Overweging op de 15e zondag door het jaar (jaar B)
Lezingen: Amos 7,12-15; Marcus 6,7-13
Als mensen hun eigen droom willen waar maken, dan moeten ze daar vaak veel voor inleveren. Denk aan sporters, die zich een bepaald doel hebben gesteld. Denk aan mensen als Nelson Mandela of Mahatma Gandhi, die veel weerstand moesten overwinnen om de vrijheid in hun land te bereiken. Denk ook aan kinderen uit kansarme gezinnen, die alles op alles zetten om een diploma te behalen en zo aan hun eigen toekomst te werken. Geloven in het ideaal dat je voor ogen staat, geeft richting en zin aan je bestaan. Maar het maakt je leven er niet altijd gemakkelijker op.
Tegenstellingen
Dat zien we in de eerste lezing ook bij de profeet Amos. Hij leeft in een tijd – ongeveer 750 jaar voor het begin van onze jaartelling – waarin grote politieke en economische tegenstellingen zich voordeden. Het land was verdeeld in het rijke Israël in het noorden en het verarmde Juda in het zuiden. Amos is afkomstig uit het zuiden, en hij kan niet aanzien dat de machthebbers in het noorden zich mateloos verrijken ten koste van kansarme mensen in die dagen. Als hij de machthebbers daarop aanspreekt, wordt hem de wacht aangezegd door Amasja, adviseur in dienst van de koning. Deze Amasja is priester, maar wel een van het type 'wiens brood men eet, diens woord men spreekt.' Kortom, hij adviseert de koning alleen maar wat die graag wil horen. Je voelt op je klompen aan, dat het hard op hard gaat in de confrontatie tussen Amasja en Amos.Want Amos stelt zich onafhankelijk op. Zijn opvatting over wat rechtvaardig is, laat hij niet bepalen door wat de koning vindt, maar door wat God voor ogen staat. Hij is – anders dan Amasja – voor zijn levensonderhoud niet afhankelijk van wie dan ook. Hij hoeft zich dus ook niets aan te trekken van de ideeën van een broodheer. Amos kent zijn opdracht, want God heeft hem gezegd: 'Trek als profeet naar mijn volk Israël.' Vanuit die onafhankelijke opstelling roept Amos de machthebbers op om ook de mensen die het minder getroffen hebben een eerlijke kans te geven in het leven. Gerechtigheid, mensen tot hun recht laten komen, alle mensen een gelijke kans bieden – dat is waar het God om te doen is. Dat is ook de droom van Amos. Daar strijdt hij voor. Om dat ideaal te bereiken, is hij bereid de weerstand van Amasja en zijn koning te trotseren.
Het goede nieuws
Een onafhankelijke opstelling houdt ook Jezus voor aan zijn leerlingen. Ook zijn worden – net als Amos – met een opdracht op weg gestuurd. Ze moeten het goede nieuws van Gods nabije koninkrijk onder de mensen verspreiden. Het goede nieuws is, dat God aan ieder mens de kans wil geven zijn eigen bestemming te vinden. Niet alleen de mensen die in het leven zijn geslaagd, maar ook de zieken en de mensen die door duistere machten zijn bezeten, moeten die kans krijgen.De onafhankelijke opstelling van de leerlingen blijkt op twee manieren. Ten eerste moeten ze geen overbodige bagage meenemen voor onderweg. Dat hindert alleen maar bij het uitvoeren van de opdracht. En ten tweede – als ze worden tegengewerkt en verguisd – moeten ze niet aan een dood paard blijven trekken: 'schud het stof van je voeten als een getuigenis tegen hen.' Kortom, raak niet geobsedeerd door mensen te willen overtuigen, die niet te overtuigen zijn.
Overtuiging
Het innemen van deze onafhankelijke positie is alle behalve vanzelfsprekend en gemakkelijk. Je moet stevig in je schoenen staan. En je moet goed weten, waar je je overtuiging op baseert. Voor Amos, voor Jezus, voor zijn leerlingen is dat de overtuiging, dat je mag vertrouwen op Gods ondersteuning en genade. God maakt zich sterk voor het geluk van alle mensen en voor ieder mens afzonderlijk. Dat is de grond waarop je mag staan, als je meegaat in zijn droom voor deze wereld. Als je je laat meenemen door zijn perspectief, dan staat God achter jou, ook al heb je het gevoel dat iedereen tegen je ingaat.Die onafhankelijke instelling mogen wij, als gelovige mensen, zien als een kracht waar we trots op kunnen zijn. Want ook al lijken de statistieken ons in het ongelijk te stellen – mensen en middelen lopen immers zienderogen terug – dat betekent niet, dat de boodschap van het evangelie minder betekenis krijgt. Misschien is het tegendeel wel waar.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten