17 februari 2019

De gezindheid van het hart

Overweging op de 6e zondag door het jaar (jaar C)

Lezingen: Jeremia 17,5-8; Lucas  6,17.20-26

Soms kunnen kleine kinderen spontaan en op een ontwapenende manier hun vertrouwen geven aan wildvreemde mensen. Naarmate ze ouder worden gaat van die spontaniteit vaak wel een stuk verloren. Maar het is te hopen, dat mensen toch iets blijven behouden van de manier waarop ze geleerd hebben hun vertrouwen te geven aan anderen.

De wijze waarop je vertrouwen hebt in anderen, is het centrale thema van de lezingen. En dan gaat het voornamelijk om je vertrouwen in Gods woord. De profeet Jeremia laat scherp het verschil zien tussen degene die uitsluitend op mensen vertrouwt en degene die vertrouwt op God. Het verschil wordt zo scherp aangezet, dat het lijkt alsof je maar helemaal niet meer op mensen moet vertrouwen. Dat zal toch niet het geval zijn, want dan kunnen we onze samenleving wel opdoeken. Wat Jeremia wil verduidelijken is, dat je niet op de vergankelijke belofte van mensen moet vertrouwen. Het is beter om te vertrouwen op de duurzame toezegging van God. Want mensen, die allerlei bewijzen en zekerheden nodig hebben, zijn vaak angstige mensen. Ze missen een open levenshouding. Ze proberen krampachtig vast te houden aan wat uiteindelijk toch door je vingers glipt. Deze mensen kun je vergelijken met een kale struik in een dorre steppe. Maar wie vertrouwt op de solide belofte van Gods genade lijkt op een groene boom aan het water: omdat hij diep geworteld is, kan hij een periode van droogte met succes doorstaan.


Vertrouwen

Ook in het evangelie gaat het om de vertrouwensvraag. Durf je te koersen op de uitdaging van Jezus? Juist de mensen die arm, hongerig en verdrietig zijn of vervolgd worden, mogen zichzelf zalig prijzen. Of ga je af op de meer gangbare richting, dat juist de rijke, de verzadigde, de lachende en de geëerde mensen het ultieme geluk gevonden hebben? De woorden van Jezus laten – in de versie van de evangelist Lucas – aan duidelijkheid niets te wensen over. Lucas is namelijk van mening, dat fysieke armoede een betere kans is om met Jezus op weg te gaan naar het koninkrijk van God. Alleen wie bereid is om in armoede en eenvoud te leven, kan erop rekenen het koninkrijk van God binnen te gaan. Lucas kijkt om zich heen, en ziet hoe gemakkelijk – ook in zijn dagen – mensen worden ingepalmd door rijkdom en overvloed. Hij ziet hoe mensen zich daardoor afsluiten voor wat echt waarde heeft in het leven. Wie bouwt op vergankelijke zekerheden (geld, aanzien, macht) die heeft niet in de gaten, waar het in het leven werkelijk op aan komt.

De contrasten in de schriftlezingen zijn scherp. Misschien zijn de tegenstellingen voor velen van ons wel teveel in zwart-wit gesteld. Maar ze maken wel duidelijk, in welke richting je moet zoeken om de weg van Jezus te gaan. Hij spreekt zelf een duidelijke voorkeur uit voor mensen die in de marge van de samenleving terecht zijn gekomen. Jezus kiest de kant van mensen die geslagen en gebroken zijn, van mensen die niets te verliezen hebben. Jezus zelf gaat aan hun zijde staan, en door hen laat hij zich op het spoor brengen van Gods koninkrijk. Niet de machtigen en de rijken wijzen hem die weg, maar juist de mensen zonder enige status.

De gezindheid van het hart

Wat moeten wij zelf denken van Jezus' woorden: 'Zalig jullie die arm zijn, en wee jullie die rijk zijn'? Tot welke groep moeten wij onszelf dan rekenen? Want echte armoede kent toch niemand van ons? Staan wij aan de verkeerde kant van de streep? Kunnen we de vergelijking doorstaan met de vele miljoenen op deze aarde die maar net het bestaansminimum halen – of zelfs dat niet eens? Zou het echt zo zijn, dat de grens tussen goed en kwaad bepaald wordt door de hoogte van je jaarinkomsten? Dit principe zou het voor Onze Lieve Heer wel een stuk eenvoudiger maken. Maar God kijkt niet naar je salaris. Hij kijkt wel naar wat er omgaat in je hart.

En precies dat is waar het uiteindelijk om gaat in deze schriftlezingen van deze dag. De gezindheid van je hart en de manier waarop je kijkt naar de werkelijkheid is bepalend. Of je oog hebt voor de mensen om je heen, voor hun werkelijke behoeften en hun diepere verlangens – dat is waar het op aankomt. Er zijn mensen die weet hebben van zeeën van ellende; maar gelukkig zijn ze omdat ze toch blijven hopen op oceanen van geluk. Er zijn de mensen die een immens verdriet kennen; maar gelukkig zijn ze omdat ze toch blijven uitzien naar tijden van vervulling. Er zijn de mensen die nu door iedereen worden doodgezwegen; maar gelukkig zijn ze omdat ze erop blijven vertrouwen dat ze gehoord worden door God. Gelukkig zijn deze mensen, omdat ze beseffen dat Gods genade en duurzame liefde meer betekent dan het kortzichtig vertrouwen op wat voorbij gaat. Gelukkig zijn deze mensen, want zij zijn als een boom aan de rivier met wortels tot in het water. Een tijd van droogte kan hij makkelijk doorstaan.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten