13 januari 2019

Een nieuw begin

Overweging bij het feest van de Doop van de Heer (jaar C)

Lezingen: Jesaja 40, 1-5.9-11; Lucas 3,15-16.21-22

Als je er zelf mee te maken hebt gehad, dat weet je het uit eigen ervaring: een scheiding valt niet mee. Je hele wereld wordt op z'n kop gezet. Mensen in je om­geving reageren misschien anders dan je had verwacht. De grond onder je voe­ten is weg geslagen. Je leven lijkt opeens één chaos. Niets is meer wat het was. Maar toch: je moet verder, proberen een nieuw begin te maken. Dat valt niet mee. Juist in zulke omstandigheden is het goed, dat er mensen zijn die met je meeleven. Mensen die jou een richting kunnen wijzen. Maar uiteindelijk moet je het zelf doen: zoeken naar een nieuw begin, naar een uitweg uit de chaos.


In de lezing uit Jesaja hebben we gehoord, dat ook het volk van Israël een nieuw begin mag maken. 'Troost je, mijn volk. Je straftijd is voorbij, je tekortkomingen zijn je vergeven.' Je moet je voorstellen, dat deze woorden van Jesaja heel optimistisch ge­klonken moeten hebben. Ze werden uitgesproken tegen de Israëlieten, die al vele jaren verbannen waren van eigen huis en haard. Naar Babylon waren ze gedeporteerd. Daar moesten ze wonen te midden van mensen die heel andere gebruiken en heel andere goden hadden. Maar Jesaja kondigt aan, dat zijn volk mag terugkeren naar het eigen land: Baan een weg voor de Heer!




Niet-leven

Die weg, die gebaand moet worden, – zo horen we letterlijk – moet een weg worden door en uit de woestijn. De woestijn is in de Bijbel altijd een beeld voor chaos, wanorde, niet-leven. Denk maar aan de chaos, die je leven wordt bij een scheiding. Uit die woestijn moet een uitweg gevonden worden, een richting naar nieuwe levenskansen. Baan een weg voor de Heer, zegt Jesaja dus. Het frappante aan deze oproep is, dat er twee dingen tegelijk gebeuren. Want als er een weg voor de Heer wordt aangelegd, dan ontstaat er tegelijkertijd een nieuwe toekomst voor de Israëlieten. Dus: wanneer wij het pad begaanbaar maken voor God, daar baant God meteen ook een weg voor ons. Een weg die toekomst geeft, uitzicht en nieuw perspectief. Maar dat gebeurt alleen, als je zelf aan de slag gaat. Je moet niet met je armen over elkaar gaan zitten. Je moet op weg durven gaan en risico’s durven nemen.

Ook in het evangelie is er sprake een nieuw begin. Allereerst wordt er ge­zegd, dat de mensen vol verwachting waren. Ze zagen uit naar de komst van de Messias. En sommigen vroegen zich af, of Johannes niet de Messias zou zijn. Maar Johannes wijst naar een ander. 'Hij zal het nieuwe begin zijn. Hij zal jullie dopen met Geest en vuur.' Ook in de tijd van Jezus immers was er chaos, was er zoiets als een woestijn-situatie. Politiek gezien was het land bezet door de Ro­meinen. In religieus opzicht was er veel verwarring over wie nou de juiste rich­ting vertegenwoordigde. Juist dan is iemand, die mensen op een aanstekelijke manier meeneemt op het goede spoor, bijzonder welkom. En daarmee wordt een nieuw begin gemaakt op het moment dat Jezus zich laat dopen.

De hemel open

Een opvallend detail in het verhaal is, dat - op het moment dat Jezus na zijn doop aan het bidden is - de hemel open gaat. Je zou dat zo kunnen verstaan, dat bidden een manier is om de hemelse richting te leren zien. Bidden is meer dan alleen vragen om verhoring van je eigen verlangens. De Deense wijsgeer en theoloog Sören Kierkegaard zegt: 'Hoe aandachtiger mijn bidden werd, hoe minder ik te zeggen had. Op het laatst werd ik helemaal stil. Ik werd iemand die luisterde. Eerst dacht ik dat bidden spreken was. Maar ik leerde dat bidden niet louter zwijgen is, maar luisteren. Bidden wil niet zeggen: zichzelf ho­ren praten; bidden wil zeggen: stil worden en stil zijn en wachten tot de biddende mens God hoort.' En inderdaad: als Jezus bidt, ziet hij de hemel opengaan en hoort hij uit die hemel een stem: 'Jij bent mijn Zoon, de man naar mijn hart.'

Ook hier dus diezelfde dubbele beweging, die we al bij Jesaja zagen. Als mensen zich biddend openstellen voor God, dan staat God ook open voor men­sen. Een nieuw begin dus, als mensen tot rust en stilte komen, als zich open stel­len en zien dat de hemel open gaat.

Nieuw begin

Een nieuw begin, ook bij de aanvang van dit nieuwe jaar. Traditiegetrouw is dit het moment voor nogal wat mensen om goede voornemens te maken. Mis­schien zou wel eens kunnen blijken, dat een van de betere voornemens is om wat meer de stilte op te zoeken in je druk-druk-drukke bestaan. Stilte en rust, die je de kans geven om aandacht te krijgen voor wat werkelijk van belang is. Stilte en rust waardoor je kunt ontdekken, hoe je kunt wegtrekken uit je eigen woes­tijn-situatie, je eigen chaos, je eigen manieren van niet-leven. Stilte en rust die je de kans geven om je eigen ballingschap van verwarring en zelfgenoegzaamheid achter je te laten.

Misschien dat wij dan – in het spoor van Jezus – ook ontdekken wat onze opdracht in het leven is. En misschien is die opdracht wel geen andere, dan dat wij proberen om mensen te zijn naar Gods hart.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten