Beschouwing
In het kerkelijke landschap zien we de krimp in mensen en middelen steeds drastischer toeslaan. Enkele jaren geleden heb ik mij verdiept in de wellicht kansrijke perspectieven, die dit krimpscenario kan opleveren (zie het verslag van mijn sabbatverlof in 2013: http://wielhacking.blogspot.com/).
De krimp is inmiddels een regelrechte crisis geworden. Een crisis die wij veelal proberen te trotseren door maatregelen te treffen op het organisatorische vlak: schaalvergroting, onttrekken van gebouwen aan de eredienst, pastoors die steeds meer besturen onder hun hoede krijgen. Maar ik denk, dat de crisis eerder getypeerd moet worden als een geloofscrisis. Dat wil zeggen, dat wij als 'mensen van de kerk' in essentie vooral vertrouwen op onze eigen inzet en minder op de genade en de begeleiding, die ons door God wordt geboden. We zien de kerk veelal als onze kerk, onze onderneming, en minder als de sacramentele aanwezigheid van God in onze wereld. Ons geloof, zou je kunnen zeggen, is in dit opzicht te klein om te zien hoe God (op de door hem/ haar zelf gekozen wijze) present wil zijn onder de mensen. We zouden vanuit die optiek geneigd kunnen zijn om - met Jezus' leerlingen - het verzoek te uiten: 'Geef ons meer geloof.' (Lc 17,5) Daarop antwoordt Jezus: 'Als ge een geloof had als een mosterdzaadje, zoudt ge tot die moerbeiboom zeggen: Maak uw wortels los uit de grond en plant u in de zee, en hij zou u gehoorzamen.'