Overweging bij de 21e zondag door het jaar (A)
Lezingen: Jesaja 22,19-23; Matteüs 16,13-20
Soms gebeurt het dat mensen grote indruk kunnen maken, doordat ze met veel spektakel iets neerzetten dat je lang zal bij blijven. Bijvoorbeeld wanneer een illusionist een bepaalde act laat zien, waarvan je je werkelijk afvraagt hoe hij dat voor elkaar krijgt. Maar het kan ook gebeuren wanneer een artiest of een band tijdens een concert het publiek zodanig in vervoering brengt, dat je dat extatische gevoel als herinnering blijft meedragen.
Dat gevoel van extase moeten veel mensen gehad hebben toen Jezus, in een eerdere passage uit het Matteüsevangelie, met niet meer dan vijf broden en twee vissen een grote menigte verzadigde. Vanwege de opwinding die deze gebeurtenis veroorzaakte, zijn veel mensen bereid achter Jezus aan te lopen. Maar Jezus zelf, als hij met zijn getrouwen alleen is, wil het niet hebben over wat zijn optreden veroorzaakt. Hij wil het hebben over wat hij voor zijn leerlingen betekent. Hij wil het hebben over wie hij is. Niet het effect van zijn optreden, maar de essentie van zijn persoon – daar gaat het om.