07 april 2019

Schrijven op heilige grond

Overweging bij de 5e zondag van de Veertigdagentijd (jaar C)

Lezingen: Jesaja 43,16-21; Johannes 8,1-11

Het kan gebeuren, als je op het strand vlak langs de branding loopt, dat je in het zand een hart getekend ziet met een pijl erdoor. Aan weerskanten van het hart staan de namen van twee geliefden. Het hart en de namen zijn een uiting van wederzijdse liefde, waarvan je hoopt dat die duren zal voor altijd. Maar je weet al, dat de golven deze tekens in het zand maar een kort bestaan zullen gunnen.

We hebben het verhaal gehoord over een tricky gebeurtenis, waarin het verleden van een vrouw wordt ingezet om die dekselse Jezus eindelijk maar eens te kunnen vangen met zijn eigen woorden. Dat is althans de opzet van de schriftgeleerden en Farizeeën. Maar wat er feitelijk gebeurt in het verhaal, gaat een heel andere kant op.


Een ander verhaal

Heel intrigerend in dit voorval is, dat Jezus op de grond schrijft. Er wordt niet verteld wat hij schrijft. Dat blijft voor altijd een raadsel. Misschien is het ook niet zo belangrijk. Of zit er toch een aanwijzing in? Jezus bevindt zich in de tempel, dus wat hij schrijft zal op de stenen vloer niet zichtbaar zijn. Misschien wil hij ermee zeggen tegen de schriftgeleerden en Farizeeën: als jullie je oordeel baseren op wat Mozes in de wet, in de Thora, heeft opgetekend, dan teken ik hier, op deze heilige grond van de tempel, een ander verhaal. Een verhaal dat niet in letters is te vangen, maar dat gebaseerd is op barmhartigheid. Misschien is dat wel de betekenis van het raadselachtige schrijven van Jezus. Zoals de tekens op het strand door de golven worden weggevaagd, zo zijn de tekens op de grond van de tempel niet bestendig. Maar beiden, de liefde op het strand en de barmhartigheid in de tempel, hebben wel blijvende waarde. Ze zijn bedoeld om de eeuwigheid te trotseren.

Barmhartigheid en liefde kunnen ons helpen om een andere manier van kijken aan te leren. Bij de schriftgeleerden en Farizeeën zien we dat de blik is gericht op het verleden. Zij pinnen de vrouw vast op wat ze heeft gedaan. Jezus sluit zijn ogen daarvoor niet, maar hij ziet allereerst een nieuwe toekomst voor deze vrouw. Hij kijkt niet terug, maar vooruit.

Vooruit kijken

Dat geluid hebben we ook gehoord bij de profeet Jesaja. Zijn woorden moeten gesitueerd worden tegen het einde van de ballingschap, een donkere periode die de Israëlieten noodgedwongen doorbrengen in Babylonië. De verbanning uit het eigen land werd gezien als een straf van Jahweh voor de geloofsafval van het volk. Maar Jesaja voorziet dat de straf ten einde loopt. 'Klampt u niet vast aan wat vroeger gebeurd is.' Kijk niet naar het verleden, maar naar de toekomst. God gaat iets nieuws beginnen, het is al aan het ontkiemen. Niet terug kijken, maar vooruit. En ook Paulus – in zijn brief aan de christenen van Filippi – wil zich, vergetend wat achter hem ligt, uitstrekken naar wat komen gaat.

Niet terug kijken, maar vooruit. Dat kan soms knap lastig zijn. Want allemaal kennen we wel situaties, waarin we ernstig door anderen zijn gekwetst. Ook zijn er omstandigheden, waarin we onszelf aanhoudend beschuldigen van wat fout is gegaan in ons gedrag. Door te blijven kijken naar wat in het verleden verkeerd ging, ontnemen we onszelf en anderen de mogelijkheid om een frisse start te maken, een nieuwe kans te benutten. Maar die nieuwe start is vaak alleen mogelijk, wanneer we anderen – en ook onszelf – bekijken met de ogen van de barmhartigheid, van de liefde. We hoeven niet weg te kijken van wat verkeerd ging, maar daar moet het niet bij blijven. Gun de ander, gun jezelf een ander perspectief. Met deze gunfactor, die gebaseerd is op liefde en barmhartigheid, kan er iets nieuws ontkiemen. Barmhartigheid en liefde zijn sterker dan de letter van de wet.

Schrijven op heilige grond

Kijken dus naar kansen, in plaats van de onmogelijkheden te benadrukken. Dat kan door te kijken met mededogen. Door anders te kijken. Ook wij worden uitgenodigd om op die andere, nieuwe manier te kijken naar mensen en situaties. Mensen met een verstandelijke beperking kunnen – op hun manier – nog zinvol werk doen bij een kopieerinrichting of bij de afdeling houtbewerking van een dagbesteding, die speciaal op hen is toegesneden. Iemand die door langdurige ziekte moet leven van de bijstand, kan zich als vrijwilliger op een zinvolle manier inzetten in het wijkcentrum. Een vrouw, die door haar hazenlip moeilijk te verstaan is, blijkt iemand te zijn die heel goed en met aandacht naar anderen kan luisteren. En mensen die in een homoseksuele relatie veel liefde met elkaar weten te delen kunnen een voorbeeld zijn voor anderen die in een huwelijksrelatie elkaar nauwelijks het licht in de ogen gunnen. Kortom: zadel mensen niet op met een te gemakkelijk en snel uitgesproken oordeel.

Misschien moeten wij het voorbeeld van Jezus zelf maar volgen. Op de grond van deze kerk, deze voor ons heilige grond, het hart als symbool van liefde en barmhartigheid optekenen. [Voorganger tekent een hart op het priesterkoor.]

Geen opmerkingen:

Een reactie posten