12 mei 2019

Heilig vuur

Overweging op de 4e zondag van Pasen (jaar C)

Lezingen: Handelingen 13,14.43-52; Johannes 10,27-30

Een wijs man heeft eens gezegd: 'Vraag je niet af wat de wereld nodig heeft. Vraag je af waar jij door bezield raakt, wat jou enthousiast maakt. En als je dat weet, ga daar dan achteraan. Want wat de wereld nodig heeft, dat zijn mensen die bezield en enthousiast zijn.'

Bezieling en enthousiasme moeten ook een grote rol hebben gespeeld in het verhaal, dat we gehoord hebben uit de Handelingen. Paulus en Barnabas komen op hun reis in Antiochië aan. Ze zijn in vuur en vlam. Ze weten daardoor zoveel mensen te winnen voor het geloof in Jezus de Messias, dat de joden er jaloers op worden. Wat er dan gebeurt, wordt in het verhaal vrij nuchter beschreven, maar de emoties die daaronder liggen zijn behoorlijk  heftig. Paulus en zijn mannen verwijten de joden, dat zij de boodschap van God niet aannemen. Op hun beurt maken de joden dan stemming onder de notabelen van de stad. Paulus en Barnabas worden er vierkant uit gezet, waarna zij het stof van hun voeten schudden.


Bevlogen

Het moet er nogal heftig aan toegegaan zijn, daar in Antiochië. Maar het is natuurlijk niet niks, wat er gebeurd is. De joden, zijn – historisch gezien –  als eerste geroepen om de boodschap van God aan te nemen. Maar ze wijzen die boodschap af. En vervolgens wordt de boodschap gericht tot de niet-joden. En dat is eigenlijk heel opmerkelijk, want het gaat in tegen de gangbare verwachtingen. Degenen die nu door Paulus uitgenodigd worden om Gods boodschap te aanvaarden, zijn niet mensen die daarvoor het eerst in aanmerking zouden komen. Nee, het zijn juist de mensen die buiten beeld waren. Het zijn de mensen die (zeker in de ogen van de joden) eigenlijk niet meetelden. Dat zijn de mensen die geraakt worden door de bevlogenheid en het enthousiasme van Paulus en Barnabas.

Ieder van ons kan op bepaalde momenten in vuur en vlam staan. Wij allemaal kunnen – vanuit onze eigen bevlogenheid – een plaats te geven aan de boodschap van God in onze wereld. Ieder van ons kan op zijn eigen manier iets van bezieling over brengen op anderen, kan op zijn eigen manier iets betekenen voor mensen in haar of zijn omgeving. Er zijn mensen, die goed kunnen luisteren en mensen die met veel humor de betrekkelijkheid van het leven laten zien. Er zijn mensen die met een heilig vuur werken aan rechtvaardige verhoudingen, en er zijn er ook die hun liefdevolle zorg geven aan hun gezin. Er zijn mensen die leiding kunnen geven, maar ook mensen die goed zijn in het praktische werk. Er zijn mensen die zeg maar hun ziel en zaligheid leggen in het maken van een fantastische taart, en anderen die een strak aangelegd stoepje voor hun buurman kunnen neerleggen. Er zijn mensen die mooi kunnen zingen of schrijven, en anderen die daar intens van kunnen genieten. Er zijn vele manieren, waarop je het leven voor elkaar de moeite waard kunt maken, waarop je jouw bezieling een kans kunt geven. Er zijn vele manieren waarop je voor mensen in je omgeving zorg kunt hebben; veel manieren waarop je een soort van herder kunt zijn.

Heilig vuur

Met het beeld van de herder wordt in het evangelie aangegeven, hoe Jezus omgaat met de mensen die hij tegenkomt. Hij kent zijn schapen, hij weet wat ze nodig hebben. Hij houdt van ze en accepteert ze inclusief hun fouten en gebreken. Vanuit zijn bezieling nodigt hij mensen uit om hem te volgen, na te volgen. En dan heeft hij het niet over een slaafse, onmondige volgzaamheid. Nee, hij nodigt mensen uit, die een vrijwillige en bewuste keuze maken om hem te volgen op zijn levensweg. Hij heeft het over mensen, die – net als hij zelf – een herder, een pastor willen zijn voor anderen.

Want ieder van ons is geroepen om herder, pastor te zijn voor de mensen die aan haar of hem zijn toevertrouwd. Niet alleen de beroepskrachten in onze kerk, ook niet alleen de vrijwilligers, maar iedere gelovige is geroepen om van zijn eigen bezieling iets door te geven aan anderen. Dat gebeurt vooral in het gewone leven van alledag. Want waar je elkaar kunt bezielen en enthousiast maken, daar is ook warmte en levenskracht, daar is groei en gemeenschap mogelijk. Daar ontstaat iets van dat heilige vuur, dat onze wereld gaande houdt, ondanks de vervelende dingen, die ook in ons leven gebeuren, ondanks teleurstelling en ellende, ondanks ziekte en duisternis. Als wij ruimte maken voor dat heilige vuur, als wij het niet uitdoven, dan ontstaat er geestdrift en inspiratie. En dan voel je dat er iets is, dat ons gaande houdt. Dan is er iets dat ons in vuur en vlam zet om op weg te blijven naar een wereld, waarin ieder mens zijn eigen plaats kan vinden. In vuur en vlam dus voor een wereld, zoals God die bedoeld moet hebben.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten