Overweging op Palmzondag (jaar A)
Lezingen: Jesaja 50,4-7; Matteüs 27,11-54
Over een paar weken wordt in Tilburg koningsdag gevierd. Het koninklijk paar zal worden onthaald in een sfeer van blijdschap en uitbundigheid, terwijl heel Oranjeminnend Nederland kan meekijken via de televisie. Zo'n sfeer van uitgelaten vrolijkheid moet er ook geweest zijn tijdens de intocht die Jezus hield in Jeruzalem. De verwachtingen zijn hooggespannen. Het lijkt alsof deze man een nieuw soort leiderschap introduceert. Iemand die een gezag uitstraalt, dat van binnenuit komt. Iemand die zich niet laat voorstaan op zijn positie, maar die erop uit is om mensen werkelijk recht te doen.
Uitbundig
In zo'n sfeer is het goed voorstelbaar, dat mensen deze man, Jezus, een uitbundig welkom bereiden. Maar Matteüs, degene die over deze gebeurtenis vertelt, wijst er fijntjes op dat wat hier gebeurt eigenlijk de vervulling is van een oude profetie. De koning die zou komen, aldus de profeet Zacharia, zal zachtmoedig zijn en gezeten op een ezelsjong. Geen koning van pracht en praal, niet een die met overmacht en geweld zijn gezag handhaaft, geen overwinnaarstype dat zich breed maakt ten koste van anderen. Als hij al koning is, dan een koning in dienstbaarheid. Dat maakt hem niet alleen indrukwekkend, maar ook kwetsbaar.Daarom hangt er over de vrolijkheid van de feestelijke intocht toch ook al een schaduw. Jezus wordt blijmoedig binnengehaald in de stad, waar hij ook zijn schandelijke einde zal vinden. De meest eenzame uren in zijn leven brengt hij hier door, in deze stad: de stad van vrede, maar ook de stad van de wrede verlatenheid. Hier blijkt, dat alles waar Jezus voor staat, door mensen niet begrepen wordt. En dat heeft alles te maken met de vraag, of mensen – wij dus – hem kunnen volgen op zijn weg. Want het is een weg die leidt langs afgronden, langs vernedering, langs absolute eenzaamheid, langs lijden en dood. Het Jeruzalem van toen, de stad van wrede verlatenheid, zou je vandaag zomaar kunnen vervangen door de Syrische stad Homs. In dat land, waar het hemeltergende geweld iedere poging tot vrede en verzoening bruuskeert, werd drie jaar geleden pater Frans van der Lugt op kille wijze vermoord. Hij wilde stand houden. Hij wilde zijn ideaal van trouw en nabij-zijn niet opgeven. Hij ging de weg van Jezus.
Geconfronteerd
Willen wij, kunnen wij die weg met Jezus gaan? In de komende week worden wij gevraagd en uitgedaagd om die weg te gaan. Wij worden geconfronteerd met de vraag of wij de eenzaamheid, de desillusie, de mislukking, de pijn, het onrecht durven delen met Jezus en met ieder mens die dit alles overkomt. Kunnen wij het uithouden, kunnen wij erbij blijven, als mensen zoveel ellende en verdriet, zoveel tegenslag en onbegrip te verwerken krijgen?Delen in de vreugde gaat ons gemakkelijker af. Delen in het verdriet is lastiger. Maar er is ook een andere kant. Want delen in de vreugde is vluchtig, is voorbijgaand. Als het feest voorbij is, dan voegen we ons weer gemakkelijk en snel naar de orde van de dag. Maar delen in het verdriet is duurzaam, is blijvend, want wie in het verdriet zijn vrienden leert kennen, zijn echte vrienden, die weet op wie hij bouwen kan. Trouw zijn aan je naaste, in en door de miserie heen, betekent blijvende trouw, duurzame trouw, misschien wel eeuwige trouw.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten