Boekrecensie van
Rutger Bregman, De meeste mensen deugen.
Een nieuwe geschiedenis van de mens
Een nieuwe geschiedenis van de mens
Anderhalve dag had ik nodig voor een kloeke pil van 521 pagina's. Geen bloedstollende thriller. Geen meeslepende roman. Maar een gedegen historisch werk met een uitgebreid notenapparaat, dat 42 bladzijden omvat. Toegegeven: het boek is heel toegankelijk geschreven. Vlotjes, mag je wel zeggen – al gaat zijn pen een enkele keer ook met de schrijver aan de haal. De meeste mensen deugen (1) is een goed onderbouwde uiteenzetting van Rutger Bregman, waarin hij de focus op al het slechte nieuws dat ons dagelijks bereikt ferm onderuit haalt.
Met veel voorbeelden uit de geschiedenis, uit de sociale psychologie en uit de nodige experimenten (opgezet in psychologische laboratoriumsituaties) laat de schrijver zien dat mensen meer erop uit zijn om elkaar te helpen dan om elkaar in de haren te vliegen – volledig in tegenstelling met de beeldvorming in de media, die ons iets heel anders wil doen geloven. In het eerste hoofdstuk noteert Bregman: 'Ik zal een grote hoeveelheid wetenschappelijk bewijs aandragen waaruit blijkt dat een positiever mensbeeld realistisch is. Tegelijk denk ik dat het nóg realistischer kan worden als we erin gaan geloven.' (p. 31)
Hoe komt het dan, dat we denken dat het bergafwaarts gaat met onze samenleving en met onze beschaving, terwijl de feiten (als je ze maar onder ogen wilt zien) het tegendeel aangeven? Dat komt 'omdat het nieuws over uitzonderingen gaat.' (p. 34) Voorbeeld: 'Een paar jaar geleden onderzocht een team van Nederlandse sociologen hoe media verslag doen van vliegtuigcrashes. Tussen 1991 en 2015 nam het aantal ongelukken gestaag af, maar de aandacht voor ongelukken nam juist toe. Het gevolg: mensen werden steeds banger om in steeds veiligere vliegtuigen te stappen.' (p. 35)