10 maart 2019

Proeve van bekwaamheid

Overweging op de 1e zondag van de Veertigdagentijd (jaar C)

Lezingen: Deuteronomium 26,4-10; Lucas 4,1-13

Of iemand geschikt is voor een bepaalde taak, dat is niet steeds op voorhand duidelijk. Je moet ervoor opgeleid zijn, toegerust worden, ervaring hebben opgedaan, misschien wel stage hebben gelopen. Gaandeweg wordt in dat traject van voorbereiding pas duidelijk, of je geschikt bent om bijvoorbeeld bakker te worden, een baan in het onderwijs aan te kunnen, een leidinggevende functie te vervullen of adviezen te geven bij de verkoop van bepaalde producten. Toetsing van je vaardigheden vormt steeds een onderdeel van deze voorbereiding.

In het evangelie hebben we gehoord hoe Jezus wordt getoetst. Het afleggen van zijn proeve van bekwaamheid gaat vooraf aan zijn optreden als leraar en geestelijk leidsman. Het examen bestaat uit drie onderdelen. De satan treedt op als examinator, maar het eindoordeel wordt gegeven door God zelf. De vakken waarin Jezus wordt geëxamineerd zijn geloof, hoop en liefde.

Toetsen

De eerste toets lijkt voor de examinator een schot voor open doel. Na een periode van veertig dagen vasten kan het niet anders, of Jezus heeft honger. De satan kent een simpele oplossing. 'Jij bent toch de zoon van God? Dan moet het toch een koud kunstje zijn om van deze stenen brood te maken?' Ik kan me voorstellen, dat de verleiding groot is om op een snelle manier je honger te stillen. Maar Jezus wil niet meegaan in die gedachtegang. Hij gaat voor de lange termijn-oplossing. De mens leeft niet van brood alleen. Want wat het leven echt de moeite waard maakt, dat is de liefde: die van mensen onderling en ook de wederzijdse liefde van God en mensen. Het brood dat gedeeld wordt zonder liefde is smakeloos. Pas wanneer het deeg wordt vermengd met liefde, pas wanneer de gerechten met zorg en toewijding zijn bereid, krijgt het delen van voedsel zijn werkelijke betekenis. Want je deelt niet alleen het voedsel met elkaar, je deelt het leven met elkaar.

De examinator heeft nog meer pijlen op zijn boog. Het tweede vak waarop getoetst moet worden heet geloof. Eigenlijk gaat het hier over de vraag, wie de macht in handen heeft. Geloof je in pure overheersing of ben je bereid tot dienstbaarheid? De satan weet het antwoord wel. 'Ik kan je alle macht ter wereld in handen spelen, als je je onderwerpt aan mijn strategieën.' Ook hier doorziet Jezus het korte termijn-denken van de keurmeester. Wie zijn leven bouwt op overheersing denkt dan wel de touwtjes in handen te hebben, maar hij moet aan het einde van de rit toch alles weer terug geven. Daarentegen levert het pas echt iets op als je bereid bent om Gods wegen te volgen. God dienen is immers synoniem aan mensen dienen. Daar wordt onze wereld beter van. Macht vergaat, maar het geloof houdt stand als je kiest voor toegewijde dienstbaarheid.

Proeve

Een laatste proef heeft de geniepige onderzoeker nog achter de hand. Het onderdeel waarop Jezus getoetst wordt heet hoop. 'Jou kan toch niets gebeuren als zoon van God? Engelen zullen je toch opvangen als je jezelf naar beneden gooit?' Maar opnieuw kiest Jezus ervoor om niet mee te gaan in de sluwe gedachtegang van de verleider. 'Je moet jezelf niet meten met de Allerhoogste,' vindt Jezus. Je kunt hem maar beter niet uitdagen. Nee, baseer jezelf dan liever op de hoop, dat God jou zal opvangen als je het echt nodig hebt.

Geloof, hoop en liefde. Jezus slaagt glansrijk voor de proeve van bekwaamheid. Maar dan is hij nog niet aan de eindstreep. Dan begint het pas. Net zoals je pas werkelijk leert aan het verkeer deel te nemen nadat je je rijbewijs hebt gehaald. Jezus heeft nog een lange lijdensweg te gaan, maar de voorbereidingen – zo horen we vandaag – vormen een stevig uitgangspunt om de weg te vervolgen.

Zo staan wij vandaag aan het begin van de Veertigdagentijd. Een tijd waarin wij een proeve van bekwaamheid moeten afleggen: of wij genoeg geloof, hoop en liefde in onze bagage zullen hebben om straks het paasfeest te kunnen vieren. Met Pasen vieren we de opstanding van Jezus uit het graf.

Menselijk gezicht

Opstanding uit duisternis en dood, geroepen om te zoeken naar licht, naar alles wat het leven de moeite waard maakt. Dat is wat we met Pasen mogen vieren. De opstanding van Pasen heeft pas betekenis als we iets waar maken van onze capaciteiten tot geloof, hoop en liefde. Juist nu kunnen we laten zien, uit welk hout wij gesneden zijn. De Vastenactie spreekt ons daarop aan. Wij kunnen niet alle problemen van de wereld oplossen, en we kunnen ook niet alle verantwoordelijkheid voor die problemen afschuiven op God. Maar we kunnen ons wel inzetten om onze wereld een menselijk gezicht te geven en haar bewoonbaar te maken voor anderen.

Dit jaar gaat de aandacht uit naar het gebruik van schoon water. In grote delen van de wereld is water ver weg en vaak ook onveilig. Dat veroorzaakt talloze problemen: op het gebied van gezondheid, opleiding en scholing, economische ontwikkeling en de verhouding tussen mannen en vrouwen. Vooral vrouwen en kinderen ondervinden namelijk de gevolgen van het gebrek aan schoon, toegankelijk water.

Hoe kunnen wij in de komende weken op dit punt onze capaciteiten tot geloof, hoop en liefde inzetten? Zullen wij slagen voor onze proeve van bekwaamheid?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten