23 september 2018

Een klein geloof

Beschouwing

In het kerkelijke landschap zien we de krimp in mensen en middelen steeds drastischer toeslaan. Enkele jaren geleden heb ik mij verdiept in de wellicht kansrijke perspectieven, die dit krimpscenario kan opleveren (zie het verslag van mijn sabbatverlof in 2013: http://wielhacking.blogspot.com/).

De krimp is inmiddels een regelrechte crisis geworden. Een crisis die wij veelal proberen te trotseren door maatregelen te treffen op het  organisatorische vlak: schaalvergroting, onttrekken van gebouwen aan de eredienst, pastoors die steeds meer besturen onder hun hoede krijgen. Maar ik denk, dat de crisis eerder getypeerd moet worden als een geloofscrisis. Dat wil zeggen, dat wij als 'mensen van de kerk' in essentie vooral vertrouwen op onze eigen inzet en minder op de genade en de begeleiding, die ons door God wordt geboden. We zien de kerk veelal als onze kerk, onze onderneming, en minder als de sacramentele aanwezigheid van God in onze wereld. Ons geloof, zou je kunnen zeggen, is in dit opzicht te klein om te zien hoe God (op de door hem/ haar zelf gekozen wijze) present wil zijn onder de mensen. We zouden vanuit die optiek geneigd kunnen zijn om - met Jezus' leerlingen - het verzoek te uiten: 'Geef ons meer geloof.' (Lc 17,5) Daarop antwoordt Jezus: 'Als ge een geloof had als een mosterdzaadje, zoudt ge tot die moerbeiboom zeggen: Maak uw wortels los uit de grond en plant u in de zee, en hij zou u gehoorzamen.'


Klein geloof

De Tsjechische priester en filosoof Tomáš Halík geeft een interessante reflectie op dit antwoord. In zijn beschouwingen onder de titel De nacht van de biechtvader (hoofdstuk 2) schrijft hij: "Zegt Christus met deze woorden niet tegen ons: 'Waarom vragen jullie me om veel geloof? Jullie geloof is misschien wel te 'groot'. Pas als het kleiner wordt, als het nietig wordt als een mosterdzaadje, draagt het vrucht en toont het zijn kracht'."

De paradoxale evangelische gedachte dat 'minder' in essentie 'meer' is, en dat 'groei' pas mogelijk wordt als de graankorrel eerst afsterft, kan ons in deze geloofscrisis beter op koers houden dan alle organisatorische maatregelen bij elkaar. Niet dat herstructurering nutteloos is, maar die wordt alleen werkelijk vruchtbaar wanneer ze gebeurt in het kader van het 'kleine geloof'. Dat betekent dat we God de ruimte moeten geven om zijn kerk vorm te geven volgens zijn inzichten, die totaal kunnen verschillen van de onze. De  krimp, de geloofscrisis is, hoe pijnlijk ook, een uitgelezen kans om wat onmogelijk lijkt als mogelijkheid open te houden.

Transformatie

De crisis als kans kan naar mijn mening alleen iets opleveren, wanneer we haar inderdaad als geloofscrisis onder ogen zien. En als we bereid zijn de transformatie te ondergaan die noodzakelijk is om werkelijk iets goeds te ontvangen van deze crisis. Hoe kan ons geloof ons helpen deze crisis door te komen? Wanneer we bereid zijn ons te laten voeden door de metafoor van het mosterdzaadje als verbeelding van geloof.

Deze beschouwing verscheen eerder in Parochienieuws jaargang 19 nummer 5 (september/oktober 2018) in de serie 'De bakens verzetten'. En in een iets uitvoeriger versie ook in Nieuwsbrief nummer 26 van de VPW-Breda, augustus 2018.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten