen over hun rug deden lopen. Door zieken te genezen – nota bene op de sabbat! – , door het aan te leggen met mensen die als zondig werden beschouwd, door een buitenlander (!), een Samaritaan als boegbeeld van barmhartigheid op te voeren, door geldbeluste handelaars uit de tempel te verdrijven, haalde hij zich de woede op de hals van priesters en schriftgeleerden.

Maar nergens in de evangelieverhalen wordt Jezus beschreven met een wapen in de hand.

Hij zei zelfs tegen Petrus, toen die hem wilde verdedigen in de Hof van Olijven: 'Doe je zwaard weg, want wie het zwaard hanteert, zal erdoor omkomen.' Jezus had he-le-maal niks met wapens waarmee mensen gewond of gedood kunnen worden. Hij had wel iets met mensen die gewond, buiten gesloten, gekwetst of vernederd waren. Hij verzette zich tegen de gedachte dat zulke mensen 'het wel verdiend of aan zichzelf te danken hadden', waardoor ze in deze sores terecht waren gekomen. Jezus rebelleerde tegen de harteloze houding van wie precies de regels kende en van wie nog beter wist hoe die regels moesten worden toegepast. Hij kwam in opstand tegen de dictatuur van de procedures, waaraan mensen ondergeschikt werden gemaakt. Maar het wapen van zijn rebellie was geen dodelijk wapen, het was het wapen van de zachtmoedigheid.

Dat wapen heeft hem uiteindelijk zijn leven gekost. Einde verhaal.

Einde verhaal? De rebellie van de zachtmoedigheid kent geen einde. Hoe kwetsbaar ook, hoezeer het fragiele wapen ook een noodlottig einde lijkt op te roepen: de zachtmoedigheid laat zich niet klein krijgen. De eeuwen door hebben mensen zich opgetrokken aan deze kwetsbare, maar tegelijk krachtige en onverwoestbare levensweg. Het brute geweld, de pocherige Machers, de meedogenloze mooipraters zullen niet overheersen en overdonderen. Nee, de zachtmoedigheid en de barmhartigheid laten een levensweg zien die toekomst heeft.

Toekomst voor altijd. Dat vieren wij met Pasen.

07 april 2019

Schrijven op heilige grond

Overweging bij de 5e zondag van de Veertigdagentijd (jaar C)

Lezingen: Jesaja 43,16-21; Johannes 8,1-11

Het kan gebeuren, als je op het strand vlak langs de branding loopt, dat je in het zand een hart getekend ziet met een pijl erdoor. Aan weerskanten van het hart staan de namen van twee geliefden. Het hart en de namen zijn een uiting van wederzijdse liefde, waarvan je hoopt dat die duren zal voor altijd. Maar je weet al, dat de golven deze tekens in het zand maar een kort bestaan zullen gunnen.

We hebben het verhaal gehoord over een tricky gebeurtenis, waarin het verleden van een vrouw wordt ingezet om die dekselse Jezus eindelijk maar eens te kunnen vangen met zijn eigen woorden. Dat is althans de opzet van de schriftgeleerden en Farizeeën. Maar wat er feitelijk gebeurt in het verhaal, gaat een heel andere kant op.

10 maart 2019

Proeve van bekwaamheid

Overweging op de 1e zondag van de Veertigdagentijd (jaar C)

Lezingen: Deuteronomium 26,4-10; Lucas 4,1-13

Of iemand geschikt is voor een bepaalde taak, dat is niet steeds op voorhand duidelijk. Je moet ervoor opgeleid zijn, toegerust worden, ervaring hebben opgedaan, misschien wel stage hebben gelopen. Gaandeweg wordt in dat traject van voorbereiding pas duidelijk, of je geschikt bent om bijvoorbeeld bakker te worden, een baan in het onderwijs aan te kunnen, een leidinggevende functie te vervullen of adviezen te geven bij de verkoop van bepaalde producten. Toetsing van je vaardigheden vormt steeds een onderdeel van deze voorbereiding.

In het evangelie hebben we gehoord hoe Jezus wordt getoetst. Het afleggen van zijn proeve van bekwaamheid gaat vooraf aan zijn optreden als leraar en geestelijk leidsman. Het examen bestaat uit drie onderdelen. De satan treedt op als examinator, maar het eindoordeel wordt gegeven door God zelf. De vakken waarin Jezus wordt geëxamineerd zijn geloof, hoop en liefde.

Toetsen

De eerste toets lijkt voor de examinator een schot voor open doel. Na een periode van veertig dagen vasten kan het niet anders, of Jezus heeft honger. De satan kent een simpele oplossing. 'Jij bent toch de zoon van God? Dan moet het toch een koud kunstje zijn om van deze stenen brood te maken?' Ik kan me voorstellen, dat de verleiding groot is om op een snelle manier je honger te stillen. Maar Jezus wil niet meegaan in die gedachtegang. Hij gaat voor de lange termijn-oplossing. De mens leeft niet van brood alleen. Want wat het leven echt de moeite waard maakt, dat is de liefde: die van mensen onderling en ook de wederzijdse liefde van God en mensen. Het brood dat gedeeld wordt zonder liefde is smakeloos. Pas wanneer het deeg wordt vermengd met liefde, pas wanneer de gerechten met zorg en toewijding zijn bereid, krijgt het delen van voedsel zijn werkelijke betekenis. Want je deelt niet alleen het voedsel met elkaar, je deelt het leven met elkaar.

03 maart 2019

Leven uit genade - risico en groeikans

Filmrecensie van Mary Magdalene (2018)

Regie: Garth Davis

Een gevoelige vrouw, vol van mededogen. Maar ook strijdbaar en zelfbewust. Zo wordt het beeld getekend van Maria van Magdala in de gelijknamige film van de Australische regisseur Garth Davis. Zij ontworstelt zich aan de in haar ogen beknellende familiebanden om de charismatische Jezus van Nazareth te volgen.

Maria is in de chaotische wereld waarin zij zichzelf aantreft op zoek naar wat God haar te zeggen heeft. In de persoon van Jezus hoort zij Gods stem; hij leert haar dat de stilte de beste omstandigheden biedt om die stem te horen. Maar om die stem te volgen moet Maria wel de pijnlijke beslissing nemen om de banden met haar familie te verbreken. Toch brengt die beslissing, hoe overtuigd ook, haar geen onverdeelde voldoening. Want binnen de kring van apostelen is de positie van Maria niet zonder tegenspraak. Sommige volgelingen van Jezus zijn bang, dat haar aanwezigheid in de groep tot verdeeldheid zal leiden. En ook als Jezus steeds meer gaat voelen, waartoe zijn weg zal leiden (vernedering en dood), komt Maria voor beangstigende vragen te staan: volgen of afhaken?

De barmhartigheid wint het van de angst: 'Ik zal bij je blijven, waartoe dat ook mag leiden.' Zij wordt zich steeds meer ervan bewust dat dit verdriet en pijn met zich meebrengt. Maria gaat het niet uit de weg, net zo min als Jezus zelf dat deed. Juist in haar standvastig koersen op barmhartigheid wordt iets zichtbaar van de barmhartigheid van God zelf – dwars door alle vernedering en pijn, chaos en dood heen. Misschien mag je zeggen, dat Maria haar leven wil baseren op genade: de genade van God voor mensen en de genade van mensen in hun onderlinge relaties.

Genade

Dit leven uit genade en barmhartigheid wordt in de film zichtbaar als Maria samen met Petrus, terwijl ze de boodschap van Jezus verkondigen in de dorpen, aankomen in een plaatsje dat door de Romeinen compleet onder de voet is gelopen. De bevolking is grotendeels uitgemoord. Petrus geeft aan, dat er niets meer te doen valt. Maar Maria neemt vastberaden de taak op zich om de weinige overlevenden, die er zeer slecht aan toe zijn, te verzorgen. Een ander moment van genade wordt in de film zichtbaar als Maria zich met mededogen wendt tot Judas nadat deze Jezus heeft verraden.

De film laat prachtige landschapsopnamen zien. Het acteren van Mara Rooney als Maria van Magdala is naturel en overtuigend. Misschien vooral op de momenten waarop ze zwijgt en haar ogen laat spreken. Persoonlijk vind ik de muziek op bepaalde momenten te zwaar aangezet, maar dat is natuurlijk een kwestie van smaak. En de regisseur heeft ervoor gekozen om de zachtmoedigheid van Jezus tot uitdrukking te brengen in een (naar mijn gevoel) soms te zacht stemgebruik van de acteur Joaquin Phoenix. Die bij tijden fluisterende stem vind ik minder gelukkig. Ook het feit dat Maria van Magdala in samenwerking met Jezus' andere volgelingen nieuwe volgers doopt, lijkt mij een (al dan niet terechte) knieval voor sommige moderne feministische stromingen. Maar deze zienswijze past niet in het (lees: mijn) beeld van de historische en culturele omstandigheden aan het begin van onze jaartelling.

Mosterdzaadje

De film uit 2018 ondersteunt de rehabilitatie van de vrouw die door paus Gregorius de Grote in 591 als prostitué werd bestempeld. Maar in 2016 werd zij door paus Franciscus opgenomen in de kalender van kerkelijke heiligen. Zij kreeg de eretitel 'Apostel van de Apostelen', waarmee ze als gelijke werd opgenomen in de kring van eerste leerlingen van Jezus.

Wat de film vooral oproept is de vraag aan de kijkers, waar je zelf staat in verhouding tot genade en barmhartigheid. Want als je kiest voor deze weg, dan moet je beseffen dat je de daarmee verbonden risico's erbij neemt. Toch kan het veel opleveren, want al begint het zo klein als een mosterdzaadje, het kan uitgroeien tot een enorme struik. Tot een plek waar vogels nestelen en mensen schaduw vinden. Met die beeldspraak, een vrije interpretatie van de perikopen uit Lucas (17,1-6) en Matteüs (17,14-20), wordt een mooie inclusie gemaakt voor het verhaal, waarin Maria van Magdala centraal staat. Leven uit genade - risico en groeikans ...

24 februari 2019

Liefhebben, onbegrensd

Overweging bij de 7e zondag door het jaar (jaar C)

Lezingen: 1 Samuël 26,2.7-9.12-13.22-23; Lucas 6,27-38

Als ik de afgesproken uren heb gewerkt voor mijn baas, dan mag ik verwachten dat ik daarvoor het afgesproken salaris krijg. Als ik aan de kassa betaal voor mijn boodschappen, dan mag ik ervan uitgaan dat ik de toegezegde kwaliteit van de producten geleverd krijg. Zo hebben we in onze samenleving het economische ruilverkeer met elkaar afgesproken. In de meeste gevallen is dat een prima systeem. Maar we beseffen ook, dat er mensen zijn die in dat systeem niet mee kunnen komen. Mensen met een beperking, lichamelijk of geestelijk; mensen die op het sociale vlak minder vaardig zijn; mensen die door de ouderdom afhankelijk zijn van de zorg van anderen; mensen die hun land moeten ontvluchten omdat ze daar niet veilig kunnen leven: zij kunnen vaak geen gelijkwaardige ruil maken omdat ze minder hebben in te brengen. En de vraag is dan: hoe gaan wij in onze samenleving om met mensen die afhankelijk zijn van anderen? Hoe gaan wij überhaupt om met elkaar? Geven wij omdat we er iets voor terug verwachten? Zijn we vriendelijk omdat we vriendelijkheid terug verwachten?

Radicaal

Jezus wijst ons op een radicaal andere mogelijkheid. Inderdaad: radicaal. Want we vragen meteen: is dat ook op te brengen? Als iemand agressief is tegen jou, dan is je eerste reactie toch: terugslaan? Of als iemand er met je fiets vandoor gaat, dan laat je dat toch niet zomaar gebeuren? Met zijn radicale perspectief nodigt Jezus ons wel uit om tot bezinning te komen. Dat wil zeggen: denk na over wat je doet. Neem de tijd om verschillende mogelijkheden af te wegen.

17 februari 2019

De gezindheid van het hart

Overweging op de 6e zondag door het jaar (jaar C)

Lezingen: Jeremia 17,5-8; Lucas  6,17.20-26

Soms kunnen kleine kinderen spontaan en op een ontwapenende manier hun vertrouwen geven aan wildvreemde mensen. Naarmate ze ouder worden gaat van die spontaniteit vaak wel een stuk verloren. Maar het is te hopen, dat mensen toch iets blijven behouden van de manier waarop ze geleerd hebben hun vertrouwen te geven aan anderen.

De wijze waarop je vertrouwen hebt in anderen, is het centrale thema van de lezingen. En dan gaat het voornamelijk om je vertrouwen in Gods woord. De profeet Jeremia laat scherp het verschil zien tussen degene die uitsluitend op mensen vertrouwt en degene die vertrouwt op God. Het verschil wordt zo scherp aangezet, dat het lijkt alsof je maar helemaal niet meer op mensen moet vertrouwen. Dat zal toch niet het geval zijn, want dan kunnen we onze samenleving wel opdoeken. Wat Jeremia wil verduidelijken is, dat je niet op de vergankelijke belofte van mensen moet vertrouwen. Het is beter om te vertrouwen op de duurzame toezegging van God. Want mensen, die allerlei bewijzen en zekerheden nodig hebben, zijn vaak angstige mensen. Ze missen een open levenshouding. Ze proberen krampachtig vast te houden aan wat uiteindelijk toch door je vingers glipt. Deze mensen kun je vergelijken met een kale struik in een dorre steppe. Maar wie vertrouwt op de solide belofte van Gods genade lijkt op een groene boom aan het water: omdat hij diep geworteld is, kan hij een periode van droogte met succes doorstaan.

10 februari 2019

Op pad gestuurd

Overweging bij de 5e zondag door het jaar (jaar C)

Lezingen: Jesaja 6,1-2a.3-8; Lucas 5,1-11

Je kunt in je leven te maken krijgen met situaties waarbij je denkt: dit is teveel voor mij. Kan ik dit wel aan? Misschien raakt je kind door verkeerde vrienden zo in de problemen, dat iedere uitgestoken hand alleen maar meer verwijdering oplevert. Of de verhouding met je broer of zus is dusdanig gebrouilleerd, dat je je afvraagt of dat ooit nog goed kan komen. Het kan zijn, dat de angst je in zulke situaties je alle moed uit handen slaat. Je raakt ontzet en alle grond onder je voeten lijkt weg te vallen.

Ook in de verhalen uit de Schrift is sprake van ontzetting. De profeet Jesaja roept: 'Arme ik. Het is gedaan met me.' En het evangelie vermeldt dat ontzetting zich van Petrus had meester gemaakt. Geschokt door wat hen overkomt weten Jesaja en Petrus geen raad met de situatie. Hoe gaan ze daarmee om? En hoe wordt hen daarbij de hand gereikt?

03 februari 2019

Spiegel of venster?

Overweging op de 4e zondag door het jaar (jaar C)

Lezingen: Jesaja 1,4-5.17-19; Lucas 4,21-30

Het begon allemaal zo goed. De voorbereiding voor het feest zijn getroffen, de meeste gasten zijn gearriveerd. De stemming zit er goed in voor de vijftigste huwelijksverjaardag van Ad en Nellie. Maar tijdens het feest komt de mededeling dat tante Mirjam niet kan komen: met onduidelijke klachten is ze in het ziekenhuis opgenomen. Uitgerekend tante Mirjam, die altijd een gangmaker is op familiefeesten. Het feest zal niet worden afgebroken, maar de lol is er wel voor een groot stuk af.

De stemming slaat om, zomaar, ineens. Het verhaal uit het evangelie laat ons vandaag iets dergelijks zien. Na aanvankelijk een enorm enthousiasme over het optreden van Jezus in de synagoge slaat de stemming om. De Joden zijn woest en willen hem zelfs in een afgrond storten. Waar komt die plotselinge verandering vandaan? We moeten een kleine omweg maken om dit te kunnen begrijpen.

27 januari 2019

Verhaal van vreugde

Overweging op de 3e zondag door het jaar (jaar C)

Lezingen: Nehemia 8,2-4a.5-6.8-10; Lucas 1,1-4;4,14-21

Fleur is een leuke meid van zes jaar. Als ze uit school komt, dan moet ze vertellen wat er allemaal gebeurd is. Haar moeder weet dat intussen, en ze neemt de tijd om te luisteren. Het vertellen is voor Fleur een manier om de dingen op een rijtje te krijgen. Als ze die kans niet krijgt, dan zie je haar ongelukkig zitten zijn. Vertellen over de gebeurtenissen van de dag – belangrijke en minder belangrijke – is voor Fleur net zo noodzakelijk als eten, drinken en slapen. Maar ook wij, volwassenen, weten dat er verhalen zijn die verteld moeten worden. Verhalen over onze geschiedenis, onze familie-afkomst, ons dorp, onze dromen en verlangens. Het zijn verhalen, die ons leven structuur geven; verhalen die ons richting wijzen.

Afbeelding: Wikipedia
Ook in de lezingen van vandaag gaat het om zulke verhalen. Verhalen die bepalend zijn voor de manier waarop we ons leven inrichten. In de eerste lezing hebben we gehoord hoe het volk van Israël luistert naar de voorlezing door Ezra, de priester. We moeten ons verplaatsen naar ongeveer 450 voor het begin van de jaartelling. Na de terugkeer uit de ballingschap in Babylonië, 90 jaar eerder, is de wederopbouw van het land flink aangepakt. Van belang is nu, dat ook de geestelijke wederopbouw ter hand wordt genomen. Alle mannen en vrouwen, die de voorlezing konden volgen, verzamelden zich op het plein voor de Waterpoort in Jeruzalem. Iedereen luisterde met grote aandacht naar de voorlezing. Er wordt ons niet letterlijk verteld, wat er in de voorlezing wordt gezegd; enkel dat er gelezen wordt uit het boek van Gods wet. De betekenis daarvan werd uitgelegd en verklaard, zodat iedereen de lezing begreep. De mensen zijn geraakt door wat ze te horen kregen. Er is grote vreugde, geschonken door God zelf. En die vreugde – zo eindigt de lezing die wij hoorden – die vreugde is bedoeld om mensen kracht te geven.

20 januari 2019

Recht voor ogen

Overweging bij de Bidweek voor de Eenheid

Lezingen: Deuteronomium 16,18-20; Lucas. 4,14-21

Op verschillende manieren kijken mensen naar wat er zich afspeelt in hun omgeving. Wat voor de een een prachtige muziekuitvoering is, kan voor een ander een behoorlijke tegenvaller zijn. Waar sommige mensen een ernstige ziekte zien als het blinde toeval, kunnen anderen dat beschouwen als gevolg van ongezond leven of misschien zelfs als een straf van God. Hoe je de werkelijkheid waarneemt, is dus afhankelijk van de bril waardoor je kijkt. Het is ook afhankelijk van wat jou voor ogen staat en van wat je het liefst gerealiseerd zou zien. Hoe je de werkelijkheid waarneemt, is eveneens afhankelijk van de positie die je inneemt in de samenleving. Wie het financieel niet breed heeft, zal op een andere manier kijken naar de reclame-aanbiedingen uit de folders dan iemand bij wie het geld met bakken binnen komt.

Als christenen proberen we onze wereld te zien in het kader van wat God voor ogen staat. En ook hier moet je constateren, dat we verschillend kijken – simpelweg omdat we verschillende mensen zijn en verschillende posities innemen. En toch proberen we ook iets van gezamenlijkheid te realiseren in ons gelovig waarnemen van de aarde die wij delen met elkaar. Vandaag, nu wij bijeen zijn in de Gebedsweek voor de Eenheid, worden ons enkele handreikingen geboden om die gezamenlijkheid op het spoor te komen. Die richtingwijzers komen niet alleen van de Schriftlezingen, maar dit jaar ook van onze broeders en zuster in Christus uit de Indonesische archipel.

13 januari 2019

Een nieuw begin

Overweging bij het feest van de Doop van de Heer (jaar C)

Lezingen: Jesaja 40, 1-5.9-11; Lucas 3,15-16.21-22

Als je er zelf mee te maken hebt gehad, dat weet je het uit eigen ervaring: een scheiding valt niet mee. Je hele wereld wordt op z'n kop gezet. Mensen in je om­geving reageren misschien anders dan je had verwacht. De grond onder je voe­ten is weg geslagen. Je leven lijkt opeens één chaos. Niets is meer wat het was. Maar toch: je moet verder, proberen een nieuw begin te maken. Dat valt niet mee. Juist in zulke omstandigheden is het goed, dat er mensen zijn die met je meeleven. Mensen die jou een richting kunnen wijzen. Maar uiteindelijk moet je het zelf doen: zoeken naar een nieuw begin, naar een uitweg uit de chaos.


In de lezing uit Jesaja hebben we gehoord, dat ook het volk van Israël een nieuw begin mag maken. 'Troost je, mijn volk. Je straftijd is voorbij, je tekortkomingen zijn je vergeven.' Je moet je voorstellen, dat deze woorden van Jesaja heel optimistisch ge­klonken moeten hebben. Ze werden uitgesproken tegen de Israëlieten, die al vele jaren verbannen waren van eigen huis en haard. Naar Babylon waren ze gedeporteerd. Daar moesten ze wonen te midden van mensen die heel andere gebruiken en heel andere goden hadden. Maar Jesaja kondigt aan, dat zijn volk mag terugkeren naar het eigen land: Baan een weg voor de Heer!


06 januari 2019

Goed voornemen

Overweging op het feest van de Openbaring des Heren (jaar C)

Lezingen: Jesaja 60,1-6; Efeziërs 3,2-3a.5-6; Matteüs 2,1-12

Voor sommige mensen horen goede voornemens bij het begin van een nieuw kalenderjaar. Er zijn mensen, die hun voornemens al vrij snel weer zijn vergeten. Er zijn er ook, die weten dat er af en toe een dipje zal zijn bij het uitvoeren van die goede voornemens. Maar zij blijven wel proberen te doen wat hen voor ogen staat. Als het vandaag niet luk, dan lukt het morgen misschien weer wel.

De drie koningen
(Maria Ommegang Bergen op Zoom 2011)
Open deur

Misschien zou – aan het begin van 2019 – een van de beste voornemens wel kunnen zijn, dat wij proberen meer respect voor elkaar op te brengen. Zo'n voornemen lijkt een beetje op het intrappen van een open deur. Maar toch is het in de praktijk vaak lastiger dan we in gedachten hadden. Want het betekent, dat je de ander de ruimte geeft om de eigen mening erop na te houden. Ook als die verschilt van jouw opvatting. We zijn vaak meer geneigd om alleen te kijken naar ons eigen belang en ons eigen gelijk. We vinden het nodig om de ander te overtuigen, gunnen hem zijn opvatting niet echt. En zo laten mensen elkaar gemakkelijk links liggen, of erger: verketteren elkaar omdat ze het niet met elkaar eens zijn.