21 oktober 2018

Een prachtige paradox

Overweging op de 29e zondag door het jaar (jaar B)

Lezingen: Jesaja 53,10-11; Marcus 10,35-45

Het kan heel gezond zijn om in je leven te koersen op je ambities, bijvoorbeeld om een bepaalde opleiding te voltooien of om je bedrijf goed in de markt te zetten. Door te streven naar een bepaald doel in je leven houd je jezelf scherp en alert. Daardoor ben je beter in staat om de hoofd- en de bijzaken te onderscheiden. En het kan een grote voldoening geven, wanneer je constateert dat je ambitie je heeft gebracht, waar je wilde zijn.
Afbeelding van GoodFreePhotos.com

Ware grootheid

Toch kan het woord ambitie ook een negatieve bijklank hebben. Dat is het geval, wanneer ambitie gaat samenvallen met eerzucht. Je streeft dan een bepaald doel na omwille van het aanzien dat het je oplevert. Niet het goede resultaat van je streven staat dan voorop, maar het stijgen in de achting van anderen. Aanzien, status, prestige, invloed, glans en grootheid zijn doelen waarnaar mensen kunnen streven, maar je kunt je afvragen of daarin nou de ware grootheid is te vinden.

Zeker niet, als we de schriftlezingen van vandaag serieus nemen. In de passage uit de profeet Jesaja wordt gesproken over een dienaar van God, die bereid is om vernedering en lijden op zich te nemen. En nog wel, zo horen we, op een besluit van God zelf. Wat is dat dan voor een wrede God, dat hij zoiets toestaat? Dat hij zelfs een positieve beslissing neemt in deze zaak? Om dit besluit van God te kunnen plaatsen, moet je het goed verstaan. Het is volgens mij geen actief, maar een passief besluit. Als zijn dienaar wordt vernederd, besluit God om niet in te grijpen. Daardoor wordt zijn bedoeling duidelijker dan wanneer hij wel zou ingrijpen.


Stille aanklacht

De vernedering wordt immers toegebracht door – ja hoor, daar zijn ze weer – de machthebbers, de macho’s, de sterksten van deze wereld. Als je daar iets tegenin wilt brengen, moet je een nog machtiger machthebber zijn, een übermacho. Die kant wil God zeker niet op. Hij laat de vernedering van zijn dienaar toe; en de dienaar laat na om zijn folteraars iets te verwijten. Juist het feit, dat hij al het onrecht over zich heen laat komen, is een stille aanklacht tegen het gedrag van de sterksten. Juist het zwijgen van de dienaar maakt, dat de macho’s zich ongemakkelijk gaan voelen. Ze gaan wellicht nadenken over hun gedrag. Misschien komen ze tot het inzicht dat je meer gezichtsverlies lijdt waar de menselijkheid wordt gebruuskeerd, dan waar de humaniteit een kans krijgt of wordt bevorderd.

Ambitieus, in de zin van eerzuchtig, zijn ook Jakobus en Johannes. Ze vragen Jezus onomwonden om te delen in zijn glorie. Maar even onomwonden maakt Jezus duidelijk, dat ze niet het flauwste benul hebben, waar het hem nou werkelijk om te doen is. Net voordat Jakobus en Johannes met hun vraag naar Jezus komen, heeft hij zijn leerlingen verteld over het weinig aantrekkelijke vooruitzicht van zijn eerloze dood aan het kruis. Jezus zal dezelfde weg moeten gaan die ook de lijdende dienaar in de eerste lezing is gegaan. En om die weg nog eens te onderstrepen, houdt hij zijn leerlingen voor hoe zij met elkaar moeten omgaan. Het beste middel om je eigen zorgen te verzachten, is die van anderen te verlichten. Niet heersen dus, maar dienen.

Bereid zijn

Dat betekent dus: bereid te zijn om een bescheiden plek in te nemen. Bereid zijn om je kwetsbaar op te stellen. Bereid zijn om je te laten raken door het verdriet of de ellende van een ander. Bereid zijn om te investeren in de toekomst van een ander. Bereid zijn om jezelf te zien als deel van een groter geheel. Bereid zijn om ervan af te zien jezelf voortdurend in het middelpunt te plaatsen. Niet heersen, maar dienen dus.

En als je vandaag om je heen kijkt, dan zie je ook gebeuren dat mensen zichzelf in dienst stellen van anderen. Waar ouders echt investeren in de opvoeding van hun kinderen, waar leerkrachten met hart en ziel hun leerlingen vooruit helpen, daar durven mensen de minste te zijn, durven ze zich dienstbaar op te stellen. Waar vrijwilligers hun taak belangeloos maar zeker niet vrijblijvend oppakken, waar mantelzorgers voortdurend klaar staan voor zorgbehoevende mensen, daar durven zij de houding van de dienstknecht aan te nemen. Waar ontwikkelingswerkers en Artsen zonder Grenzen zich vele opofferingen getroosten om medemensen bij te staan in ontwikkelingslanden en oorlogsgebieden, daar durven zij de dienaar van anderen te zijn. Waar ondernemers bereid zijn het eigen verlies op de koop toe nemen om de werkgelegenheid in hun bedrijf veilig te stellen, waar managers zouden afzien van hun bonus om de kwaliteit van de zorg daadwerkelijk te verbeteren, daar zien we in de praktijk gebracht hoe niet het heersen maar het dienen de menselijkheid in onze wereld dichterbij kan brengen.

Een prachtige paradox

Zo leert ons christelijk geloof ons te leven vanuit een prachtige paradox: wie groot wil zijn moet bereid zijn positie van de dienaar in te nemen. Wie groot wil zijn moet klein durven zijn. Je innerlijke kracht vinden in je kwetsbare opstelling. Die kracht heeft Jezus gevonden in zijn vertrouwen op God. Mag het ons gegeven zijn om te leven vanuit die kracht, vanuit dat vertrouwen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten