Overweging bij de 32e zondag door het jaar (jaar C)
Lezingen: 2 Makkabeeën 7,1-2.9-14; Lucas 20,27-38
Er zijn plekken, waar in mei de lelietjes van Dalen heerlijk staan te geuren. Maar als je nu op die plekken gaat kijken, dan zijn er alleen nog vieze bruine bladeren over, die liggen weg te rotten op de aarde. De herinnering aan de heerlijke geur is nu verdrongen door de geur van bederf. Toch is het heel wonderlijk: als je de rottende bladeren weg tilt, zie je al de knopjes, waar volgend jaar de nieuwe bloemen uit zullen groeien. Het nieuwe leven zoekt zich onstuitbaar een weg van onder de geur van dood en bederf.
Herstel van leven
Het komt voor in het leven van ons, mensen, dat we in omstandigheden verzeild raken die eerder doen denken aan bederf en dood dan aan groei en nieuwe kansen. Doodlopende wegen, uitzichtloze onderlinge verhoudingen, onmacht om tot verzoening te komen, ernstige ziekte, onrecht dat door niemand gehoord wordt: het zijn allemaal omstandigheden die lijken op de rottende bladeren van de lelietjes van Dalen. En toch kunnen we het maar niet laten om – juist in zulke omstandigheden – te zoeken naar nieuwe knopjes, naar tekens die wijzen op herstel van het leven. Zelfs in de meest troosteloze situaties blijven we zoeken naar houvast en perspectief, zelfs naar leven over de grens van de dood heen.In het Oude Testament is het geloof in het leven na de dood pas van vrij recente datum. Het boek van de Makkabeeën is ontstaan in de eerste eeuw v.C. Het werd geschreven voor Joden in Alexandrië, een grote stad in Egypte. De sterke invloed van de Griekse cultuur verleidde veel Joden ertoe om hun oorspronkelijke geloof te laten varen. In het boek wordt verteld over de Makkabese opstand, zo’n honderd jaar eerder. Ondanks vervolgingen en martelingen wilden de Joden vasthouden aan hun oorspronkelijke geloof. Als er in deze wereld niemand zich lijkt te bekommeren om gerechtigheid, dan zal toch de God van de Joden het opnemen voor de mensen die aan hem trouw willen blijven. En als gerechtigheid en vrede niet in dit leven mogelijk zijn, dan toch zeker in het leven dat God ons in het vooruitzicht stelt.
Niet van doden
Sinds het ontluiken van dit geloof in een leven na de dood hebben mensen ook altijd geprobeerd zich daar een voorstelling van te maken. Natuurlijk probeer je beelden te vinden die iets uitdrukken van dat geloof, ook al zijn die beelden toch altijd ontoereikend. Want in het evangelie laat ook Jezus zien, dat de normen en waarden, de gebruiken en maatstaven van het aardse bestaan dan niet meer belangrijk zijn. Wat nu van levensbelang lijkt, is straks slechts van ondergeschikte aard. Deze overtuiging is bij Jezus zelf gebaseerd op het vertrouwen, dat God een God van levenden is en niet van doden. De God van Jezus is erop uit, dat mensen geen doodlopende wegen volgen, maar wegen gaan die leiden naar leven, naar verheffing, naar nieuwe kansen.God, die zich aan Mozes heeft laten kennen bij de brandende braamstruik, wil niets te maken hebben met het dodelijke slavenbestaan van zijn volk in Egypte. God wil ook niets te maken hebben met de boosaardige koning uit de eerste lezing die het geloof van de Joden wil verstikken in dodelijke martelingen. En God wil ook niets te maken hebben met het doodlopende en bekrompen geredeneer van de Sadduceeën. In plaats daarvan wil hij ruimte maken voor mensen. Ruimte voor mensen die het misschien ook allemaal niet zo goed weten, maar die in alle oprechtheid proberen om het leven en het samenleven met elkaar tot een zinvol gebeuren te maken. Hij is een God van levenden en niet van doden.
Onstuitbaar
En hij nodigt ieder van ons uit om mee te zoeken naar wegen, die het leven behoeden en bevorderen. Zoeken dus naar wat verbondenheid brengt, zoeken naar alles wat scheiding tussen mensen overwint. Zoeken naar mogelijkheden om barrières af te breken en prikkeldraad door te knippen. We hoeven wat dat betreft niet moedeloos te zijn, want je ziet het om je heen gebeuren. Overal waar mensen weigeren om zich neer te leggen bij wat onvermijdelijk lijkt te zijn, daar gebeurt het. Overal waar mensen bereid zijn om zich te verzetten tegen alles wat onze wereld kapot maakt en onze verbondenheid bedreigt, daar gebeurt het. Als mensen opstaan uit hun moedeloosheid en weer enthousiast worden. Als mensen omhoog krabbelen uit een diepe dip en kracht vinden om verder te gaan, dan gebeurt het. Als mensen doodlopende wegen in hun leven de rug toekeren en wegen vinden met een nieuw perspectief, dan gebeurt het. Als mensen elkaar de weg wijzen naar een onvermoede toekomst en naar nieuw vooruitzicht, dan gebeurt het.Overal en iedere keer, wanneer dit geloof in ons wordt wakker gemaakt, mogen wij hopen dat het nieuwe leven zich onstuitbaar een weg zoekt van onder de geur van dood en bederf. Want God is een God van levenden en niet van doden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten