23 mei 2021

Tekens van de Geest

 Overweging op het hoogfeest van Pinksteren (B)

Lezingen: Handelingen 2,1-11; Johannes 15,26v;16,12-15

Ik weet niet hoe het u vergaat, maar door bepaalde stukken muziek kan ik echt geroerd raken. Het prachtige lied van Leonard Cohen, Hallelujah, is daar een voorbeeld van. Het geeft mij een brok in mijn keel. Muziek kan iets raken in onze ziel, dat ons doet beseffen hoezeer wij onderdeel uitmaken van een groter geheel. Kijk maar eens naar het gedeelde enthousiasme bij Concert at Sea, of bij uitvoeringen van André Rieu op het Vrijthof in Maastricht. Muziek geeft ons de ervaring dat we iets delen met elkaar, ook zonder dat we daar de goede woorden voor kunnen vinden. Zelfs wanneer mensen van verschillende nationaliteiten daar samen zijn, ze verstaan allemaal de taal van de muziek.



Niet langer zwijgen

Misschien is dat wel precies wat er gebeurd moet zijn tijdens dat allereerste Pinksterfeest, waarover verteld wordt in de eerste lezing. De boodschap die de apostelen wereldkundig willen maken klinkt alle aanwezigen, hoe verschillend hun achtergrond ook is, als muziek in de oren. De apostelen zijn zo geïnspireerd, dat zij het goede nieuws over Jezus onmogelijk niet kunnen vertellen. Want Jezus – gestorven in vernederende omstandigheden, maar levend aanwezig onder wie in hem gelooft – daar kunnen ze niet meer over zwijgen. Het aanstekelijke enthousiasme maakt dat alle toehoorders erdoor geraakt worden. Er is een gevoel van verbondenheid, dat groter en krachtiger is dan de aanwezigheid van iedereen afzonderlijk. En als je al een woord kunt bedenken dat deze verbondenheid kan beschrijven, dan moet je denken aan zoiets als een geest die je deelt met elkaar.

09 mei 2021

Wonen in de liefde

Overweging bij de 6e zondag van Pasen (B)

Lezingen: Handelingen 10,25v.34v.44-48; Johannes 15,9-17

Afbeelding: Pixabay.com
Van iemand die jou na aan het hart ligt, kun je gemakkelijk houden. Al moet je ook erkennen, dat er momenten zijn waarop dat niet zo goed lukt. Met je partner, je kind of je ouders kun je een diepe verbondenheid voelen, ondanks situaties waarin je verschil van inzicht ondervindt. Misschien is dat wel de juiste invulling van wat liefde in wezen betekent: dat je elkaar kunt accepteren met alle mooie en minder mooie kanten erbij. Je zou kunnen zeggen, dat het diepe gevoel van verbondenheid een andere vertaling is van het begrip liefde. Het besef van die verbondenheid maakt het mogelijk om over de grenzen van je eigen overtuiging of over de beperkingen van je eigen gelijk heen te stappen.

Dat besef van verbondenheid zien we treffend terug in de gebeurtenis die wordt beschreven in de eerste lezing. Cornelius is een Romeinse legerofficier, die zich tot de christelijke opvatting voelt aangetrokken. Zijn knieval voor Petrus komt voort uit het Romeinse gebruik eer te bewijzen aan wie hoger staat. Maar Petrus acht zichzelf niet hoger dan Cornelius. Een knieval is alleen gepast voor Christus zelf. Als je het verhaal rondom deze gebeurtenis in zijn geheel zou lezen, dan merk je dat Petrus in een visioen ervan doordrongen raakt dat joden en niet-joden uitgenodigd zijn om één familie te worden. De reinheidsvoorschriften, die de joden verbieden om bijvoorbeeld varkensvlees te nuttigen, zouden een barrière kunnen zijn voor de verbondenheid met niet-joden. Het goddelijke visioen maakt Petrus duidelijk dat zulke barrières overwonnen kunnen en mogen worden als de liefde daartoe het fundament biedt. Verbondenheid tussen alle mensen die Gods kinderen zijn is belangrijker dan wat hen van elkaar doet verschillen, belangrijker dan wat scheiding teweeg kan brengen.

02 mei 2021

Minder zichtbaar, meer present?

 Een terugblik op 37 jaar pastoraal werk

Foto: Peter Vrancken
Als onervaren broekie, met een flinke rugzak vol theologische kennis en mooie idealen, ben ik op 15 april 1984 begonnen aan het pastorale werk in het bisdom Breda. Terneuzen was mijn eerste 'standplaats', waar ik onder leiding van pastoor Jan Segers de kneepjes van het vak kon leren. Het eerste weekend waarin ik de overweging mocht verzorgen in drie vieringen was ik helemaal op. Ik wist niet dat je van uiterste concentratie zo vermoeid kon raken. De eerste uitvaart die ik moest verzorgen was al even enerverend. Intussen voelde iedereen de tijdgeest veranderen. In de acht jaar dat ik werkte in Terneuzen ging de frequentie van de godsdienstles (groep 7 en 8) terug: van wekelijks naar slechts enkele uurtjes ter voorbereiding op Kerstmis en Pasen. Meer en meer kwam de verantwoordelijkheid voor de catechese te liggen bij de leerkracht zelf. Boeiend vond ik vooral de individuele contacten met parochianen. Soms was dat alleen om een luisterend oor te bieden. Maar vaak ook om – door het stellen van de juiste vragen – mensen verder te helpen in hun eigen sociale en gelovige ontwikkeling. Ook het werk met de Caritas was essentieel voor mijn pastorale insteek. Want het geloof is enkel geloofwaardig als het ook tot uitdrukking komt in de ondersteuning van wie maatschappelijk in de knel komt.

25 april 2021

Niet zinloos

 Overweging bij de 4e zondag van Pasen (B)

Lezingen: Handelingen 4,8-12; Johannes 10,11-18

Over anderhalve week zullen wij de doden herdenken, die in of door de Tweede Wereldoorlog om het leven zijn gekomen. Verzetsmensen, vele miljoenen joden, zigeuners en homoseksuelen, soldaten van de geallieerde strijdkrachten: zij allen worden herdacht als slachtoffers. Op een oorlogskerkhof, lopend langs de graven, realiseer je je op welke leeftijd de soldaten zijn gesneuveld. En dan besef je dat deze jongens nog een heel leven vóór zich hadden. Maar er kwam abrupt een einde aan. Dat zo velen hun leven gegeven hebben, is - als je alleen naar het naakte feit kijkt - een absurd gegeven. Dat zij gesneuveld zijn, kan alleen zinvol worden als je bedenkt wat hun strijd heeft opgeleverd. Je kunt hun offer alleen maar bekijken in het kader van de vrijheid, die wij daardoor gewonnen hebben. En dan kun je - achteraf - hun dood zien als iets dat niet zinloos is geweest. Je kunt niet zeggen: het is zinvol. Je kunt alleen zeggen: het is niet zinloos.

Afbeelding: https://nl.pinterest.com/dduijnker/

Gebaseerd op liefde

In het evangelie wordt gezegd, dat Jezus zijn leven geeft voor zijn schapen. Het wordt tot drie keer toe herhaald. In de opvatting van de schrijver van het evangelie is deze gave, dit offer, iets dat Jezus uit vrije wil op zich heeft genomen. 'Niemand neemt het mij af, maar ik geef het uit mijzelf.' We moeten ons realiseren, dat deze woorden door Johannes zijn opgeschreven ruim 60 jaar na de executie van Jezus. In die tussentijd is heel langzaam het inzicht ontstaan, dat de dood van Jezus niet zinloos is geweest. Terugkijkend kan Johannes zeggen, dat het vrijwillige offer van Jezus alleen maar zinvol kan zijn als het gebaseerd is op liefde. Dat is het fundament: de liefde van Jezus voor zijn schapen.

11 april 2021

Je beeld herzien

 Overweging op de 2e zondag van Pasen (B)

Lezingen: Handelingen 4,32-35; Johannes 20, 19-31

Afbeelding:
www.augustinusparochie.nl
Als je voor het eerst samenkomt met een nieuwe groep, in een nieuwe klas of met nieuwe collega's, dan is het altijd aftasten. Hoe liggen de onderlinge verhoudingen? Wie komt sympathiek over? Is er een druktemaker in de groep? Wie houdt zich op de achtergrond? Gaandeweg leer je elkaar beter kennen en weet je wat je aan elkaar hebt. Onderling vertrouwen is iets dat verdiend moet worden, maar het kan evengoed beschadigd worden. Vaak gaan we daarbij uit van de gedachte: eerst zien en dan geloven.



Andere volgorde

Jezus nodigt ons vandaag uit om de omgekeerde volgorde te hanteren. Eerst geloven, dan zien. Deze ongebruikelijke volgorde vraagt het nodige lef. Waar je uitgaat van 'eerst zien, dan geloven' wil je een tastbaar bewijs. In wezen kun je het zien als een uiting van wantrouwen. Pas nadat de ander heeft aangetoond, dat zij of hij betrouwbaar is ben je bereid ook inderdaad je vertrouwen te geven. Jezus echter vraagt ons de moed op te brengen een sprong in het duister te maken. Zalig die niet gezien en toch geloofd hebben. De ongebruikelijke zienswijze die Jezus ons voorstelt is niet iets wat je van de ene dag op de andere jezelf eigen maakt. Vaak is er een groeiproces nodig om tot een nieuw inzicht te komen.

04 april 2021

Een ander zicht

 Overweging tijdens de Paaswake (jaar B)

Lezingen: Genesis 1,1.26-31a; Exodus 14,15-15,1; Romeinen 6,3-11; Marcus 16,1-8

In het maatschappelijk verkeer lijken de relaties te verharden en de tegenstellingen scherper te worden. En dan staat er in de PZC een artikel met als kop: 'Mensen zeggen zo makkelijk: doe maar een hoge straf.' Zo van: optreden met zero-tolerance, dan lossen we het probleem wel op.

In het bedoelde krantenartikel wordt een interview weergegeven met Gabriëlle Hoppenbrouwers,
officier van justitie. Zij is van mening, dat een menselijke benadering – ook van misdadigers – uiteindelijk meer oplevert. Zij zegt onder andere: 'Alle onderzoeken wijzen uit dat bij taakstraf het aantal terugvallen lager is dan bij celstraf.' Haar pleidooi voor een meer humane strafvordering eindigt met de vaststelling: 'Ik geloof in de kracht van kwetsbaarheid.'

17 februari 2021

Het onvermogen voorbij

 Overweging op Aswoensdag

Lezingen: Joël 2,12-18; Matteüs 6,1-6.16-18

Door omstandigheden die deels buiten onze eigen wil liggen zijn we tot een soort vasten gedwongen, dat we zelf niet hadden kunnen verzinnen. De coronapandemie dwingt ons om af te zien van spontane sociale contacten. Daardoor zijn we – al is het voor onze eigen bestwil – gedwongen om ons te onthouden van wat we heel gewoon hebben gevonden. Dat is wat vasten betekent: afzien van wat je als gebruikelijk of als normaal beschouwt. Daar komt nog iets bij: het is geen 'afzien van' omwille van het afzien zelf. Wat je ermee beoogt is, dat je meer doordringt tot de essentie van je leven. Afzien van wat gangbaar is omwille van het doorstoten tot de kern van je bestaan.

Foto van Pixabay.com

Nodig?

In die zin kun je de beperkingen door de coronamaatregelen ook beschouwen als aanleiding tot bezinning. Waar gaat het in ons bestaan nou werkelijk om? Het zou mij niet verbazen als we uiteindelijk tot de ontdekking komen, dat de ongebreidelde mobiliteit in de wereld waarin wij leven sterk heeft bijgedragen tot het ontstaan van deze pandemie. Ik gun ieder van harte de mogelijkheid om verre reizen te maken om de mooiste plekken van onze aarde te ontdekken. Ik gun iedereen van harte, dat de goedkoop geprijsde boontjes uit Kenia op onze Nederlandse tafels lekker smaken. Ik gun iedereen van harte, dat de tilapia uit Afrika of Indonesië een smakelijke aanvulling vormt op ons menu. Ik snap dat sommige handelscontracten niet gesloten kunnen worden als daar geen verre vliegreizen aan vooraf gaan. En ik begrijp dat een vakantie vanuit Zeeland naar de Achterhoek interessanter is dan naar Domburg.