Overweging op de 1e zondag van de Veertigdagentijd (jaar A)
Lezingen: Genesis 2,7-9; 3,1-7; Matteüs 4,1-11
Reclame is de strategie van het verleiden. Veel reclameboodschappen zijn erop gericht om toch vooral het voordeel voor de klant uit te lichten. Maar laten we eerlijk zijn: uiteindelijk wil de aanbieder zijn producten aan de man brengen en eraan verdienen. Natuurlijk moet de verkoper ook zijn boterham kunnen verdienen, daar is niks mis mee. Maar als consument moet je wel goed weten wat je wilt. Is het echt nodig, dat je op die verleidelijke aanbieding ingaat? Of kun je de aankoop nog een tijdje uitstellen? Of is het zelfs zo, dat je heel goed kunt leven zonder de nieuwste telefoon, de smakelijke pizza of de sexy eau de toilette aan te schaffen?
Kwetsbaar
Verleiding is zou oud als de mensheid. Het gebeurt als mensen ingaan op voorstellen, die vooral het belang van de ander dienen En dat kan helemaal los staan van de vraag, of daarmee ook je eigen belangen, je echte behoeften zijn gediend. Je kunt je laten verleiden tot onmatig eten of drinken, tot het ingaan op ongepaste relaties, tot jezelf zodanig verliezen in je werk dat je persoonlijke contacten eronder gaan leiden, tot een leefstijl die geen of te weinig rekening houdt met de eisen van ons milieu. Verleid worden betekent vrijwel altijd, dat je ingaat op oneigenlijke motieven die je worden voorgespiegeld.Het verhaal uit de eerste lezing is daarvan een sprekend voorbeeld. De slang spiegelt de vrouw een werkelijkheid voor, die haar op gelijke voet zou brengen met de wijsheid van God zelf. De intrige begint met een sluwe vraag: 'Heeft God werkelijk gezegd dat je van geen enkele boom in de tuin mag eten?' Nee, natuurlijk heeft God dat niet gezegd, want er is maar een boom waarvan de vruchten zijn ontzegd aan de mensen. Maar de vrouw gaat het gesprek aan, en dan is de grens al overschreden. Ze laat zich overtuigen door de woorden van de slang. En in haar kielzog doet de man precies hetzelfde. Het idee gelijk te zijn aan God zelf – door kennis te hebben van goed en kwaad – is zo aantrekkelijk, dat de verleiding niet kan worden weerstaan. Maar het inzicht komt later, eigenlijk te laat. Het komt de mens niet toe gelijk te zijn aan God. Want kennis van goed en kwaad maakt ook de kwetsbaarheid van mensen duidelijk. Het naakt zijn symboliseert deze kwetsbaarheid. Wie weet heeft van goed en kwaad, kan immers kiezen: soms het goede, maar ook het kwade. Soms wat het leven ten goede komt, maar ook wat het leven beschadigt.
Oneigenlijke motieven
Daarom is het nodig de juiste keuze te maken. Dat is niet altijd eenvoudig en nog minder vanzelfsprekend. Het vraagt om bezinning (soms wel veertig dagen lang), het vraagt inzicht en ook een bepaalde strijd. Een innerlijke strijd, die in het evangelie wordt verbeeld in de tweespraak tussen de sluwe, diabolische beproever en Jezus. Tot drie keer toe spiegelt de tegenstrever Jezus een optie voor, die hem macht kan geven: macht over de natuurelementen, macht in de verhouding tot God en macht in de wereldse politiek. Maar de veertig dagen van matiging hebben Jezus geleerd, waar het werkelijk op aankomt: niet het uitoefenen van macht maar het dienen van God en mensen. Dat is waar het om draait. Hij doorziet de oneigenlijke motieven van de verleider en koerst op wat er werkelijk toe doet.Wij staan aan het begin van een periode van veertig dagen waarin we ons willen bezinnen op wat in ons leven, ons leven met elkaar, nu echt ertoe doet. Veertig dagen waarin we proberen om sommige verleidingen te weerstaan, omdat die verleidingen ons kunnen afhouden van de werkelijke motieven die ons leven betekenis en zin geven. Veertig dagen waarin de matiging ons kan helpen om de juiste koers te vinden. En als we daarbij de weg van Jezus proberen te volgen, dan komt dat erop neer dat het dienstbaar willen zijn meer (of betere) kwaliteit geeft aan ons samenleven dan het uitoefenen van macht.
Minder voor meer
Hoe kunnen we in deze veertig dagen, die de aanloop vormen naar de viering van Pasen, de viering van nieuw-leven-tegen-alle-verwachting-in, – hoe kunnen we onszelf en elkaar helpen de verleidingen te weerstaan? Hoe kunnen we elkaar helpen de juiste motieven voor ons handelen op het spoor te komen? Er zijn vele manieren. Minder eten, drinken, roken. Minder gebruik van auto, sociale media, televisie. Minder jezelf op de voorgrond plaatsen. Minder … vul zelf maar in. Maar uiteindelijk met de bedoeling om beter zicht te krijgen op wat de innerlijke kwaliteit van ons leven bevordert. Meer oog voor wie gehoord wil worden. Meer aandacht voor wie eenzaam, ziek of verdrietig is. Meer werk maken van rechtvaardige verhoudingen in onze wereld. Meer zorg voor de schepping die ons gegeven is.Minder van het een om meer van het ander te bereiken. Minder kwantiteit om meer kwaliteit te realiseren. Het lijkt de wereld op zijn kop: minder voor meer. Maar dat is precies waar we ons op willen toeleggen in deze veertig dagen. En bidden we God, dat hij ons daartoe de inspiratie mag geven: minder voor meer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten