12 januari 2020

In zijn geest

Overweging bij het feest van de Doop van de Heer (jaar A)

Lezingen: Jesaja 42,1-4.6-7; Matteüs 3,13-17

Glas-in-loodraam in de kerk van
Onze-Lieve-Vrouw Onbevlekt Ontvangen
te Hansweert
Het nieuwe jaar is al niet meer helemaal nieuw. De scholen hebben hun eerste week er al weer op zitten. De meeste mensen hebben ook hun werk of anders toch de gewone gang van zaken weer opgepakt. Er zijn zelfs mensen die al plannen aan het maken zijn voor de zomervakantie. De feestelijkheden van kerst, de liederen en de bijpassende versieringen zijn al verdrongen naar een vaag en grijs gedeelte van ons geheugen. Maar kerkelijk gezien zitten we nog net in de kersttijd. Het is de tijd, waarin we ons hebben verwonderd over hoe de geboorte van een Kind een verrassende wending kan geven aan ons leven. Juist door zijn kwetsbaarheid immers heeft het Kind van Bethlehem ons gevraagd oog te hebben voor al wat kwetsbaar en het behoeden waard is. Het kind van Bethlehem deed een appel op ons om alles, wat in ons leven vraagt om bescherming, serieus te nemen.

Ik zei: het kind deed een appel op ons. Maar nog steeds doet dit kind een appel op ons, ook als het later uitgroeit tot de Jezus die wij leren kennen in de evangelieverhalen. Alle mensen die zich in kwetsbare posities bevinden, alle mensen die broos en breekbaar door het leven moeten gaan, kunnen rekenen op de genegenheid, de toewijding en de liefde van Jezus.


Gerechtigheid

De aandacht voor wat teer en kwetsbaar is hebben we ook beluisterd in de eerste lezing. De profeet Jesaja spreekt met waardering over de Dienaar des Heren. Deze Dienaar is iemand die het geknakte riet niet zal breken en de walmende vlaspit niet zal doven. In plaats daarvan zal hij gerechtigheid doen. Dat woord gerechtigheid komt in de korte lezing maar liefst vier keer voor. Dat betekent dus, dat het een woord is dat sterk benadrukt wordt. Gerechtigheid heeft de betekenis van: iemand tot zijn recht laten komen, iemand recht doen, iemand rechtop laten gaan. Dat is Gods ultieme perspectief voor mensen. De gerechtigheid en de genade, die God zelf voor mensen in beeld heeft, is de basis voor gerechtigheid tussen mensen onderling. De bijbelse oproep tot gerechtigheid gaat daarom meestal gepaard met de oproep tot bekering.

We zien dat ook terug in de lezing uit het evangelie, die koppeling tussen gerechtigheid en bekering. Als Jezus naar Johannes komt om zich te laten dopen, is er eerst verbazing bij de Doper. Hij heeft gezegd: 'Ik doop jullie in water met het oog op bekering' (Mt 3,11). Bekering houdt in, dat je anders gaat leven; niet zelfgenoegzaam, maar bewust andere wegen zoekend. Juist die bekering, dat zoeken naar andere wegen, leidt tot het doen van gerechtigheid. Gerechtigheid beoefenen betekent: rekening houden met een ander, zeker met mensen die in verdrukking raken of die onrecht wordt gedaan. Anders geformuleerd: barmhartig zijn, meeleven en meelijden met mensen die door anderen zijn afgeschreven, solidair zijn met mensen die bondgenoten nodig hebben.

Bevestiging

Leven als een rechtvaardige: dat is de levenswijze, waar Jezus voor gekozen heeft. Als teken daarvan dringt hij erop aan om zich door Johannes te laten dopen. Al vindt Johannes dat de rollen eigenlijk omgekeerd moeten worden. Maar Jezus overtuigt hem ervan, dat de gerechtigheid vervuld moet worden en dat hij daarom gedoopt wil worden. Meteen nadat Jezus is gedoopt, gaat de hemel open en daalt Gods Geest op hem neer: als een bevestiging van zijn levenskeuze.

Gedoopt worden houdt dus altijd een uitdrukkelijke keuze in, ook voor ons. Eigenlijk is het jammer, dat de symbolische handeling van het dopen is afgezwakt tot het uitgieten van het water over het hoofd van de dopeling. Oorspronkelijk - en dan praat ik over de eerste eeuwen van het christendom - gebeurde de doop door een volledige onderdompeling. De kracht van die symbolische handeling was misschien niet eens de onderdompeling zelf, maar eerder nog het weer naar boven komen uit het water. Want wie onder water gaat en onder blijft, die gaat een wisse dood tegemoet. Daarmee wordt gesymboliseerd, dat de 'oude mens' – de mens die zichzelf in het middelpunt stelt – zal moeten sterven. Maar het opkomen uit het water betekent een nieuwe kans, betekent nieuw leven, betekent dat niet-ik-maar-de-ander in het middelpunt wordt gesteld.

In zijn geest

Je zou het kunnen vergelijken met de geboorte uit de moederschoot: zoals een mens pas tot leven komt door het vruchtwater te verlaten, zo komt hij pas in de doop tot nieuw leven door naar boven te komen uit het doopwater. Hier raken we de kern van de betekenis, die dopen heeft: als je je laat dopen, dan kies je bewust voor een nieuwe, een andere manier van leven.

Als het goed is zijn wij allen niet alleen gedoopt 'omdat het er nu eenmaal bij hoort', maar omdat het een bewuste keuze is. Of minstens, dat het een bewuste keuze is geworden. Wie gedoopt is zal dus proberen te leven op de manier van Jezus zelf, zal proberen te leven 'in zijn Geest'. Dat gaat niet vanzelf, maar dat is een keuze die telkens opnieuw waargemaakt moet worden. Het betekent, dat je steeds weer probeert om anderen tot hun recht te laten komen, dat je hen respecteert en in hun waarde wilt laten. Je wilt het geknakte riet niet breken, je wilt mensen die afgeschreven en weerloos zijn niet aan de kant zetten. Wie zo leeft, die maakt de gerechtigheid tot een levende realiteit. Die mag weten, dat hij daadwerkelijk leeft in de geest van Jezus.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten