25 december 2020

Hemel en aarde verbonden

Overweging op Eerste Kerstdag

Lezingen: Jesaja 62,11-12; Johannes 1,1-5.9-14

Hoe anders hadden we ons het kerstfeest van 2020 voorgesteld! Maar we zitten opgesloten in eigen huis of appartement. Want we willen, we moeten voorkomen dat het coronavirus nog verder om zich heen grijpt. Bezoek van of aan familie en vrienden is niet mogelijk. Het bijwonen van een kerkdienst is niet of maar zeer beperkt toegestaan. En dat allemaal terwijl we juist in deze omstandigheden verlangen naar warmte, nabijheid, troost en bemoediging.

Misschien volg je deze kerkdienst via de live stream. Of misschien lees je de woorden straks via het weblog. Dan mag je, als je daarvoor wilt openstaan, hoop putten uit het verhaal van God met de mensen. Want dat is het verhaal dat we met kerstmis telkens te horen krijgen: dat God – hoe ellendig wij ons ook voelen – erbij wil zijn. Dat God, juist in onze miserie, ons niet in de steek laat. Daarin mogen wij bemoediging vinden. Die gedachte mag ons troosten. De menswording van God, dat is toch een ontzettend mooie en troostrijke insteek in deze dagen. God, die wij ons voorstellen als hoog verheven en onbereikbaar, komt ons nabij in de geboorte van een kwetsbaar kind.


God zoekt het gesprek

In het evangelie brengt de apostel Johannes het in beeldende taal onder woorden. Het Woord – als personificatie van God zelf – kwam in de wereld en bracht licht voor ieder mens.

Wij mensen gebruiken woorden, wij gebruiken taal om met elkaar te communiceren. Woorden brengen iets tot stand, ze bewerken dat er relaties tussen mensen ontstaan. Het gebruik van woorden maakt duidelijk dat mensen iets voor elkaar betekenen. Zeker, woorden kunnen ook kwaad aanrichten of relaties verstoren. Maar ze kunnen ook bemoediging en troost bieden, ze kunnen mensen opbeuren of aan het lachen maken. Woorden bewerkstelligen, dat wij mensen zijn voor elkaar. Hoeveel te meer dan als God met zijn Woord een God wil zijn voor ons. God zoekt het gesprek met ons. Zijn Woord vraagt om een wederwoord van ons. Het Woord van God en ons antwoord daarop brengen een relatie tot stand. Daardoor hoeven wij ons in deze ellendige omstandigheden niet alleen te weten.


Hoop

Ja, ik hoor het jou zeggen: als je in je eentje thuis zit, zonder bezoek, zonder een telefoontje, zonder een hartelijk kaartje, dan lijkt het alsof dat Woord van God voor iedereen, maar niet voor jou bedoeld is. Ik begrijp dat heel goed. Er zullen heel wat mensen zijn, die zich in zo'n situatie bevinden. Maar toch: het feit dat je op dit moment naar deze woorden luistert, of dat je ze in een later stadium terugleest, geeft aan dat je jezelf openstelt voor een woord van bemoediging. Je laat jezelf daarmee zien, dat je de hoop op nabijheid en warmte nog niet verloren hebt. En als ik kon, dan zou ik op dit moment door het beeldscherm heen stappen of door de woorden heen de hand willen reiken om naar je toe te komen. Om zo te laten zien, dat het uiteindelijk God zelf is, die je de hand wil reiken. Aldus ontstaat er dan toch verbondenheid tussen het hemelse en het aardse.

En juist die verbondenheid is iets dat wij niet mogen loslaten. Die verbondenheid moeten we ons niet laten afnemen. Als we bereid zijn om Gods Woord toe te laten in ons leven, als we de moed hebben om antwoord te geven om Gods uitnodiging tot gesprek, als we de geboorte van Christus kunnen ervaren als de menswording van God in onze wereld, dan kunnen we steunen op een ongekende en onvoorziene genade. God is niet hoog verheven en onbenaderbaar. Nee, Hij wil deel uitmaken van ons leven – juist en vooral in ongelukkige omstandigheden. Dat is een onwaarschijnlijk mooie gedachte, die we zelf niet hadden kunnen vermoeden. Zo komt het ware Licht in onze wereld.


Hemel en aarde verbonden

Maar ja, als je alleen zit, geen bezoek of telefoontjes of kaartjes krijgt, dan zijn dat allemaal mooie woorden en veel blablabla. Dan zou je overmand kunnen worden door de eenzaamheid. Als je misschien je eronder laat krijgen door je alleen zijn, dan zou je jezelf kunnen afvragen: wie is er in mijn omgeving, die ook alleen zit? En zou ik haar of hem dan een teken van leven, een teken van medeleven kunnen aanreiken? Zou ik mijn eigen eenzaamheid kunnen doorbreken door de eenzaamheid van een ander te verlichten? Wie daartoe in staat is, geeft op die manier een antwoord op het Woord van God, dat tot ieder van ons is gericht. Wie in de eigen eenzaamheid oog heeft voor de eenzaamheid van een ander brengt een verbondenheid tot stand tussen het hemelse en het aardse. 

Zo wordt ons de weg gewezen naar een andere manier van samenleven. De weg naar een wereld waarin niet het recht van de sterkste, maar het recht van de zwakste heerst. Een kind wijst ons de weg. Vanuit dat nieuwe begin kunnen wij blijven hopen, dat God met ons mensen begaan is en begaan blijft. En dat de verbondenheid van het hemelse en het aardse stand zal houden. Zo komt in onze wereld – om de woorden van Johannes nog eens te gebruiken – de Eniggeborene van de Vader vol genade en waarheid.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten