25 augustus 2019

Wachtwoord: gerechtigheid

Overweging op de 21e zondag door het jaar (jaar C)

Lezingen: Jesaja 66,18-21; Lucas 13,22-30

Mieke is een vrouw van rond de vijftig, die al jaren geleden de kerk vaarwel heeft gezegd. Niet, dat ze er nou een fervente tegenstander van is. Het zegt haar gewoon niets meer. Maar als je haar probeert te bellen, dan is ze bijna nooit thuis. Naast haar gewone werk als medewerkster in de bibliotheek is ze avond aan avond op sjouw. Ze bezoekt voor veel mensen in het dorp, die dreigen te verpieteren van de eenzaamheid. Mieke kan gewoon geen nee zeggen, als ze die trieste blik van verlangen ziet in de ogen van mensen om wie niemand lijkt te geven. Zonder enige ophef doet ze gewoon wat gedaan moet worden.

Afbeelding: Pixabay
Entreebewijs

Ewout is iemand van een heel ander kaliber. In datzelfde dorp zingt hij bijna iedere week mee in het kerkkoor. Hij is ook nadrukkelijk aanwezig in de werkgroep kerk en samenleving. Soms vindt hij het nodig om bepaalde sociale kwesties, die hij belangrijk vindt, aan de kaak te stellen. Dan weet hij telkens wel een bevriende journalist zover te krijgen, dat de zaak in de krant komt. Compleet met foto van het ten onrechte bejegende gezin – en natuurlijk Ewout zelf.



Op weg naar Jeruzalem stelt iemand aan Jezus een vraag. De naam van de vragensteller wordt niet genoemd, maar misschien heet hij wel Ewout. Of het er maar weinig zijn die gered zullen worden? Jezus antwoordt niet met een simpel ja of nee. Het lijkt wel alsof Jezus de vraagsteller door heeft. Alsof hij een gewaarborgd entreebewijs wil voor het Rijk Gods. De man gaat ervan uit, dat het voldoende is om te behoren tot Gods uitverkoren volk Israël. Jezus beantwoordt zijn vraag dus niet rechtstreeks. Hij wijst op een andere mogelijkheid. Niet het behoren tot een bepaalde groep is garantie voor toegang tot het Rijk Gods. Wat telt is, of je gedaan hebt wat gedaan moet worden. Niemand heeft zijn toegangsbewijs zomaar op zak. Bij de nauwe deur van het Rijk Gods luidt het wachtwoord: gerechtigheid. En de gerechtigheid komt vaak uit een onverwachte hoek. Als je het mij vraagt, dan komt Ewout misschien ook wel door die nauwe deur – wie zal het zeggen? Maar als ik het moet inschatten: Mieke toch zeker.

De clou zit in de staart

Vandaag zegt Jezus ook tegen ons: velen zullen proberen om binnen te komen, maar lang niet iedereen zal daarin slagen. We moeten deze woorden niet verstaan, alsof ze ons angst zouden willen aanjagen. Maar ze willen vooral onderstrepen, dat niemand ontslagen is van persoonlijke inzet voor gerechtigheid. Gods uitnodiging om mee te doen aan zijn koninkrijk geldt voor iedereen.

Waar het op aan komt, is dat je keuzes moet maken. Keuzes maken, en daar dan ook voor willen staan. Jezus doet er zelfs nog een schepje bovenop. Want net als bij een goeie mop zit de clou in de staart van het verhaal. Jezus houdt ons voor, dat degenen die vooraan staan misschien wel moeten wachten tot het laatst. Bij Jezus worden de zaken weer eens op hun kop gezet. Dat wil zeggen: je moet niet afgaan op de gangbare, menselijke denk- en waardepatronen. Die zeggen ons, dat wie veel presteert in hoog aanzien zal staan. Maar volgens Jezus gaat het niet om de uiterlijke prestatie. Het gaat om de innerlijke gezindheid. Er zijn mensen die puur op de uiterlijke resultaten mikken. Mensen die in de waardering van anderen hoge ogen gooien: Ewout is er zo een. Zulke mensen behoren volgens Jezus tot degenen die bedrogen kunnen uitkomen. Ze zullen achter moeten aansluiten. De andere insteek is, dat je vanuit je innerlijke mentaliteit bepaalde dingen doen of juist nalaten. Je kunt op die manier meer oog hebben voor de kwaliteit dan voor de kwantiteit. Volgens de gangbare menselijke berekening presteer je dan zogenaamd minder. Zoals Mieke, die graag in de schaduw opereert. Maar juist zulke mensen rekent Jezus tot de eersten.

Wachtwoord: gerechtigheid

Waar het op aan komt, is dat je keuzes moet maken. Dat geldt ook voor het volk van Israël. De lezing uit het boek Jesaja gaat uit van de situatie, dat het volk Israël uit de ballingschap mag terugkeren naar zijn eigen land. Israël krijgt a.h.w. een nieuwe kans om zich waar te maken als volk van God. Maar Israël moet niet denken, – zegt de profeet in de lezing – dat het als enigste is uitgekozen om volk van God te worden. Want God zal alle volken en talen bijeen roepen. Ook al heeft Israël om zo te zeggen de primeur, dat wil nog niet zeggen dat het volk nu op zijn lauweren kan gaan rusten. Of Israël werkelijk het volk van God kan zijn, moet blijken uit een trouwe inzet die van dag tot dag wordt waargemaakt.

En dat geldt ook voor ieder van ons. Of wij werkelijk mensen van God, mensen naar Gods beeld zullen zijn, dat moet blijken uit onze trouwe inzet die van dag tot dag wordt waargemaakt. Wij zullen straks het Brood van de Heer delen met elkaar. Maar alleen het aanzitten aan de Tafel van de Heer geeft ons geen toegangsbewijs tot het koninkrijk van God. Of wij binnen zullen gaan door de nauwe poort, hangt af van onze kennis van het wachtwoord. En dat wachtwoord moet niet alleen maar uitgesproken worden, het moet vooral gedaan zijn: gerechtigheid.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten