25 december 2020

Hemel en aarde verbonden

Overweging op Eerste Kerstdag

Lezingen: Jesaja 62,11-12; Johannes 1,1-5.9-14

Hoe anders hadden we ons het kerstfeest van 2020 voorgesteld! Maar we zitten opgesloten in eigen huis of appartement. Want we willen, we moeten voorkomen dat het coronavirus nog verder om zich heen grijpt. Bezoek van of aan familie en vrienden is niet mogelijk. Het bijwonen van een kerkdienst is niet of maar zeer beperkt toegestaan. En dat allemaal terwijl we juist in deze omstandigheden verlangen naar warmte, nabijheid, troost en bemoediging.

Misschien volg je deze kerkdienst via de live stream. Of misschien lees je de woorden straks via het weblog. Dan mag je, als je daarvoor wilt openstaan, hoop putten uit het verhaal van God met de mensen. Want dat is het verhaal dat we met kerstmis telkens te horen krijgen: dat God – hoe ellendig wij ons ook voelen – erbij wil zijn. Dat God, juist in onze miserie, ons niet in de steek laat. Daarin mogen wij bemoediging vinden. Die gedachte mag ons troosten. De menswording van God, dat is toch een ontzettend mooie en troostrijke insteek in deze dagen. God, die wij ons voorstellen als hoog verheven en onbereikbaar, komt ons nabij in de geboorte van een kwetsbaar kind.

13 december 2020

De onbekende verwelkomen

 Overweging bij de 3e zondag van de Advent (B)

Lezingen: Jesaja 61,1-2a.10-11; Johannes 1,6-8.19-28

Je staat te wachten op het perron omdat je iemand moet afhalen van de trein. In het verleden had je wel eens onderling contact, maar je hebt elkaar al jaren niet meer hebt gezien. Het kan zijn, dat je de persoon niet direct herkent. Of misschien zelfs helemaal niet. En toch weet je dat je haar of hem moet meebrengen voor een bespreking op kantoor. Lastig is dat. Wachten op iemand die je niet herkent.

Over zo'n situatie wordt ook verteld in de lezing uit het evangelie. Een delegatie van de farizeeën wordt
op weg gestuurd om onderzoek te doen. Want men heeft gehoord over ene Johannes, die mensen doopt. En dat doet hij opdat ze een nieuw begin kunnen maken. En als er in de Joodse religie sprake is van een nieuw begin, dan is er al gauw het vermoeden dat de Messias erbij betrokken is. De Messias, dat is de goddelijke gezant die de mensen nader tot elkaar en nader tot God zelf moet brengen. Zou Johannes dan die gezant zijn? Dat is de vraag van de gedelegeerden.

06 december 2020

Tijd om na te denken

 Beschouwing

Een ongemakkelijk gevoel, beperkt zijn in wat mag of kan, geen raad weten met de omstandigheden. Dat is wat deze tijd van coronamaatregelen met ons doet. Sociale contacten verlopen anders of vaak ook gewoon niet. Er komen andere vragen op ons af dan waar we gewoonlijk mee geconfronteerd werden. Kunnen we (of is het eerder: moeten we) wel terug naar het 'oude normaal'? Ontstaat er zoiets als een 'nieuw normaal'? En hoe gaat dat er dan uitzien?


Los van alle coronaperikelen leven we in een tijd, waarin de afstand tussen mensen eerder lijkt toe te nemen dan te worden overbrugd. Er worden meningen geponeerd, die nogal vierkant tegenover elkaar staan. Complottheorieën, ongefundeerde vermoedens van fraude, het absolute opeisen van de eigen vrijheid boven de waarde van het algemene belang, toenemende intolerantie ten opzichte van mensen met een andere opvatting, huidskleur of seksuele voorkeur: het is zomaar een greep uit omstandigheden die erop wijzen hoezeer mensen uit elkaar kunnen groeien.

29 november 2020

Tussen lauwheid en toewijding

Overweging bij de 1e zondag van de Advent (jaar B)

Lezingen: Jesaja 63,16b-17.19b; 64,3b-8; Marcus 13,33-37

Claudia is een week naar haar moeder, die woont in het oosten van het land. Voor de gezelligheid, maar ook om een stuk mantelzorg te verlenen. Peter, haar man, moet zich dan even zelf zien te bedruipen. Ja, dat voelt toch anders als moeder de vrouw van huis is. Hij kan meer zijn eigen gang gaan, maar moet tegelijk zelf voor zijn eten zorgen en de was bijhouden. In zo'n situatie kun je de zorg voor het huishouden op twee manieren voor je rekening nemen. Je doet de noodzakelijke dingen om, als Claudia weer thuis komt, gedonder te voorkomen. Of je kunt zorgen, dat ze een warm welkom ervaart, bijvoorbeeld doordat er een bloemetje in huis is en de gezamenlijke maaltijd speciale aandacht krijgt. De eerste houding – zou je kunnen zeggen – is er een van 'op je hoede zijn',  de tweede van een hartelijke en warme thuiskomst. De eerste weerspiegelt een gevoel van kilte en onverschilligheid, misschien ook angst, de tweede van toewijding en genegenheid.

De woorden uit het evangelie klinken alsof ze passen bij de eerste houding. Want Jezus begint met woorden die nogal dreigend klinken: 'Weest op uw hoede.' Dat heeft iets van: jezelf schrap zetten, alert zijn op mogelijk gevaar. We kunnen ons afvragen, waarom Jezus zo'n waarschuwende toon gebruikt als hij in gesprek is met vier van zijn volgelingen. De passage die de evangelist Marcus ons vandaag voorhoudt, wordt (als je zijn verhaal verder zou lezen) vrijwel meteen gevolgd door de laatste maaltijd van Jezus en zijn vrienden. En we weten hoe het verder gaat: de gruwelijke lijdensweg met Jezus' dood als voorlopig sluitstuk.

15 november 2020

De onverschilligheid voorbij

 Overweging bij de 33e zondag door het jaar A - Werelddag van de Armen

Lezingen: Spreuken 31,10-13.19-20.30-31; Matteüs 25, 14-30

Er zijn mensen die hun aanleg voor muziek steeds verder ontwikkelen. Door hun plezier in het spel en hun enthousiasme weten ze ook andere mensen te plezieren en te raken. Er zijn ook mensen die met hun humor, fijnzinnig of uitgelaten, de zwaarte die het leven soms kan hebben kunnen verlichten. Weer andere mensen hebben hun vaardigheden sterk ontwikkeld als toegewijde zorgverlener, als sympathieke leidinggevende, als bezielde doener, als diepzinnige denker. Zo heeft ieder mens haar of zijn eigen talenten, die pas tot hun recht komen als je er ook werkelijk mee aan de slag gaat.


Met zijn vergelijking in het evangelie heeft Jezus dat op een onmiskenbare manier duidelijk gemaakt. De talenten die ieder mens in het leven krijgt zijn pas iets waard als ze ook werkelijk worden benut. Deze conclusie is er een van de categorie 'open deur'. Daar hoeft niks aan toegevoegd te worden, daar valt niks op af te dingen. Toch zit er iets ongemakkelijks in het verhaal dat Jezus ons voorhoudt.

08 november 2020

Fotografie als vorm van bidden

Interview met Diana Nieuwold
in de serie Graven naar geloof

Vanuit haar woonplaats Hoogeveen naar Vlissingen is het een afstand van  bijna 300 kilometer. Het overbruggen van deze afstand (niet alleen naar Vlissingen, maar ook naar alle andere katholieke kerkgebouwen op Walcheren, de Bevelanden en Schouwen-Duiveland) heeft Diana Nieuwold er graag voor over. Want ze wil deze godshuizen en hun afzonderlijke details graag vastleggen op foto. Allemaal terug te vinden overigens op haar website www.kerkfotografie.nl. Maar waarom dan toch? Welke fascinatie, welke drive zit hierachter?

Diana Nieuwold (foto: Jan de Boer)
Met Diana heb ik afgesproken om precies deze vraag te bespreken via Skype. Want van Drenthe naar Zeeland – of omgekeerd – ga je niet even voor een kopje koffie. Ik heb Diana al kort gesproken, toen ze eind juli begon met haar fotoserie in de Petrus en Pauluskerk te Middelburg. In dat gesprekje liet zij het woord contemplatie vallen. Dat woord is voor mij de opstap voor het vraaggesprek via Skype. 'Het is opvallend,' zegt Diana, 'dat mensen, als ze op vakantie zijn, vrijwel altijd een moment nemen om een kerk te bezoeken. Of ze nu gelovig zijn of niet. Op een of andere manier willen ze de drukte achter zich laten, willen ze de stilte binnen gaan. Dat is precies wat ik zoek in het fotograferen van kerkgebouwen. Dat doe ik het liefst als ik helemaal alleen ben in een kerk, dus niet als het gebouw is open gesteld voor toeristen. Ik besef, dat ik daarbij afhankelijk ben van de welwillendheid van kosters.'

01 november 2020

Een weg die ruimte maakt

 Overweging op het hoogfeest van Allerheiligen (A)

Lezingen: Apocalyps 7,2-4.9-14; Matteüs 5,1-12a

In de tijd waarin wij leven gaan veel mensen gebukt onder de stress van torenhoge verwachtingen die ons worden opgelegd. Dat kunnen verwachtingen zijn die je werkgever van je heeft, verwachtingen van het economische succes dat we 'moeten' behalen, van de sociale contacten die we 'moeten' onderhouden. Het kunnen ook verwachtingen zijn, die we onszelf opleggen: dat we moeten voldoen aan wat anderen van ons vinden, dat ik moet voldoen aan de eis beschikbaar te zijn voor familie of vrienden (meer dan ik kan waarmaken). En in deze tijd van de beperkingen die de coronamaatregelen ons opleggen hebben we ook nog eens het gevoel, dat we onze verbondenheid met anderen te weinig kunnen waarmaken. En daarbij hebben we de indruk, dat we als kerkmensen slechts getolereerd worden in de marge van de huidige samenleving.

Allemaal gevoelens van stress en niet ingeloste verwachtingen, die ons een sterke benauwdheid kunnen bezorgen. In dat opzicht verschillen wij niet zoveel van de eerste christenen, al hebben wij in ons land niet te maken met razzia's, martelingen en onterechte gevangenschap. Voor die eerste christenen probeert de briefschrijver in de eerste lezing een bemoedigend woord aan te reiken. Hij schetst een perspectief waarin de huidige verdrukking niet blijvend zal zijn. 'Wie geleefd hebben in de grote verdrukking zullen tenslotte gekleed gaan in witte gewaden.' Anders gezegd: wie de benauwenis kan uithouden en trouw blijft aan de eigen diepste overtuiging, mag weten dat deze trouw beloond zal worden. De beloning bestaat uit de trouw die God zelf aanbiedt aan wie in hem geloven.

25 oktober 2020

Gedurfd

Boekrecensie van Erik Borgman, Alle dingen nieuw.
Een theologische visie voor de 21ste eeuw
. Deel I: Inleiding en Invocatio.
(1)

Gedurfd, uitdagend en weerbarstig. Vernieuwend, maar ook subversief en tegelijk hoopvol. Ontvankelijk voor wat zich in de chaotische werkelijkheid aandient en biddend om in die soms 'duistere onbegrijpelijkheid van het kwaad' te leren zien hoe God 'in onze waarneming verschijnt' (305). Voortdurend in gesprek met de katholieke traditie en met hedendaagse theologen, schrijvers, cineasten, musici, psychotherapeuten en kunstenaars. Zo presenteert Borgman zijn visie op wat in de 21e eeuw nodig is om met onze cultuur in gesprek te zijn. Hij wil dat doen vanuit het perspectief, dat  – in wat wij waarnemen aan onrust, chaos, verdriet, onrecht, vernedering, betekenisverlies en machteloosheid – Gods liefdevolle aanwezigheid kan worden ontvangen als transformerende presentie, die 'alle dingen nieuw' maakt.

Zoals (en ook wat) Borgman schrijft, is voor mij tegelijk een worsteling en een feest van herkenning. Een worsteling omdat zijn ampele taalgebruik het mij noodzakelijk maakt veel zinnen twee of drie keer te lezen. Maar herkenning ook, omdat hij gedachten en perspectieven onder woorden brengt, die mij van binnen doen gloeien. Eén voorbeeld. Op het weblog over mijn sabbatverlof in 2013, met als uitgangsvraag hoe de krimp in geloof en kerk tot nieuwe kansen kunnen leiden, heb ik de vraag gesteld, 'of het mogelijk is om vanuit een theologische c.q. gelovige invalshoek betekenis te geven aan de kwantitatieve vermindering van het aantal kerkmensen. Zou de God van Jezus van Nazaret ons iets willen duidelijk maken met de leegloop van de kerken?' Deze vraag wordt door Borgman niet meteen beantwoord, maar m.i. wel onderkend als hij schrijft 'dat Gods aanwezigheid en alles wat daarvan getuigt, niet tegenover de werkelijkheid staan waarmee wij onlosmakelijk verbonden zijn en waarvan wij deel zijn. Ze zijn erin verborgen, in ieder geval in aanzet. … Dat is voor mij een het theologisch uitgangspunt, hoe haaks het ook lijkt te staan op de vermeende secularisatie van onze levens. God is ook bij en in de secularisatie.' (319, curs. WH).

18 oktober 2020

Niet van onszelf

 Overweging bij de 29e zondag door het jaar (A) - Wereldmissiedag

Lezingen: Jesaja 45, 1.4-6; Matteüs 22,15-21

De persconferentie van afgelopen dinsdag met Mark Rutte en Hugo de Jonge in de hoofdrol hakte er behoorlijk in. Stevige en ook pijnlijke maatregelen zijn nodig om de gevaren van Covid-19 in te dammen. Het is vervelend, dat bijvoorbeeld de amateursport aan banden wordt gelegd. Maar daar is nog wel mee te leven, want je inkomen is er niet van afhankelijk. Lastiger is het voor bijvoorbeeld de café-eigenaar, die de grond onder zijn bestaan ziet wegvallen. Maar ook de bijdragen aan de Voedselbanken wordt bedreigd, doordat er door de strijd van supermarkten tegen voedselverspilling, steeds minder voor ze overblijft. Terwijl veel mensen de ondersteuning van de Voedselbanken nu juist harder dan anders nodig hebben.

Foto: Pixabay.com
Foto: Pixabay.com
De hele coronacrisis stelt ons voor de vraag, hoe wij elkaar nabij kunnen zijn in de onderlinge steun waaraan de behoefte steeds groter lijkt te worden. Dan heb ik het niet alleen over de steun die wij proberen te geven in de vorm van aandacht. Er worden veel extra telefoongesprekken of beeldbelverbindingen gerealiseerd. Er worden kaartjes gestuurd of eens een extra appje om te informeren hoe de ander het maakt. Er worden creatieve oplossingen bedacht om toch maar het onderlinge contact in stand te houden, hoezeer het ook behelpen is.

20 september 2020

Onmogelijk?

 Overweging bij de 23e zondag door het jaar (A) - Vredeszondag

Lezingen: Jesaja 55,6-9; Matteüs 20,1-16a

Doorgaans zien wij onszelf als mensen die het goede nastreven. We proberen ieder het zijne te gunnen. We helpen andere mensen als ze een beroep op ons doen. We dragen waar mogelijk bij aan goede doelen. We zijn verontwaardigd over het uitblijven van toereikende overheidshulp voor de slachtoffers van de brand in het tentenkamp van Lesbos. We willen zorgvuldig zijn in het scheiden van papier, plastic, GFT en restafval. Kortom, we doen het – met ook onze beperkingen – zo slecht nog niet.

Wijngaard op Samos, Griekenland

En toch kunnen we ons niet laten voorstaan op mensen, die zich aan deze strevingen niets gelegen laten liggen. Want als we zouden willen, dan zouden we gemakkelijk kunnen wijzen naar mensen, voor wie goede doelen, afvalscheiding, hulpvaardigheid en sociale verontwaardiging een heel andere invulling krijgen. Maar de lezingen van deze dag waarschuwen ons ervoor, dat Gods gerechtigheid van een totaal andere orde is dan wat wij daar gewoonlijk onder verstaan. De gewone menselijke waardeschaal wordt op de kop gezet.

Het is met...

Waar komt dit vandaan? Waarom is dat nodig? Kunnen we in onze gewone omgang met elkaar niet volstaan met wat wij onder rechtvaardigheid verstaan? Het is altijd belangrijk om de parabels van Jezus in het juiste kader te plaatsen. Het begint steevast met: Het is met het rijk der hemelen als met… Jezus wil zijn leerlingen iets duidelijk maken over zijn visioen van hoe mensen anders met elkaar kunnen omgaan. Dat visioen noemt hij: het rijk der hemelen. Wat hij daarmee bedoelt, wordt geschetst in een verhaal. Vaak een onwaarschijnlijk verhaal. In het verhaal wordt een perspectief aangereikt dat verder gaat dan wat onze normale omgangsvormen voorschrijven. Het perspectief tilt ons uit boven het alledaagse. Het laat ons zien dat wat wij voor onmogelijk houden toch een kans van slagen heeft. Het reikt verder dan wat wij met ons basale voorstellingsvermogen kunnen bedenken.

06 september 2020

Niet zwijgen

 Overweging bij de 23e zondag door het jaar (A)

Lezingen: Ezechiël 33,7-9; Romeinen 13,8-10; Matteüs 18,15-20

Op Omroep Zeeland Radio komt geregeld een spotje voorbij, waarin 'Goed bezig!' in verschillende toonaarden wordt geroepen. Het is een uitnodiging om via de radio een compliment te geven aan iemand die dat dik verdiend heeft. Soms moet je je ervan bewust worden, dat een compliment echt wel op zijn plaats is, want van de meeste dingen die goed gaan vinden we dat al snel heel normaal. Toch gaat het geven van een compliment ons doorgaans gemakkelijker af dan wanneer we een ander moeten terecht wijzen. Want zo'n terechtwijzing begint met de vaststelling, dat een ander iets verkeerd heeft gedaan. Maar als die constatering zonder gevolg blijft, dan doe je in feite zelf ook iets verkeerd.


Mededogen

De profeet Ezechiël is zich daarvan maar al te goed bewust. In de eerste lezing horen we hoe hij namens God als wachter is aangesteld over het volk van Israël. Hij moet de Israëlieten waarschuwen als ze van het rechte pad afwijken. Het zijn nogal krachtige woorden, waarmee de taak van de wachter wordt omschreven. Als hij niet waarschuwt, dan eist God bij hem het bloed van de boosdoener op. Daarmee wil gezegd zijn: als je onrecht ziet en vervolgens wegkijkt, dan ben je mede schuldig aan het onrecht. Je mag niet zwijgen als je ziet dat de menselijke waardigheid geweld wordt aangedaan. Zeker wanneer dat het geval is bij mensen die zichzelf niet verdedigen kunnen. Denk aan jonge kinderen, onzekere pubers, dementerende ouderen, mensen die de weg niet weten in de bureaucratie of in de snelle digitale wereld, zelfs aan mensen die verslaafd of dakloos zijn. Je mag niet wegkijken. Anders kleeft er ook schuld aan jou.

23 augustus 2020

De sleutel tot het hart

 Overweging bij de 21e zondag door het jaar (A)

Lezingen: Jesaja 22,19-23; Matteüs 16,13-20

Soms gebeurt het dat mensen grote indruk kunnen maken, doordat ze met veel spektakel iets neerzetten dat je lang zal bij blijven. Bijvoorbeeld wanneer een illusionist een bepaalde act laat zien, waarvan je je werkelijk afvraagt hoe hij dat voor elkaar krijgt. Maar het kan ook gebeuren wanneer een artiest of een band tijdens een concert het publiek zodanig in vervoering brengt, dat je dat extatische gevoel als herinnering blijft meedragen.

Dat gevoel van extase moeten veel mensen gehad hebben toen Jezus, in een eerdere passage uit het Matteüsevangelie, met niet meer dan vijf broden en twee vissen een grote menigte verzadigde. Vanwege de opwinding die deze gebeurtenis veroorzaakte, zijn veel mensen bereid achter Jezus aan te lopen. Maar Jezus zelf, als hij met zijn getrouwen alleen is, wil het niet hebben over wat zijn optreden veroorzaakt. Hij wil het hebben over wat hij voor zijn leerlingen betekent. Hij wil het hebben over wie hij is. Niet het effect van zijn optreden, maar de essentie van zijn persoon – daar gaat het om.

09 augustus 2020

Aan stormen voorbij

Overweging bij de 19e zondag door het jaar (jaar A)

Lezingen: 1 Koningen 19,9a.11-13a; Matteüs 14,22-33

Foto: https://commons.wikimedia.org/
Het kan behoorlijk stormen in ons leven: soms in letterlijke zin, maar vaak ook in figuurlijk opzicht. Een flinke storm in het voor- of najaar kan grote schade aanbrengen. Niemand die daarop zit te wachten, maar af en toe gebeurt het gewoon. Ook in je persoonlijke leven of in je verhouding met andere mensen kan het wel eens flink tekeer gaan. Zoals bij een ziekte met ernstige gevolgen, gebrouilleerde verhoudingen in familie- of vriendenkring, verlies van een dierbare of van je werk. En we zien hoe de coronapandemie ons leven in veel opzichten onaangenaam op zijn kop heeft gezet.

Als het stormt, dan zoek je naar beschutting, naar een veilige plek. Wachtend tot de storm voorbij is hoop je dat de uiteindelijke schade meevalt. En misschien leer je ervan, dat bepaalde voorzieningen aan je huis verbeterd moeten worden. Of dat de manier waarop je anderen hebt benaderd aanleiding is om opnieuw het gesprek aan te gaan. En te zien of je toenadering kunt vinden of misschien zelfs nieuwe verzoening.

26 juli 2020

Luisteren met je hart

Overweging bij de 17e zondag door het jaar (jaar A)

Lezingen: 1 Koningen 3,5.7-12; Matteüs 13,44-52

Het gebeurt wel eens, dat een ander veel beter dan jijzelf in de gaten heeft wat voor jou goed is in die fase van je leven. Rond de afgelopen jaarwisseling kreeg ik van verschillende mensen signalen, dat ik meer afstand moest nemen van mijn werk. Maar ik wilde het in eerste instantie niet horen. Tot ik – vanwege die signalen – tenslotte het inzicht toeliet, dat het zo niet langer kon. Ik heb mij ziek gemeld en de tijd genomen om na te denken over hoe ik mijn werk op een andere manier, met meer voldoening, zou kunnen aanpakken.

Foto: PxHere.com
Zonder de signalen van mensen uit mijn omgeving was ik waarschijnlijk nog langer – te lang – doorgegaan met de oude manier van werken. Ik ben dankbaar, dat mensen mij gewezen hebben op de gevaren van die oude manier. Want deze mensen waren (en zijn) mensen die geluisterd hebben met hun hart.

Luisteren met het hart, dat is ook wat Salomo wilde leren. Hij vraagt God geen lang leven of macht over zijn vijanden. Hij vraagt om recht te kunnen spreken over de mensen die hem zijn toevertrouwd. Hij vraagt om wijsheid, zodat hij onderscheid kan maken tussen goed en kwaad, onderscheid tussen wat het leven van mensen mogelijk maakt en wat dat leven beknot. Luisteren met het hart, dat is een manier van luisteren en zien die verder gaat dan wat zich voordoet in de platte realiteit. Het is luisteren vanuit een liefdevol zien wat de ander nodig heeft, werkelijk nodig heeft.

Confronterend

Dat is trouwens niet altijd een dankbare taak. De signalen die ik rond de jaarwisseling kreeg heb ik een tijdlang naast mij neergelegd. Daar stonden ze dan met hun goede gedrag, de mensen die het beste met mij voor hadden. Wie luistert met zijn hart, kan op de ander best wel eens confronterend overkomen. Maar omdat zulke adviezen gegeven worden met de beste bedoelingen, moet je ervan uitgaan dat ze komen uit een goed hart. En waar die adviezen ruimte krijgen, waar ze worden opgevolgd, daar ontstaan nieuwe kansen. Daar krijgt de realiteit een andere, onverwachte invulling. Al is het wel zo, dat daarvoor soms een crisissituatie nodig is. Een situatie waarin noodzakelijke beslissingen genomen moeten worden. De vijf maanden waarin ik mij heb teruggetrokken van mijn werk waren voor mij een periode waarin ik heb leren zien, wat in mijn situatie werkelijk van waarde is.

Zien wat er werkelijk toe doet, dat kan vragen om radicale beslissingen. Dat hebben we beluisterd in de parabels uit het evangelie. Alles, werkelijk alles wat je hebt te gelde maken om een waardevolle schat in handen te krijgen: dat is een radicale beslissing. Alles op alles zetten om het rijk der hemelen het jouwe te noemen.

Hier en nu

Maar pas op: dat rijk der hemelen is er niet pas straks, na dit leven. Het kan hier en nu al vorm krijgen: als mensen bereid zijn om te zoeken naar een liefdevolle manier van samenleven. Als mensen bereid zijn om elkaar met barmhartigheid te bejegenen. Als mensen bereid zijn zich in te zetten voor een samenleving waarin het recht van de zwakste zegeviert. Jezus nodigt ons uit om voor die droom alles opzij te zetten wat er niet toe doet. En dat vraagt om een keuze die je dagelijks opnieuw moet maken. In die zin is het een radicale keuze, een keuze die geworteld is in je overtuiging dat het de moeite waard is om te luisteren met je hart. De moeite waard om te zoeken en te zien naar wat werkelijk van waarde is.

Zien wat werkelijk van waarde is, kunnen we dat ook leren uit de crisis die de corona-pandemie heeft veroorzaakt? Als we alleen maar terug willen naar het oude, dan hebben we er niets van geleerd. Misschien is het waardevolle van deze crisis wel, dat we bereid bleken om meer oog te hebben voor de mensen om ons heen. Op 17 maart kopte de PZC: 'Crisis haalt het beste in mensen naar boven.' Als voorbeeld werd genoemd: restaurant deelt gratis soep uit aan minima, ouderen en zorgpersoneel. Zo zijn er tijdens deze moeilijke periode veel meer mooie initiatieven te noemen, waarvan je hoopt dat die ook in de komende tijd blijvend zullen zijn. Maar dat vraagt dus om dagelijkse keuzes, die laten zien wat er werkelijk toe doet. Als we vasthoudend zijn in het maken van deze keuzes, als we ons er radicaal aan verbinden, als we steeds beter leren om te luisteren met het hart, dan zul je zien dat het rijk der hemelen ook nu al een hemel op aarde kan zijn.

09 februari 2020

Smaak en kracht

Overweging bij de 5e zondag door het jaar (jaar A)

Lezingen: Jesaja 58,7-10; Matteüs 5,13-16

Wie een zoutarm of – misschien erger nog: zoutloos – dieet krijgt voorgeschreven, kan het plezier aan de maaltijd gauw vergaan. Oké, je kunt het voedsel wellicht een beetje anders op smaak brengen met allerlei kruiderijen, maar echt lekker? Nee, dat wordt het niet.

Foto: Pixabay.com
Soms lijkt het wel alsof ons leven met elkaar nogal zoutloos is, flauw en laf. Als we steeds maar de gewone dingen blijven doen, steeds maar leven van de ene dag in de andere, steeds maar doen wat in de mainstream van onze samenleving gebruikelijk is. Als we steeds maar onze eigen voordeeltjes voorop blijven stellen, steeds onze eigen vooroordelen (bewust of misschien ook wel onbewust) overeind houden. Als we geen moeite doen om ons te onderscheiden van wat de meerderheid van de mensen om ons heen toch al doen.


26 januari 2020

Hoge idealen?

Overweging op de 3e zondag door het jaar (jaar A)

Lezingen: Jesaja 8,23b-9,3; Matteüs 4,12-23

Afgelopen zondag was in de grote zaal van CineCity in Vlissingen een filmvertoning van het feest ter gelegenheid van de zeventigste verjaardag van André Rieu. Oké, niet iedereen zal van zijn muziek houden, maar je moet de maestro nageven, dat hij met zijn melodieën het hart van velen weet te raken. Hij vertelt dat hij op die manier ook de keuze maakt voor de muziek die hij met zijn orkest ten gehore brengt. 'Ik kies muziek die mijn hart raakt. Dan weet ik, dat ook de harten van mensen worden geraakt.'

Foto: Piqsels.com
Dat het hart van mensen geraakt wordt, zien we ook gebeuren in het evangelieverhaal van deze dag. De boodschap waarmee Jezus de mensen aanspreekt is compact en direct. De boodschap komt binnen als een mokerslag: 'Bekeer je, want het rijk der hemelen is nabij.' De oproep tot bekering houdt in dat je een andere koers gaat varen in je leven. Dat klinkt behoorlijk radicaal. Je levenskoers wijzigen, daar gaat meestal een intensief proces aan vooraf. Je voelt misschien dat het anders kan, of beter moet. Je denkt na en je praat met anderen over bijvoorbeeld de vraag of je moet emigreren, of dat je je leven wilt doorbrengen in een klooster. Maar zo'n koerswijziging doe je niet zomaar even. Hoe dan ook: iets nieuws beginnen gebeurt altijd omdat je uiteindelijk je hart volgt. Je laat je hart, je intuïtie spreken.

Radicaal

Toch blijft het een radicale verandering. Die grondige wijziging spreekt in het evangelie uit de manier waarop de vissers Jezus achterna gaan. Terstond lieten zij hun netten in de steek; onmiddellijk lieten zij de boot en hun vader achter – zo staat er. Er is dus een breuk met het verleden. Johannes en Zebedeüs, Petrus en Andreas laten hun identiteit los, een identiteit die zij tot dan toe ontleenden aan hun werk en aan hun familiebanden. Zij zoeken nu een nieuwe identiteit: door Jezus te volgen. Hoe zou het toch komen, dat mensen zulke radicale verandering ondergaan? En willen ondergaan?

Zoiets kan vermoedelijk alleen maar als je je hart volgt. Op een of andere manier moet je geraakt worden door wat iemand zegt of doet, waardoor je voelt: dat wil ik ook. Waarschijnlijk zijn de eerste vier volgelingen van Jezus geraakt door zijn uitdaging: 'Ik zal jullie vissers van mensen maken.' Of misschien ook wel door die radicale oproep: 'Bekeer je, want het rijk der hemelen is nabij.'  Ze gaan om zo te zeggen hand in hand: de radicale oproep van Jezus en de radicale koersverandering in het leven van zijn volgelingen. Je kunt Jezus niet maar een beetje navolgen. Als je het wil, dan met hart en ziel.

Anno 2020

En dan kan het waar worden. Dan gebeurt het: er zullen dingen veranderen. Iets nieuws gaat beginnen. Een nieuwe tijd breekt aan. Zoals we gehoord hebben in de woorden van Jesaja: 'Het volk dat ronddwaalt in het donker, ziet dan een helder licht.' De boodschap van Kerstmis echoot nog na in deze woorden. Duisternis zal omgezet worden in licht, vernedering en smaad in juichen en vreugde. Een nieuwe tijd breekt aan.

De oproep tot bekering geldt ook ons, christenen anno 2020. Oké, de meesten van ons komen wellicht steeds meer op een leeftijd, waarop je denkt: 'Die verandering hoeft voor mij niet meer zo. Ik heb mijn weg wel gevonden in het leven.' Wat betekent het dan als we Jezus horen zeggen: 'Bekeer je, want het rijk der hemelen is nabij'? De oproep tot bekering staat niet op zichzelf, maar is gefundeerd op het tweede deel van de oproep: want het rijk der hemelen is nabij. Het rijk der hemelen is dus het beoogde doel van de bekering. Maar wat is dan dat rijk der hemelen? Het lijkt iets dat ver weg is, iets dat behoorlijk op afstand van ons staat. De hemel, dat lijkt ons nogal onbereikbaar. Maar Jezus zegt nu juist, dat het nabij is. Binnen handbereik, om zo te zeggen.

Hoge idealen?

Zou het rijk der hemelen een toestand kunnen zijn, waarin mensen kunnen leven in harmonie en onderlinge verbondenheid? Een toestand waarin mensen elkaar tot hun recht laten komen? Een situatie waarin mensen het opnemen voor elkaar, waarin zorg en solidariteit werkelijkheid worden? Zou het een toestand kunnen zijn, waarin mensen met elkaar verzoend raken, waarin ze trouw zijn tot over de grens van het gewone heen? Zou het rijk der hemelen een mogelijkheid kunnen zijn, waarbij mensen hun grieven opzij zetten en waarbij de zoektocht naar het geluk van de ander de weg is naar ons eigen geluk?

Hoge idealen, denkt u? Nou, je kunt het zien gebeuren in kleine, alledaagse dingen. Een oprecht luisterend oor kan een signaal zijn van het rijk der hemelen. Een warm woord en een welgemeend gebaar kunnen zo'n signaal zijn. Trouwe zorg van ouders voor hun kinderen en van kinderen voor hun ouders kan zo'n signaal zijn. De inzet van vele, vele vrijwilligers in ons land kunnen zo'n signaal zijn. Meewerken aan de acties van Amnesty International, bijdragen aan de zorg voor ons leefmilieu, inzet voor een eerlijke prijs voor producten uit de Derde Wereld: het kunnen signalen zijn van het rijk der hemelen dat nabij is, binnen handbereik. Ja natuurlijk: het is er nog niet, maar je kunt eraan werken. Als je daar je aandacht op richt. Als je je er naar toe keert, als je je bekeert. Dan gaat het gebeuren. Dan zie jet iets nieuws ontstaan. Als je je hart laat raken door de woorden van Jezus. Als je met hem op weg wilt gaan. Dan komt hij er: de nieuwe tijd.

12 januari 2020

In zijn geest

Overweging bij het feest van de Doop van de Heer (jaar A)

Lezingen: Jesaja 42,1-4.6-7; Matteüs 3,13-17

Glas-in-loodraam in de kerk van
Onze-Lieve-Vrouw Onbevlekt Ontvangen
te Hansweert
Het nieuwe jaar is al niet meer helemaal nieuw. De scholen hebben hun eerste week er al weer op zitten. De meeste mensen hebben ook hun werk of anders toch de gewone gang van zaken weer opgepakt. Er zijn zelfs mensen die al plannen aan het maken zijn voor de zomervakantie. De feestelijkheden van kerst, de liederen en de bijpassende versieringen zijn al verdrongen naar een vaag en grijs gedeelte van ons geheugen. Maar kerkelijk gezien zitten we nog net in de kersttijd. Het is de tijd, waarin we ons hebben verwonderd over hoe de geboorte van een Kind een verrassende wending kan geven aan ons leven. Juist door zijn kwetsbaarheid immers heeft het Kind van Bethlehem ons gevraagd oog te hebben voor al wat kwetsbaar en het behoeden waard is. Het kind van Bethlehem deed een appel op ons om alles, wat in ons leven vraagt om bescherming, serieus te nemen.

Ik zei: het kind deed een appel op ons. Maar nog steeds doet dit kind een appel op ons, ook als het later uitgroeit tot de Jezus die wij leren kennen in de evangelieverhalen. Alle mensen die zich in kwetsbare posities bevinden, alle mensen die broos en breekbaar door het leven moeten gaan, kunnen rekenen op de genegenheid, de toewijding en de liefde van Jezus.

05 januari 2020

Het begint klein

Overweging bij het feest van de Openbaring des Heren (jaar A)

Lezingen: Jesaja 60,1-6; Efeziërs 3,2-3a.5-6; Matteüs 2,1-12

Er zijn verschillende manieren, waarop je een reis kunt maken. Sommige mensen kiezen ervoor om een georganiseerde reis te boeken. De route, de hotels en de bezienswaardigheden staan op voorhand vast. Het zal vast een hele mooie reis worden. Andere mensen zijn misschien wat avontuurlijker. Zij zoeken zelf hun route uit, overnachten in een eenvoudig bed and breakfast en leren de omgeving kennen door niet de geijkte attracties te bezoeken, maar liever het achterland. Beide manieren hebben hun charme. Maar de vraag is, hoe je de aard van het land nu het beste leert kennen.

Glas-in-lood in de Benedictijnerabdij Keizersberg te Leuven (B)
Soms moet je afwijken van de gebaande paden om te ontdekken, wat nu echt van waarde is. Om te leren zien, waar het nu werkelijk om draait. Neem nu het verhaal van de wijzen uit het oosten, zoals de evangelist Matteüs ons dat vertelt. Wij lezen dit verhaal vaak met de bril, die de geschiedenis ons heeft mee gegeven. En die geschiedenis geeft in de kerststal plaats aan drie koningen. Maar in het verhaal zelf, als je het goed leest, staat geen 'drie' en er staat geen 'koningen.' Er staat: wijzen'. Dat kunnen er twee zijn geweest, maar misschien ook acht. Deze wijzen zijn dus geen koningen, zij zoeken een koning. In het verhaal van Matteüs worden er twee genoemd: koning Herodes en de koning van de Joden. En die twee koningen staan qua betekenis diametraal tegenover elkaar.