Overweging op de 2e zondag van de Advent (jaar B)
Lezingen:
Jesaja 40,1-5.9-11;
2 Petrus 3,8-14;
Marcus 1,1-8
In de jaren 30 van de vorige eeuw was Dietrich Bonhoeffer een bekende predikant en theoloog in Duitsland. Hij was een markante tegenstander van het nazi-regime. Hij werd gearresteerd op aanklacht van hoogverraad. Na een verblijf in verschillende gevangenissen en concentratiekampen werd hij op 9 april 1945 geëxecuteerd. Een van zijn mooiste gedachten vind ik de volgende: 'God vervult niet al onze wensen, maar wel al zijn beloften.' Daarmee brengt Bonhoeffer twee dingen onder de aandacht. God komt niet tegemoet aan alles wat
wij graag zouden willen. Er zijn wensen en verlangens, die niet vervuld worden. Maar de medaille heeft een keerzijde. Want God vervult wel wat
hij toezegt aan mensen. En die belofte heeft altijd te maken met waar het in de lezingen van vandaag om gaat. God belooft namelijk gerechtigheid en vrede, hij belooft toekomst voor mensen, hij belooft een wereld waarin
alle mensen een plaats zullen krijgen. En aan die belofte, zegt Bonhoeffer, blijft God trouw.
Oké, zullen sommige mensen misschien zeggen, belofte maakt schuld. Als God dan gerechtigheid en vrede belooft, waarom zorgt hij daar dan niet voor? Er zijn zelfs mensen, die ermee willen spotten: 'Wat is dat nou voor een God, die zijn belofte niet waar maakt? Kun je hem soms niet vertrouwen?' Ook in de tweede lezing hebben we gehoord, dat er mensen zijn die menen, dat God talmt met zijn belofte. Maar, zegt Petrus, dat is niet zo. Wat er aan de hand is, is dat God geduld heeft, veel meer dan mensen. Hij wil mensen daarmee de gelegenheid geven dat ze tot inkeer komen.