05 augustus 2018

Leerschool in vertrouwen

Overweging bij de 18e zondag door het jaar (jaar B)

Lezingen: Exodus 16,2-4.12-15; Johannes 6,24-35

Er zijn veel manieren, waarop mensen zoeken naar vervulling in hun leven. De een doet alles om het zijn geliefde naar de zin te maken, de ander zoekt het in vrijwilligerswerk voor Amnesty. Weer een ander verliest zich helemaal in muziek of sportieve uitdagingen, en een vierde komt tot zichzelf in de stilte van een klooster. Op allerlei manieren willen mensen zin en invulling geven aan hun bestaan. De honger naar zin is vandaag misschien wel groter dan ooit, al zoeken veel mensen deze zinvervulling niet meer in de kerken.

De Schriftlezingen vandaag gaan ook over de vraag, hoe de honger naar zin kan worden vervuld. In de eerste lezing hoorden we een gedeelte uit het lange verhaal over de tocht van de Israëlieten door de woestijn. De zin van deze barre tocht is, dat het volk van God is bevrijd uit de slavernij in Egypte, en dat het op weg is naar eigen grond om op te wonen. Maar de ontberingen onderweg brengen de Israëlieten aan het twijfelen. Vrijheid is een mooi ideaal, maar als je omkomt van de honger, dan is zo'n ideaal eerder een illusie. Het voormalige slavenvolk stelt zijn leider, Mozes, verantwoordelijk voor het dreigende fiasco. En in zijn persoon wordt eigenlijk ook God ter verantwoording geroepen. Het vertrouwen wordt opgezegd.


Vertrouwen

Maar als je het verhaal goed beluistert, dan speelt er nog een andere laag mee. Want misschien is het tegendeel wel het geval: God stelt de Israëlieten op de proef. Zijn vraag is eigenlijk, of zij genoeg vertrouwen hebben in hem. Durven zij erop koersen, dat degene die hen uit de slavernij heeft gered, hen nu ook van de hongerdood zal redden? Het voedsel dat iedere morgen geraapt kan worden, is het teken dat God zijn volk niet in de steek zal laten. De tocht door de woestijn is dus niet alleen een route naar de vrijheid, het is ook een leerschool in vertrouwen op God. En daarin moeten de Israëlieten de betekenis zoeken van wat hun leven vervulling kan geven. Vertrouwen op God, vertrouwen op nieuwe kansen en mogelijkheden – juist in moeilijke, uitzichtloze situaties – dat geeft vervulling en betekenis aan je leven.

De vertrouwensvraag is ook aan de orde in de evangelielezing. Waar Jezus ook naar toe gaat, de mensen blijven hem achterna komen. Maar waarom komen ze hem telkens weer opzoeken? Omdat ze zich vergapen aan de wondertekens die ze hem zien verrichten? Omdat ze bij hem de vervulling kunnen vinden voor hun bestaan? Volgens Jezus zelf zijn hun beweegredenen meer van materiële aard. Ze hebben immers gegeten van vijf broden en twee vissen, tot hun honger was gestild.

Brood van leven

Maar Jezus daagt hen uit om meer vertrouwen te hebben, niet zozeer in de tekens die hij verricht, maar in zijn persoon. 'God vraagt u te geloven in degene die hij gezonden heeft.' Maar wat betekent dat dan: geloven in iemand die gezonden is, in iemand met een opdracht? De toehoorders van Jezus willen dat ook graag weten. 'Waardoor kunnen wij zien, dat wij in u moeten geloven?' Het antwoord dat Jezus op die vraag geeft klinkt nogal cryptisch. 'Het echte brood uit de hemel kwam niet van Mozes, maar wordt u door mijn Vader gegeven. Dat brood geeft leven aan alle mensen ter wereld.'  Het perspectief verschuift als het ware. De aandacht is niet langer gevestigd op de fysieke honger van mensen, maar op 'brood dat leven geeft', zelfs eeuwig leven. En dan zegt Jezus: dat brood ben ik.

Jezus vraagt dus om vertrouwen, om geloof in zijn persoon. En het argument daarbij is, dat mensen daardoor kunnen komen tot 'eeuwig leven'. Nu moeten we die term goed verstaan. Eeuwig heeft hier niet zozeer de betekenis van 'voor altijd', maar het is eerder een kwalitatieve aanduiding. Je zou kunnen zeggen: het gaat hier om leven dat duurzaam is, leven dat gericht is op behoud. Leven dus met kansen voor de toekomst, leven dat mogelijkheden opent  – en open houdt. Zoals het voedsel in de woestijn de tocht naar het beloofde land open houdt, zo wil ook het geloof in de persoon van Jezus ons uitnodigen om ons eigen beloofde land binnen te gaan. Het vertrouwen in Jezus nodigt ons uit om idealen na te streven die onze wereld er beter op maken. Het geloof in Jezus wil ons uitdagen om onze eigen vervulling te vinden in het leven. Het vertrouwen in Jezus wil ons begeleiden op weg naar onze eigen bestemming.

Voorbij aan onrecht en armoede

Want zo vinden wij 'eeuwig leven': leven dat stand houdt en dat mensen overeind helpt. Leven dat erop gericht is de ander serieus te nemen in plaats van hem buiten te sluiten. Leven dat erop uit is om het kwetsbare te behoeden en het nietige en onooglijke te erkennen als een manifestatie van God zelf. Leven dat zijn vervulling vindt in het beschermen van de vrijheid van de ander en niet zozeer in het bevredigen van de behoeften van onszelf. Leven waarin barmhartigheid en gerechtigheid de leidende principes zijn en niet het recht van de sterkste. Leven, voorbij aan onrecht en armoede, voorbij aan teleurstelling en ziekte, voorbij aan gebrokenheid en verlamming. Dat kun je met recht noemen: eeuwig leven. Zo mogen wij de weg van Jezus volgen: als een leerschool in vertrouwen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten