30 april 2017

Kijken en zien

Overweging op de 3e zondag van Pasen (jaar A)

Lezingen: Handelingen 2,14.22-32; Lucas 24,13-35

'Je gaat het pas zien, als je het door hebt.' Het is een van die wonderlijke, maar hele rake uitspraken van misschien wel de grootste voetballer uit de Nederlandse geschiedenis. Johan Cruijff had meer van dit soort gedachten, maar deze is heel erg van toepassing op het verhaal van de Emmaüsgangers: je gaat het pas zien, als je het door hebt.

Emmaüsgangers, herkennen, brood, breken, delen
Verdriet

De twee vrienden – compleet teleurgesteld in de afloop van de gebeurtenissen in de voorbije dagen – keren moedeloos en verdrietig naar huis terug. Een onbekende loopt met hen op. De verteller van het verhaal, Lucas, geeft ons, de luisteraars, een voorsprong op de twee mannen, want hij laat ons weten wie deze derde is: Jezus zelf. Maar de ogen van de twee vrienden blijven gesloten: zij herkennen hem niet. Hun teleurstelling en verdriet, hun frustratie en wanhoop zijn kennelijk zo groot, dat ze alleen naar binnen kijken, naar wat hen zelf enorm bezig houdt. En we weten allemaal: wie opgeslokt wordt door zijn eigen verdriet,is nauwelijks in staat om de wereld om zich heen waar te nemen. Het enig wat telt, is je eigen verlies.



De vreemdeling ziet op een of andere manier hun teleurstelling. Hij nodigt hen uit om zich te uiten, nodigt hen uit om hun hart te luchten. De grote uitvoerigheid waarmee de twee dat doen, geeft aan hoe goed het is dat iemand wil luisteren naar hun trieste verhaal, naar hun teleurstelling. En ook deze ervaring is ons bekend: als we het gevoel hebben, dat de ander ons serieus neemt – hoe triest het verhaal ook is – dan geeft dat lucht. Het geeft ruimte, ook al verandert de situatie en het verdriet daarmee nog niet.

Vervulling

Maar dan is het de vreemdeling zelf, die het woord neemt. Met groot geduld legt hij uit, dat wat er met Jezus is gebeurd een vervulling is: de vervulling van wat vroeger al in de oude geschriften werd vermeld. Het lijden en de dood van de Messias is slechts een voorstadium van wat nog ging komen. En juist dat (datgene wat zou gebeuren aan de dood voorbij) is veel meer dan wat het tragische einde leek te zijn. 'Moest de Messias dat alles niet lijden om in zijn glorie binnen te gaan?' De overwinning op de dood kan alleen maar gebeuren als eerst de dood is ondergaan. Anders gezegd: Pasen is niet verkrijgbaar zonder de dood van de voorafgaande Vrijdag erbij te nemen.

Maar je gaat het pas zien, als je het door hebt. Nog steeds zijn de ogen van de twee vrienden niet open gegaan. Nog steeds beseffen ze niet, wie met hen is opgelopen. Al voelen ze wel, dat ze deze vreemdeling graag nog een tijdje bij zich willen hebben. Pas als ze samen de maaltijd gebruiken, vallen hun de schellen van de ogen. Want de vreemdeling verandert zomaar van rol: hij is geen gast meer, maar wordt de gastheer. De manier waarop hij het brood neemt, de zegenbede uitspreekt, het brood breekt en het deelt – die wijze van doen komt hen bekend voor. Dat hebben ze eerder gezien! Zo deed Jezus het toch ook, toen hij nog in hun midden was? Toen hij nog leefde? Leefde? Maar als hij het nu, voor hun ogen, weer doet, dan betekent het niet dat hij leefde. Dan betekent het dat hij leeft.

Niet mogelijk?

En dan gebeurt het: je gaat het zien, als je het door hebt. Allemachtig, zeg! Terwijl ze de levende Jezus herkennen, terwijl ze hem zouden willen vasthouden en omhelzen van vreugde, verdwijnt hij acuut uit hun ogen. Met enorme verbazing kijken de twee elkaar aan. Wat hier gebeurd is, dat houd je toch niet voor mogelijk! En toch kunnen ze niet anders dan inzien, dat het Jezus zelf was die met hen de maaltijd deelde. En dan herinneren ze zich ook, hoe enthousiast ze geworden waren door de woorden die dezelfde Jezus onderweg tegen hen sprak.

Maar nu is hij uit hun ogen verdwenen. Daarom echter niet getreurd: hun vreugde is zo groot, zo overweldigend, dat ze stante pede naar Jeruzalem terugkeren. De andere vrienden van Jezus moeten hiervan weten! Ze moeten vertellen hoe ze Jezus herkend hebben aan de manier waarop hij het brood brak en deelde.

Kijken en zien

Je gaat het pas zien, als je het door hebt. Kennelijk moet je op een bepaalde manier leren kijken, om te zien wat er werkelijk aan de hand is. Kijken en zien kunnen twee heel verschillende dingen zijn. 'Zien' is dan de manier van kijken die achter de harde realiteit nog iets anders ontdekt. Achter de realiteit van de dood is er de mogelijkheid van nieuw leven, van anders leven. 'Zien' is dan de manier van kijken, die ziet dat in het verschrompelde, afgeleefde lichaam van een hoogbejaarde veel wijsheid, hartelijkheid en liefde schuil gaat. Het is de manier van kijken, die ziet dat in het speelse, snaakse lichaam van een jeugdige veel nieuwe mogelijkheden en mooie kansen te ontdekken zijn. Het is de manier van kijken, die (door middel van de Vastenactie) ziet dat in de chaos en gewelddadigheid in El Salvador toch ook veel vriendschap en saamhorigheid te ontwaren is. Het is de wijze van kijken, die ziet dat in de naderende dood van een geliefde ook de genegenheid en de gedachte aan de mooie herinneringen liefdevol gedeeld kunnen worden.

Zo mogen wij leren zien, dat Jezus – in totale verlatenheid gestorven aan het kruis – als de Levende in ons midden aanwezig is. Je gaat het pas zien, als je het door hebt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten