16 september 2018

Winst en verlies

Overweging op de 24e zondag door het jaar (jaar B - Vredeszondag)

Lezingen: Jesaja 50,5-9a; Marcus 8,27-35

Zo'n twee eeuwen geleden ging het in een klein dorpje om de vraag wie de nieuwe burgemeester zou worden. De smid was niet alleen een man met grote fysieke kracht, hij had ook een grote mond, waar veel mensen van onder de indruk waren. De kleermaker was een iel mannetje, iemand van weinig woorden, maar je kon altijd op hem bouwen. De smid beweerde, dat hij elk voorwerp in het dorp met gemak kon optillen, en dat hij daarom de beste kandidaat was. De kleermaker daagde hem uit. Op het marktplein moest hij maar eens een kopspeld optillen. 'Ha! Makkie,' zei de smid. Maar met zijn grote mond had hij er geen rekening mee gehouden, dat de speld precies tussen de kinderkopjes terecht kwam. Hoe hij met zijn dikke vingers ook probeerde, hij kreeg de speld niet te pakken. De kleermaker, met zijn fijne vingers en met een goed verstand, raapte moeiteloos de speld op en werd de nieuwe burgemeester.

Soms zijn de zaken in ons leven anders dan ze op het eerste oog lijken. Bepaalde verhoudingen komen op hun kop te staan. En daarmee wordt uiteindelijk meer bereikt dan met grote, maar holle woorden. De lezingen van deze viering wijzen ons ook in die richting.

Foto: pixabay.com

Geen weerstand

In de lezing uit het boek van de profeet Jesaja is iemand aan het woord, die wel de lijdende dienaar van God genoemd wordt. Hij ondergaat bespotting, vernedering en lichamelijke pijniging, juist omdat hij in de ogen van de wereldlijke machthebbers geen betekenis heeft, niet meetelt. Men vergrijpt zich aan hem, omdat hij toch geen weerstand kan bieden. Maar de lijdende dienaar wil ook geen weerstand bieden. Hij laat zijn beulen begaan, omdat hij zijn kracht ergens anders vandaan haalt. Hij is weerloos tegenover mensen, maar hij is niet gebroken. Zijn vertrouwen op God is zo sterk, dat hij daarin de kracht vindt om zijn lijden te dragen. En als mensen hem geen recht zullen doen, dan zal God toch zeker hem tot zijn recht brengen. Juist in het kwetsbaar durven zijn, ervaart de lijdende dienaar zijn grootste kracht. Zo worden menselijke gedachten op hun kop gezet, worden de gangbare ideeën van onze wereld onderuit gehaald.


We horen het ook in de lezing uit het evangelie. Meteen nadat Petrus aan Jezus de koningstitel heeft toegekend – hij noemt hem de Messias – maakt Jezus duidelijk, dat zijn koningschap van een andere orde is. Het is niet gebaseerd op macht en pracht en praal, maar op kwetsbaarheid. Een kwetsbare, fragiele koning, die lijkt op de lijdende dienaar uit de eerste lezing. Vernederd, verworpen, afgedankt, terzijde geschoven, en tenslotte ter dood gebracht. En als vervolgens Petrus probeert om Jezus van die weg af te brengen, komt hem dat op een ernstige uitbrander te staan. Jezus noemt Petrus een satan, letterlijk een tegenstrever. Een dwarsligger dus. Wat Petrus wil staat haaks op wat God voor ogen staat. 'Jouw overwegingen zijn van menselijke orde, niet van goddelijke.' En daarmee kiest Jezus dus heel consequent en uitdrukkelijk voor de kwetsbare opstelling. Maar dat kan hij enkel volhouden als hij consequent en uitdrukkelijk vertrouwt op de kracht die God zal geven. Net als bij de lijdende dienaar in de eerste lezing. Juist in het kwetsbaar durven zijn, ervaart Jezus zijn grootste kracht. Die kracht komt immers van God zelf.

Paradox

Het is een vreemde paradox in ons christelijke geloof: dat wij in de kwetsbaarheid onze grootste kracht kunnen vinden. Dat wij in het loslaten van wat wij als wezenlijk beschouwen, juist het meest essentiële zullen vinden. Dat wij door ons leven te verliezen, juist het leven zullen vinden. Dat wij door ons ego te durven loslaten, juist onze diepste menselijke kern, onze ziel zullen terug winnen.

Er zijn talloze voorbeelden te bedenken, die dat in hele concrete omstandigheden duidelijk maken. De barmhartige Samaritaan laat zijn eigen handelsmissie voor wat die is, om de gewonde man die overvallen is een goede verzorging te geven. Hij verliest waarschijnlijk zijn financiële winst, maar hij houdt er zeker een goed gevoel aan over. Vrijwilligers in allerlei sectoren geven een deel van hun eigen tijd om anderen van dienst te kunnen zijn. Natuurlijk kunnen ze deze tijd niet voor zichzelf benutten, maar ze mogen wel weten, dat zij op deze manier het cement in onze samenleving zijn. Zo zet de goddelijke winst- en verliesrekening allerlei zaken op hun kop. Want menselijke berekeningen komen in Gods ogen vaak verkeerd uit.

Winst en verlies

We vieren vandaag weer de jaarlijkse Vredeszondag. Om vrede te vinden in ons eigen leven en in de wereld waarin wij leven, moeten we onze menselijke berekeningen loslaten ten gunste van de goddelijke winst- en verliesrekening. Vrede wordt uiteindelijk niet gevonden door wapengeweld, al is het soms onvermijdelijk. Vrede wordt uiteindelijk niet bereikt door bommen en granaten, maar door het verstrekken van belangeloze economische hulp. Het Marshallplan na de tweede wereldoorlog bewijst de juistheid van die gedachte. Vrede wordt gevonden, niet door jezelf tot de tanden te bewapenen, maar door de ander zogezegd te bewapenen met goede, concrete, noodzakelijke hulpgoederen. Vrede wordt gevonden, niet door de vijandschap aan te wakkeren, maar door de reden tot vijandschap weg te nemen.

Een goddelijke winst- en verliesrekening zet onze wereld, ons leven op zijn kop. Het lijkt in onze ogen misschien een beetje gek, maar eigenlijk is het zo gek nog niet.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten