28 oktober 2018

De ogen openen

Overweging bij de 30e zondag door het jaar (jaar B)

Lezingen: Jeremia 31,7-9; Marcus 10,46-52

Je hoort wel eens, dat iemand uit een winkel een kleinigheid steelt. Niet zozeer omdat hij het nodig heeft, maar omdat het een manier is om aandacht te krijgen. Natuurlijk kun je daarom de diefstal niet goedkeuren. Maar de schreeuw om aandacht kan wijzen op andere problemen. Bijvoorbeeld dat iemand in zijn omgeving geen waardering of respect krijgt. Of dat er zelfs sprake is van ernstige verwaarlozing thuis.

Detail van een schilderij uit 1470-1480 van
de Meester van de Inzameling van het Manna
Catharijneconvent, Utrecht 7 feb 2015

Verlangen naar aandacht

De schreeuw om aandacht horen we ook in het verhaal uit het evangelie. De blinde bedelaar langs de weg, even buiten Jericho, begint luidkeels te roepen, staat er. Hij begint te schreeuwen, als hij hoort dat Jezus langs zal komen. Hij wil de aandacht van Jezus. Dat wordt hem niet in dank afgenomen door de omstanders. Hij wordt afgesnauwd, terug gezet als het ware naar de kant van de weg. Zo'n bedelaar, zo'n schreeuwlelijk, hoort niet thuis op de weg die Jezus gaat. Hij hoort er niet bij. Maar de man laat zich niet wegduwen. Hij begint nog harder te roepen. Zijn verlangen naar aandacht van Jezus is groter dan de angst om weggedrukt te worden. En zijn geschreeuw heeft resultaat.

Jezus laat hem bij zich komen. Het roepen van de blinde heeft een drievoudig roepen van Jezus en de omstanders tot gevolg. Jezus zegt: 'Roept (1) hem eens hier.' Dan roepen (2) de omstanders de blinde toe: 'Heb goede moed. Hij roept (3) je.' Er is dus sprake van een roepingsverhaal. Dat is in de bijbel meestal een verhaal, waarin iemand geroepen wordt een opdracht op zich te nemen. Dat gebeurt hier ook. Want als Jezus vraagt: 'Wat wil je nu eigenlijk? Waar verlang je naar?', dan zegt de blinde: 'Maak dat ik weer kan zien.' En 'opnieuw kunnen zien' betekent hier niet alleen, dat hij wil kunnen kijken met zijn ogen. Het betekent veel meer nog, dat hij nieuw zicht krijgt op de weg die hij in zijn leven moet gaan. En dat hij dat nieuwe zicht ook werkelijk heeft gekregen, blijkt uit de slotzin van het verhaal. 'Hij sloot zich bij Jezus aan op zijn tocht.' Hij wil Jezus dus volgen, hij wil gaan waar Jezus gaat, en doen wat hij doet. Dat is de opdracht waartoe hij geroepen wordt.

21 oktober 2018

Een prachtige paradox

Overweging op de 29e zondag door het jaar (jaar B)

Lezingen: Jesaja 53,10-11; Marcus 10,35-45

Het kan heel gezond zijn om in je leven te koersen op je ambities, bijvoorbeeld om een bepaalde opleiding te voltooien of om je bedrijf goed in de markt te zetten. Door te streven naar een bepaald doel in je leven houd je jezelf scherp en alert. Daardoor ben je beter in staat om de hoofd- en de bijzaken te onderscheiden. En het kan een grote voldoening geven, wanneer je constateert dat je ambitie je heeft gebracht, waar je wilde zijn.
Afbeelding van GoodFreePhotos.com

Ware grootheid

Toch kan het woord ambitie ook een negatieve bijklank hebben. Dat is het geval, wanneer ambitie gaat samenvallen met eerzucht. Je streeft dan een bepaald doel na omwille van het aanzien dat het je oplevert. Niet het goede resultaat van je streven staat dan voorop, maar het stijgen in de achting van anderen. Aanzien, status, prestige, invloed, glans en grootheid zijn doelen waarnaar mensen kunnen streven, maar je kunt je afvragen of daarin nou de ware grootheid is te vinden.

Zeker niet, als we de schriftlezingen van vandaag serieus nemen. In de passage uit de profeet Jesaja wordt gesproken over een dienaar van God, die bereid is om vernedering en lijden op zich te nemen. En nog wel, zo horen we, op een besluit van God zelf. Wat is dat dan voor een wrede God, dat hij zoiets toestaat? Dat hij zelfs een positieve beslissing neemt in deze zaak? Om dit besluit van God te kunnen plaatsen, moet je het goed verstaan. Het is volgens mij geen actief, maar een passief besluit. Als zijn dienaar wordt vernederd, besluit God om niet in te grijpen. Daardoor wordt zijn bedoeling duidelijker dan wanneer hij wel zou ingrijpen.

14 oktober 2018

Loslaten om te winnen

Overweging bij de 28e zondag door het jaar (jaar B)

Lezingen: Wijsheid 7,7-11; Marcus 10,17-30

Wat zou er gebeurd zijn "als die rijke man nu eens 'ja' had gezegd op de uitnodiging van Jezus om alles te verkopen en aan de armen te geven: wat zou hij dan hebben ontdekt, wat zou er dan met hem zijn gebeurd? Het plezierige is, dat we inderdaad een antwoord op die vraag hebben, maar dan van een andere man, die inderdaad op die uitnodiging is ingegaan. En dat is Fran­cis­cus van Assisi. Hij "heeft ontdekt: de onvoorstelbare rijkdom van de vrijwillige armoede.

Foto van Mr.TinDC, gevonden op Flickr.com,
(licentievoorwaarden CC BY-ND 2.0)
In bruikleen

We moeten goed begrijpen, dat armoede niet alleen op materiële dingen betrekking heeft. Het is meer een levenshouding, waarin je niets beschouwt als je eigen bezit, maar alles als een geschenk ziet dat ons in bruikleen is gegeven. Dus niet alleen geld, maar ook onze gezondheid, onze talenten, onze functie, het water, de lucht, de dieren, de planten. Niets mag van jou (alleen) zijn. Alles wat er is, wat je hebt, heb je in bruikleen. Pas wie dit helemaal beseft, wordt als Franciscus een blije en dankbare mens. En dat is wat hij ontdekt heeft." (Paul Chapel, Geschreven voor u, overwegingen bij de schriftlezingen van de zondagen in jaarcyclus B, Hilversum (Gooi & Sticht) 1990, 142v)