25 december 2017

Een kind wijst de weg

Overweging op Eerste Kerstdag

Lezingen: Jesaja 52,7-10; Johannes 1,1-5.9-14

'Weet je nog, toen we elkaar nog maar pas kenden?' Het koppel dat na jaren terug kijkt op het begin van hun relatie, haalt herinneringen op. Er is een zekere vertedering te beluisteren in de manier waarop ze elkaar de verhalen vertellen uit die begintijd. En je voelt ook, dat de vlam van toen nog niet is uitgedoofd. Ja, de felheid en de passie van hoe het ooit begon, dat is wel wat afgezwakt. Maar de diepe trouw, die in al die jaren alleen maar sterker is geworden, klinkt door in elke spatie tussen de woorden.

We doen het graag: elkaar verhalen vertellen van hoe het begon. Niet alleen verhalen over de relatie tussen twee geliefden, maar ook over hoe een kind wordt geboren en opgenomen in de warmte van het gezin; verhalen over hoe een nieuwe start werd gemaakt nadat je op een doodlopende weg was geraakt of hoe een natie werd opgebouwd nadat er een verwoestende oorlog is geweest. Hoor maar hoe Jesaja jubelende woorden gebruikt om te laten horen hoe Jahwe zijn volk weer nieuwe moed geeft.


In principe

Verhalen over een nieuw begin blijven ons inspireren en enthousiast maken. Dat soort verhalen horen we ook op deze eerste kerstdag, al klinken de woorden uit het evangelie van Johannes nogal abstract. 'In het begin was het Woord.' In het begin: dat doet denken aan de eerste woorden uit het boek van de schepping. Daar staat: in het begin schiep God de hemel en de aarde. In het begin: dat klinkt alsof het gaat om een tijdsaanduiding. Maar als je de woorden op deze manier opvat, dan ontdek je slechts een deel van de rijkdom, die het verhaal wil vertellen. Het latijn zegt: 'In principio creavit Deus caelum et terram.' In principe, dus in beginsel creëerde God hemel en aarde. Het verhaal van de schepping is daarom niet allereerst een historisch verhaal. Het is geen beginverhaal, maar een beginselverhaal. In principe schiep God. Aan dat principe hebben wij ons bestaan te danken, zegt het verhaal. En aan het einde van elke dag – zo gaat het verhaal – stelt God vast, 'dat het goed was'. Het principe, de oorsprong van ons bestaan en van de wereld waarop wij mogen leven, is dus goed. Tov, zoals de joden zouden zeggen.

Met dit inzicht gaan we weer terug naar het evangelie van deze kerstmorgen. In het begin was het Woord. Het klinkt ook hier mooier en beter in het latijn: 'In principio erat Verbum.' Hoor je het verschil? Niet 'in het begin', maar 'in principe.' Het Woord als beginsel van alles wat daarna en daaruit ontstaat. Van woorden kan immers heel veel kracht uitgaan. Jazeker, het tegendeel is ook waar: woorden kunnen veel verhullen, verduisteren of zelfs vernietigen. Er kan een negatieve kracht in woorden schuil gaan. Woorden kunnen uitdraaien op nietszeggend gewauwel. Maar zonder woorden zou niets tot stand komen. Met woorden wijzen mensen elkaar een richting, spreken ze elkaar moed in, ontdekken ze nieuwe vergezichten, bieden ze troost in dagen van verdriet.

Weerloos

In beginsel was het Woord. Het Woord als scheppende kracht. Op die manier geeft de evangelist Johannes een geboortekaartje af van dat weerloze kind, waaruit tenslotte een grote kracht gaat groeien. 'Weet je nog, hoe het was in het begin?' zeggen wij vanochtend tegen elkaar. Weet je nog, hoe het in beginsel was? Hoe het oorspronkelijk is bedoeld? Door God? God, die ons een kind gaf om ons de weg te wijzen? Een kind! Een kind wijst ons de weg!

Geen sterke man, die wel even vertelt hoe het allemaal moet. Geen krachtige leider, die precies weet wat er moet gebeuren en waaraan iedereen zich maar te houden heeft. Niets van dat alles. Als een weerloos kind, aangewezen op de liefdevolle zorg van anderen, zo wil God onder de mensen komen. Als een hulpeloos wezentje, dat – alleen door er te zijn – ruimte vraagt om te mogen bestaan en een plaats te krijgen in die grote en vaak gewelddadige wereld: zo wil God onder de mensen komen. Als een kwetsbaar mensje, dat ons aankijkt met vragende ogen, en dat leven moet van ons mededogen, zo wil God onder de mensen wonen.

Een kind wijst de weg

Weet je nog, hoe het was in het begin? Een kind heeft ons de weg gewezen. Dit kind, waardoor God een nieuw begin wil maken met de mensen. Dit kind is, zoals de profeet Jesaja het verwoordt, het heil dat komt van onze God. Dit kind immers haalt alle krachtpatserij onderuit, dit kind moet niets hebben van alle branieschopperij, dit kind is enkel uit op mededogen en barmhartigheid.

Zo wordt ons de weg gewezen naar een andere manier van samenleven. De weg naar een wereld waarin niet het recht van de sterkste, maar het recht van de zwakste heerst. Een kind wijst ons de weg. Vanuit dat nieuwe begin, vanuit dat beginsel kunnen wij blijven hopen, dat God met ons mensen begaan is en begaan blijft. Want een kind – het kind van Bethlehem – wijst ons de weg.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten