27 januari 2019

Verhaal van vreugde

Overweging op de 3e zondag door het jaar (jaar C)

Lezingen: Nehemia 8,2-4a.5-6.8-10; Lucas 1,1-4;4,14-21

Fleur is een leuke meid van zes jaar. Als ze uit school komt, dan moet ze vertellen wat er allemaal gebeurd is. Haar moeder weet dat intussen, en ze neemt de tijd om te luisteren. Het vertellen is voor Fleur een manier om de dingen op een rijtje te krijgen. Als ze die kans niet krijgt, dan zie je haar ongelukkig zitten zijn. Vertellen over de gebeurtenissen van de dag – belangrijke en minder belangrijke – is voor Fleur net zo noodzakelijk als eten, drinken en slapen. Maar ook wij, volwassenen, weten dat er verhalen zijn die verteld moeten worden. Verhalen over onze geschiedenis, onze familie-afkomst, ons dorp, onze dromen en verlangens. Het zijn verhalen, die ons leven structuur geven; verhalen die ons richting wijzen.

Afbeelding: Wikipedia
Ook in de lezingen van vandaag gaat het om zulke verhalen. Verhalen die bepalend zijn voor de manier waarop we ons leven inrichten. In de eerste lezing hebben we gehoord hoe het volk van Israël luistert naar de voorlezing door Ezra, de priester. We moeten ons verplaatsen naar ongeveer 450 voor het begin van de jaartelling. Na de terugkeer uit de ballingschap in Babylonië, 90 jaar eerder, is de wederopbouw van het land flink aangepakt. Van belang is nu, dat ook de geestelijke wederopbouw ter hand wordt genomen. Alle mannen en vrouwen, die de voorlezing konden volgen, verzamelden zich op het plein voor de Waterpoort in Jeruzalem. Iedereen luisterde met grote aandacht naar de voorlezing. Er wordt ons niet letterlijk verteld, wat er in de voorlezing wordt gezegd; enkel dat er gelezen wordt uit het boek van Gods wet. De betekenis daarvan werd uitgelegd en verklaard, zodat iedereen de lezing begreep. De mensen zijn geraakt door wat ze te horen kregen. Er is grote vreugde, geschonken door God zelf. En die vreugde – zo eindigt de lezing die wij hoorden – die vreugde is bedoeld om mensen kracht te geven.

20 januari 2019

Recht voor ogen

Overweging bij de Bidweek voor de Eenheid

Lezingen: Deuteronomium 16,18-20; Lucas. 4,14-21

Op verschillende manieren kijken mensen naar wat er zich afspeelt in hun omgeving. Wat voor de een een prachtige muziekuitvoering is, kan voor een ander een behoorlijke tegenvaller zijn. Waar sommige mensen een ernstige ziekte zien als het blinde toeval, kunnen anderen dat beschouwen als gevolg van ongezond leven of misschien zelfs als een straf van God. Hoe je de werkelijkheid waarneemt, is dus afhankelijk van de bril waardoor je kijkt. Het is ook afhankelijk van wat jou voor ogen staat en van wat je het liefst gerealiseerd zou zien. Hoe je de werkelijkheid waarneemt, is eveneens afhankelijk van de positie die je inneemt in de samenleving. Wie het financieel niet breed heeft, zal op een andere manier kijken naar de reclame-aanbiedingen uit de folders dan iemand bij wie het geld met bakken binnen komt.

Als christenen proberen we onze wereld te zien in het kader van wat God voor ogen staat. En ook hier moet je constateren, dat we verschillend kijken – simpelweg omdat we verschillende mensen zijn en verschillende posities innemen. En toch proberen we ook iets van gezamenlijkheid te realiseren in ons gelovig waarnemen van de aarde die wij delen met elkaar. Vandaag, nu wij bijeen zijn in de Gebedsweek voor de Eenheid, worden ons enkele handreikingen geboden om die gezamenlijkheid op het spoor te komen. Die richtingwijzers komen niet alleen van de Schriftlezingen, maar dit jaar ook van onze broeders en zuster in Christus uit de Indonesische archipel.

13 januari 2019

Een nieuw begin

Overweging bij het feest van de Doop van de Heer (jaar C)

Lezingen: Jesaja 40, 1-5.9-11; Lucas 3,15-16.21-22

Als je er zelf mee te maken hebt gehad, dat weet je het uit eigen ervaring: een scheiding valt niet mee. Je hele wereld wordt op z'n kop gezet. Mensen in je om­geving reageren misschien anders dan je had verwacht. De grond onder je voe­ten is weg geslagen. Je leven lijkt opeens één chaos. Niets is meer wat het was. Maar toch: je moet verder, proberen een nieuw begin te maken. Dat valt niet mee. Juist in zulke omstandigheden is het goed, dat er mensen zijn die met je meeleven. Mensen die jou een richting kunnen wijzen. Maar uiteindelijk moet je het zelf doen: zoeken naar een nieuw begin, naar een uitweg uit de chaos.


In de lezing uit Jesaja hebben we gehoord, dat ook het volk van Israël een nieuw begin mag maken. 'Troost je, mijn volk. Je straftijd is voorbij, je tekortkomingen zijn je vergeven.' Je moet je voorstellen, dat deze woorden van Jesaja heel optimistisch ge­klonken moeten hebben. Ze werden uitgesproken tegen de Israëlieten, die al vele jaren verbannen waren van eigen huis en haard. Naar Babylon waren ze gedeporteerd. Daar moesten ze wonen te midden van mensen die heel andere gebruiken en heel andere goden hadden. Maar Jesaja kondigt aan, dat zijn volk mag terugkeren naar het eigen land: Baan een weg voor de Heer!


06 januari 2019

Goed voornemen

Overweging op het feest van de Openbaring des Heren (jaar C)

Lezingen: Jesaja 60,1-6; Efeziërs 3,2-3a.5-6; Matteüs 2,1-12

Voor sommige mensen horen goede voornemens bij het begin van een nieuw kalenderjaar. Er zijn mensen, die hun voornemens al vrij snel weer zijn vergeten. Er zijn er ook, die weten dat er af en toe een dipje zal zijn bij het uitvoeren van die goede voornemens. Maar zij blijven wel proberen te doen wat hen voor ogen staat. Als het vandaag niet luk, dan lukt het morgen misschien weer wel.

De drie koningen
(Maria Ommegang Bergen op Zoom 2011)
Open deur

Misschien zou – aan het begin van 2019 – een van de beste voornemens wel kunnen zijn, dat wij proberen meer respect voor elkaar op te brengen. Zo'n voornemen lijkt een beetje op het intrappen van een open deur. Maar toch is het in de praktijk vaak lastiger dan we in gedachten hadden. Want het betekent, dat je de ander de ruimte geeft om de eigen mening erop na te houden. Ook als die verschilt van jouw opvatting. We zijn vaak meer geneigd om alleen te kijken naar ons eigen belang en ons eigen gelijk. We vinden het nodig om de ander te overtuigen, gunnen hem zijn opvatting niet echt. En zo laten mensen elkaar gemakkelijk links liggen, of erger: verketteren elkaar omdat ze het niet met elkaar eens zijn.