Overweging bij de 4e zondag door het jaar (jaar B)
Ook wie geen fan is van Feyenoord, zal toch wel de gevleugelde woorden uit het clublied kennen: Geen woorden maar daden. Uiteindelijk is wat je doet, het enigste waar het op aankomt. Je kunt nog zoveel mooie beloftes doen, als je niet je uiterste best doet om die ook waar te maken, dan heeft niemand iets aan je beloftes.
In heel de Bijbel spelen beloftes een belangrijke rol. Veertig jaar lang zijn de Israëlieten op weg naar beloofd is. Jezus belooft de komst van het rijk van God voor wie met hem in dezelfde richting wil kijken. Profeten beloven in naam van God, dat voor gekwetste en vernederde mensen de toekomst er anders, beter zal uitzien. Al die beloftes zijn niet zomaar uit de lucht gegrepen. Ze hebben een fundament. Ze zijn gebaseerd op een reële waarneming van de werkelijkheid, een werkelijkheid, die vaak niet erg rooskleurig uitziet.
Met name de profeten zien gebeuren, dat er mensen zijn die gebukt gaan onder slavernij of onrecht, onder de hebzucht van anderen of misbruik van macht. Profeten zijn niet zozeer toekomstvoorspellers, zoals vroeger wel gezegd werd. Profeten zijn mensen die zien welk onrecht anderen wordt aangedaan, en die tegelijk geloven dat dit niet kan. Het zijn mensen die zien wat er in de actualiteit gebeurt en die tegelijk zien, dat er een andere, nieuwe, betere toekomst mogelijk moet zijn. Profeten zijn daarom geen toekomst-voorspellers, maar toekomst-belovers. Maar als je een betere toekomst voor ogen hebt, dan moet je er ook alles aan doen om die toekomst waar te maken. Geen woorden maar daden.