26 januari 2020

Hoge idealen?

Overweging op de 3e zondag door het jaar (jaar A)

Lezingen: Jesaja 8,23b-9,3; Matteüs 4,12-23

Afgelopen zondag was in de grote zaal van CineCity in Vlissingen een filmvertoning van het feest ter gelegenheid van de zeventigste verjaardag van André Rieu. Oké, niet iedereen zal van zijn muziek houden, maar je moet de maestro nageven, dat hij met zijn melodieën het hart van velen weet te raken. Hij vertelt dat hij op die manier ook de keuze maakt voor de muziek die hij met zijn orkest ten gehore brengt. 'Ik kies muziek die mijn hart raakt. Dan weet ik, dat ook de harten van mensen worden geraakt.'

Foto: Piqsels.com
Dat het hart van mensen geraakt wordt, zien we ook gebeuren in het evangelieverhaal van deze dag. De boodschap waarmee Jezus de mensen aanspreekt is compact en direct. De boodschap komt binnen als een mokerslag: 'Bekeer je, want het rijk der hemelen is nabij.' De oproep tot bekering houdt in dat je een andere koers gaat varen in je leven. Dat klinkt behoorlijk radicaal. Je levenskoers wijzigen, daar gaat meestal een intensief proces aan vooraf. Je voelt misschien dat het anders kan, of beter moet. Je denkt na en je praat met anderen over bijvoorbeeld de vraag of je moet emigreren, of dat je je leven wilt doorbrengen in een klooster. Maar zo'n koerswijziging doe je niet zomaar even. Hoe dan ook: iets nieuws beginnen gebeurt altijd omdat je uiteindelijk je hart volgt. Je laat je hart, je intuïtie spreken.

Radicaal

Toch blijft het een radicale verandering. Die grondige wijziging spreekt in het evangelie uit de manier waarop de vissers Jezus achterna gaan. Terstond lieten zij hun netten in de steek; onmiddellijk lieten zij de boot en hun vader achter – zo staat er. Er is dus een breuk met het verleden. Johannes en Zebedeüs, Petrus en Andreas laten hun identiteit los, een identiteit die zij tot dan toe ontleenden aan hun werk en aan hun familiebanden. Zij zoeken nu een nieuwe identiteit: door Jezus te volgen. Hoe zou het toch komen, dat mensen zulke radicale verandering ondergaan? En willen ondergaan?

Zoiets kan vermoedelijk alleen maar als je je hart volgt. Op een of andere manier moet je geraakt worden door wat iemand zegt of doet, waardoor je voelt: dat wil ik ook. Waarschijnlijk zijn de eerste vier volgelingen van Jezus geraakt door zijn uitdaging: 'Ik zal jullie vissers van mensen maken.' Of misschien ook wel door die radicale oproep: 'Bekeer je, want het rijk der hemelen is nabij.'  Ze gaan om zo te zeggen hand in hand: de radicale oproep van Jezus en de radicale koersverandering in het leven van zijn volgelingen. Je kunt Jezus niet maar een beetje navolgen. Als je het wil, dan met hart en ziel.

Anno 2020

En dan kan het waar worden. Dan gebeurt het: er zullen dingen veranderen. Iets nieuws gaat beginnen. Een nieuwe tijd breekt aan. Zoals we gehoord hebben in de woorden van Jesaja: 'Het volk dat ronddwaalt in het donker, ziet dan een helder licht.' De boodschap van Kerstmis echoot nog na in deze woorden. Duisternis zal omgezet worden in licht, vernedering en smaad in juichen en vreugde. Een nieuwe tijd breekt aan.

De oproep tot bekering geldt ook ons, christenen anno 2020. Oké, de meesten van ons komen wellicht steeds meer op een leeftijd, waarop je denkt: 'Die verandering hoeft voor mij niet meer zo. Ik heb mijn weg wel gevonden in het leven.' Wat betekent het dan als we Jezus horen zeggen: 'Bekeer je, want het rijk der hemelen is nabij'? De oproep tot bekering staat niet op zichzelf, maar is gefundeerd op het tweede deel van de oproep: want het rijk der hemelen is nabij. Het rijk der hemelen is dus het beoogde doel van de bekering. Maar wat is dan dat rijk der hemelen? Het lijkt iets dat ver weg is, iets dat behoorlijk op afstand van ons staat. De hemel, dat lijkt ons nogal onbereikbaar. Maar Jezus zegt nu juist, dat het nabij is. Binnen handbereik, om zo te zeggen.

Hoge idealen?

Zou het rijk der hemelen een toestand kunnen zijn, waarin mensen kunnen leven in harmonie en onderlinge verbondenheid? Een toestand waarin mensen elkaar tot hun recht laten komen? Een situatie waarin mensen het opnemen voor elkaar, waarin zorg en solidariteit werkelijkheid worden? Zou het een toestand kunnen zijn, waarin mensen met elkaar verzoend raken, waarin ze trouw zijn tot over de grens van het gewone heen? Zou het rijk der hemelen een mogelijkheid kunnen zijn, waarbij mensen hun grieven opzij zetten en waarbij de zoektocht naar het geluk van de ander de weg is naar ons eigen geluk?

Hoge idealen, denkt u? Nou, je kunt het zien gebeuren in kleine, alledaagse dingen. Een oprecht luisterend oor kan een signaal zijn van het rijk der hemelen. Een warm woord en een welgemeend gebaar kunnen zo'n signaal zijn. Trouwe zorg van ouders voor hun kinderen en van kinderen voor hun ouders kan zo'n signaal zijn. De inzet van vele, vele vrijwilligers in ons land kunnen zo'n signaal zijn. Meewerken aan de acties van Amnesty International, bijdragen aan de zorg voor ons leefmilieu, inzet voor een eerlijke prijs voor producten uit de Derde Wereld: het kunnen signalen zijn van het rijk der hemelen dat nabij is, binnen handbereik. Ja natuurlijk: het is er nog niet, maar je kunt eraan werken. Als je daar je aandacht op richt. Als je je er naar toe keert, als je je bekeert. Dan gaat het gebeuren. Dan zie jet iets nieuws ontstaan. Als je je hart laat raken door de woorden van Jezus. Als je met hem op weg wilt gaan. Dan komt hij er: de nieuwe tijd.

12 januari 2020

In zijn geest

Overweging bij het feest van de Doop van de Heer (jaar A)

Lezingen: Jesaja 42,1-4.6-7; Matteüs 3,13-17

Glas-in-loodraam in de kerk van
Onze-Lieve-Vrouw Onbevlekt Ontvangen
te Hansweert
Het nieuwe jaar is al niet meer helemaal nieuw. De scholen hebben hun eerste week er al weer op zitten. De meeste mensen hebben ook hun werk of anders toch de gewone gang van zaken weer opgepakt. Er zijn zelfs mensen die al plannen aan het maken zijn voor de zomervakantie. De feestelijkheden van kerst, de liederen en de bijpassende versieringen zijn al verdrongen naar een vaag en grijs gedeelte van ons geheugen. Maar kerkelijk gezien zitten we nog net in de kersttijd. Het is de tijd, waarin we ons hebben verwonderd over hoe de geboorte van een Kind een verrassende wending kan geven aan ons leven. Juist door zijn kwetsbaarheid immers heeft het Kind van Bethlehem ons gevraagd oog te hebben voor al wat kwetsbaar en het behoeden waard is. Het kind van Bethlehem deed een appel op ons om alles, wat in ons leven vraagt om bescherming, serieus te nemen.

Ik zei: het kind deed een appel op ons. Maar nog steeds doet dit kind een appel op ons, ook als het later uitgroeit tot de Jezus die wij leren kennen in de evangelieverhalen. Alle mensen die zich in kwetsbare posities bevinden, alle mensen die broos en breekbaar door het leven moeten gaan, kunnen rekenen op de genegenheid, de toewijding en de liefde van Jezus.

05 januari 2020

Het begint klein

Overweging bij het feest van de Openbaring des Heren (jaar A)

Lezingen: Jesaja 60,1-6; Efeziërs 3,2-3a.5-6; Matteüs 2,1-12

Er zijn verschillende manieren, waarop je een reis kunt maken. Sommige mensen kiezen ervoor om een georganiseerde reis te boeken. De route, de hotels en de bezienswaardigheden staan op voorhand vast. Het zal vast een hele mooie reis worden. Andere mensen zijn misschien wat avontuurlijker. Zij zoeken zelf hun route uit, overnachten in een eenvoudig bed and breakfast en leren de omgeving kennen door niet de geijkte attracties te bezoeken, maar liever het achterland. Beide manieren hebben hun charme. Maar de vraag is, hoe je de aard van het land nu het beste leert kennen.

Glas-in-lood in de Benedictijnerabdij Keizersberg te Leuven (B)
Soms moet je afwijken van de gebaande paden om te ontdekken, wat nu echt van waarde is. Om te leren zien, waar het nu werkelijk om draait. Neem nu het verhaal van de wijzen uit het oosten, zoals de evangelist Matteüs ons dat vertelt. Wij lezen dit verhaal vaak met de bril, die de geschiedenis ons heeft mee gegeven. En die geschiedenis geeft in de kerststal plaats aan drie koningen. Maar in het verhaal zelf, als je het goed leest, staat geen 'drie' en er staat geen 'koningen.' Er staat: wijzen'. Dat kunnen er twee zijn geweest, maar misschien ook acht. Deze wijzen zijn dus geen koningen, zij zoeken een koning. In het verhaal van Matteüs worden er twee genoemd: koning Herodes en de koning van de Joden. En die twee koningen staan qua betekenis diametraal tegenover elkaar.