08 april 2018

De gekruisigde = de verrezene

Overweging op de 2e zondag van Pasen (jaar B)

Lezingen: Handelingen 4,32-35; Johannes 20,19-31

Je hebt mensen, die alleen maar te overtuigen zijn met onomstotelijke feiten en harde cijfers. Ze vertrouwen je alleen maar, als je ook werkelijk laat zien dat je dat vertrouwen waard bent. Het kan heel lastig zijn om zulke mensen, die door sommigen ook wel als criticasters worden beschouwd, te overtuigen van de waarheid of van de waarde van een bepaald gegeven. En langs de andere kant kan het ook heel gezond zijn om kritisch te kijken naar de realiteit, voordat je je laat overhalen om in te stemmen met een bepaalde kijk op de werkelijkheid.

De vinger op de wonden

Het lijkt wel alsof Jezus die kritische houding afwijst, als hij aan Tomas de lichtelijk sarcastische vraag stelt: 'Omdat je mij gezien hebt, geloof je?' En hij doet er nog een schepje bovenop met de vaststelling: 'Zalig die niet gezien en toch geloofd hebben.' Is dat dan een afwijzing van de twijfelaar? Ik ben geneigd om te zeggen: nee. Want Jezus erkent dat de twijfel er is, doordat hij Tomas de gelegenheid geeft de vinger op de wonden te leggen. Hij laat dus ruimte voor de twijfel. De twijfel, de kritische kijk op de gang van zaken, is voor Tomas essentieel om zich ervan te verzekeren dat de verrezene dezelfde is als de gekruisigde. Hij wil zich niet laten misleiden door de verhalen van zijn vrienden, dat ze de Heer gezien hebben.


Eén ding heeft hij met zekerheid kunnen vaststellen. Jezus is op een gruwelijke manier aan zijn einde gekomen aan het kruis. Dat is een vaststaand feit. Maar als het verhaal van zijn vrienden waar zou zijn, dan wil hij dat met een even vaststaand feit bevestigd zien. De wonden van de kruisnagels en van de lans zullen hem kunnen overtuigen. Dan, en alleen dan, zal Tomas erop kunnen vertrouwen. Dan zal hij weten en geloven: de verrezene is dezelfde als de gekruisigde. Dan kan hij zeggen: Mijn Heer en mijn God.

Niet los verkrijgbaar

De ongelovige Tomas, met zijn kritische houding, behoedt ons eigenlijk ervoor dat wij de verrijzenis en de kruisiging los van elkaar gaan zien. Tomas wil absoluut zeker zijn, dat Jezus - als hij uit de doden is verrezen - dezelfde is als de Jezus, die de dood aan het kruis heeft ondergaan. Hij wil de verrijzenis niet accepteren als een zoethoudertje voor de schandelijke executie. Dood en verrijzenis zijn niet los verkrijgbaar, maar zijn twee onlosmakelijke kanten van één medaille.

En wie kent niet uit eigen ervaring het bevrijdende gevoel, dat alleen na een donkere tunnel het licht ook werkelijk een diepe betekenis heeft? Dood en verrijzenis, ziekte en genezing, verwoesting en wederopbouw, verkilling in een relatie en hernieuwde toenadering: ze krijgen hun eigenlijke betekenis pas in relatie tot elkaar. Daar is Tomas zich maar al te goed van bewust. En pas als hij zelf kan zien, dat de gekruisigde, die herkenbaar is aan zijn wonden, opnieuw tot leven is gekomen, komt hij tot geloof. Dit geloof in de verrijzenis is dus geen vanzelfsprekend geloof. Het ontstaat pas in een werkelijk ervaren ontmoeting met de verrezen Heer, die dezelfde is als degene die aan  het kruis ter dood is gebracht.

Rauwe realiteit

Maar dat vertrouwen groeit pas nadat ook de rauwe realiteit van het lijden wordt erkend. En dat moeten we in gedachten houden, als we de tamelijk euforische beschrijving van de harmonieuze christengemeente horen. Het onderlinge vertrouwen, de solidariteit en de eensgezindheid kunnen pas gegroeid zijn als ook de realiteit van tegenstellingen, van verschil in belangen en van botsende karakters wordt meegenomen. Je kunt die contrasten niet wegpoetsen, maar je kunt wel proberen er samen mee te leven. En gelukkig leert de realiteit ons ook, dat zoiets kan. Juist wanneer je de verschillen tussen mensen serieus neemt, juist wanneer je erkent dat die verschillen er mogen zijn, juist dan hoeven ze niet meer een onoverkomelijk obstakel te zijn. De solidariteit en de eensgezindheid, waarvan sprake is in de eerste lezing, krijgen dan ook pas hun werkelijke betekenis. Ze moeten immers gezien worden in relatie met alles wat afbreuk doet aan de onderlinge harmonie.

De onderlinge verschillen tussen mensen zou je juist kunnen zien als een verrijking van wat er in een land, een stad, een dorp naast elkaar kan bestaan. Die weg naar het zien van nieuwe kansen is een weg die ook Tomas is gegaan. Zijn twijfel en ongeloof zijn voor ons heel herkenbaar. Maar wij mogen ons ook spiegelen aan zijn uiteindelijke geloofsbelijdenis. Daardoor ontstond een nieuw perspectief, kwamen nieuwe kansen binnen handbereik.

De gekruisigde = de verrezene

En die nieuwe kansen kunnen wij ook zien en benutten in ons eigen leven. Als in tijden van groeiende economische tegenstellingen mensen niet enkel hun eigen belangen nastreven, maar juiste zoeken naar versterking van de onderlinge solidariteit, dan is dat een nieuwe kans. Als mensen in situaties van ernstige ziekte zoeken naar onderlinge steun en daadwerkelijke bemoediging, dan is dat een nieuwe kans. En als u en ik in eigen omgeving op zoek gaan naar de kracht van mensen die in kwetsbare omstandigheden verkeren, dan is dat een nieuwe kans. En overal waar mensen zo op zoek gaan naar nieuwe kansen, daar zullen ze kunnen ervaren, dat Jezus, de gekruisigde, dezelfde is als Christus, de Verrezene.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten