29 april 2018

Betrokken op elkaar

Overweging bij de 5e zondag van Pasen (jaar B)

Lezingen: Handelingen 9,26-31; Johannes 15,1-8

Sommige zaken in ons leven zijn niet nauwkeurig in woorden uit te drukken. Waarom je van iemand houdt, waarom je een zekere afkeer hebt van een bepaalde persoon, wat je werk of je hobby voor jou nu belangrijk maakt: het zijn zaken die we soms gemakkelijker met een voorbeeld kunnen beschrijven dan dat we er een exacte formulering voor hebben. We gebruiken een beeld om iets duidelijk te maken. Het beeld, het voorbeeld, de beeldtaal is soms treffender dan een accurate, maar tegelijk steriele omschrijving. Het beeld kan immers bepaalde aspecten oproepen of speciale gevoelens aanspreken, die in de overigens correcte omschrijving nauwelijks aan de orde komen.

Afbeelding: pixabay.com
Het beeld van de wijnstok en de wijnbouwer wordt door de evangelist Johannes gebruikt om de verbondenheid tussen Jezus en zijn Vader te beschrijven. Die onderlinge verbondenheid is gebaseerd op zorgzaamheid en toewijding, op betrouwbaarheid en wederzijdse liefde. De wijnbouwer heeft zorg voor de wijnrank, hij voedt en behoedt haar, snoeit waar nodig, en ziet erop toe dat ze goede vruchten kan voortbrengen. Maar tegelijk is er de verbondenheid van de wijnstok en de ranken. Dat is de verbondenheid tussen Jezus en wie hem wil volgen. Het is de verbondenheid tussen hem en wie naar zijn woorden wil luisteren, meer nog: tussen hem en wie naar zijn woorden wil leven.


Netwerksamenleving

Nou is dat niet altijd gemakkelijk, laat staan vanzelfsprekend: leven naar zijn woorden. Want we zeggen wel dat we christenen zijn, volgelingen van Jezus Christus, maar in de praktijk is dat niet altijd even duidelijk te zien. De verbondenheid die we zouden moeten tonen met (bijvoorbeeld) mensen die op de vlucht zijn of mensen die worstelen met een zware verslaving, – die verbondenheid is lang niet vanzelfsprekend. Überhaupt is de manier waarop we ons in de huidige tijd verbonden voelen nogal verschillend van de wijze waarop dat in het verleden zichtbaar werd. We zijn niet meer, zoals vroeger, ingebed in een gemeenschap waarvan we van de wieg tot het graf een onderdeel waren. We leven tegenwoordig in een netwerksamenleving met steeds wisselende, soms korte, maar ook wel intensieve contacten. De verbondenheid met familie of vrienden is een heel andere dan die met collega's of met leden van de sportclub.

Maar toch blijft het verlangen naar verbondenheid bij vrijwel alle mensen waarneembaar. Al naar gelang onze behoefte zoeken we contacten in vriendschappen, in clubverband, in zingevingsbijeenkomsten, in familieweekendjes, in zangkoren, in een telefoongesprek of in het benutten van sociale media, in gezamenlijke inspanningen voor de scouting of in het lotgenotencontact voor mantelzorgers. Ook al is de verbondenheid vaak fragmentarisch te noemen, daarmee is het verlangen naar verbondenheid nog niet weg. Dit verlangen is vooral gebaseerd op de behoefte om gekend, gezien en gewaardeerd te worden. Simpel om wie je bent en niet om wat je presteert of wat je bezit.

Verbonden

Gekend, gezien, gewaardeerd. Dat is waar ieder mens behoefte aan heeft. En aan deze behoefte wordt voldaan, waar mensen bereid zijn om zich het lot van een ander aan te trekken. Waar mensen dus betrokken zijn op elkaar. Ook Barnabas is iemand, die zich het lot van een ander aantrekt. In de eerste lezing hebben we gehoord, dat Paulus bij de christenen in Jeruzalem niet met open armen wordt ontvangen. Niet verwonderlijk, als je beseft dat diezelfde Paulus kort geleden nog een felle vervolger was van de christenen. Maar dan doet Barnabas een goed woord voor hem. Barnabas heeft eerder, in Damascus, gezien hoe Paulus – na zijn bekering – vrijmoedig getuigt van zijn geloof in Jezus. De overtuigingskracht van Barnabas brengt de apostelen ertoe Paulus in hun kring op te nemen.

Door deze handelwijze laat Barnabas zien, dat hij zelf iemand is die zich als een rank aan de wingerd verbonden voelt met Jezus zelf. Hij laat zien, wat verbondenheid betekent in de meest concrete betekenis van het woord. Verbondenheid wordt zichtbaar, waar de leerling (Barnabas) handelt in overeenstemming met de bedoelingen van de leraar (Jezus). Verbondenheid wordt zichtbaar, waar de ene mens zich het lot aantrekt van de ander. In het evangelie benadrukt Jezus de verbondenheid met zijn leerlingen, omdat zijn vrienden alleen dan vruchten kunnen voortbrengen die in zijn geest zijn. Die verbondenheid is essentieel voor het doen en laten van de leerlingen – in de lijn van Jezus.

Betrokken op elkaar

Hoe kunnen wij dan – als een uitdrukking van onze verbondenheid met Jezus, de wijnstok – laten zien dat wij ons het lot van anderen willen aantrekken? Soms kan het al genoeg zijn om je het lot aan te trekken van vrienden of familieleden, zeker als ze behoefte hebben aan ondersteuning of troost. In andere omstandigheden proberen we ons het lot aan te trekken van straat- of dorpsgenoten. Ook zijn er mensen bij wie we ons inzetten als vrijwilliger of mantelzorger. En er zijn mensen die extra aandacht nodig hebben omdat ze niet volwaardig worden meegeteld (denk aan cliënten van de voedselbank of van Emergis, denk aan mensen met schulden). Zo zijn er vele manieren om onze verbondenheid, onze onderlinge betrokkenheid te laten zien. Deze onderlinge verbondenheid tussen mensen mag je beschouwen als uitdrukking van de verbondenheid tussen de wijnstok en de ranken. Want, zegt Jezus: 'Wie in Mij blijft, zoals Ik in hem, die draagt veel vrucht.'

Geen opmerkingen:

Een reactie posten