25 maart 2018

Meegaan of afhaken

Overweging op Palmzondag (jaar B)

Lezingen: Jesaja 50,4-7; Marcus 11,1-10

Populariteit is een vluchtig verschijnsel. Namen voor baby’s die de ene maand hoog in de lijsten staan, kunnen volgende maand al weer sterk gedaald zijn. Of iemand goed in de publieke opinie ligt, hangt sterk af van wat hij of zij weet te presteren. Sporters die teleurstellen, weten precies hoe het voelt om hun populariteit te verliezen. Populair zijn kan heel leuk zijn, maar het is een vluchtig verschijnsel.

Populair zijn is leuk, maar als je het niet opzoekt kan het ook wel eens vervelend worden. Jezus is niet iemand, die de populariteit opzoekt. Toch hebben we gehoord, dat de mensen van Jeruzalem in hem graag hun nieuwe koning willen zien. In hun enthousiasme rukken ze de palmtakken van de bo­men om die nieuwe koning alle lof toe te zwaaien. Maar de vraag is, of Jezus dat eigenlijk wel wil. Wil hij wel koning zijn op de manier, zoals de mensen dat van hem verwachten?

Lastdier

Koning wil Jezus wel zijn. Daarom laat hij zich ook toejuichen en toezwaaien door de mensen. Maar tegelijk laat hij zien, dat hij niet koning is zoals de grote koningen van de aarde dat zijn. Hij komt Jeruzalem niet binnen op een prachtig paard en geëscorteerd door een indrukwekkend leger, zoals de meeste koningen zouden doen. Hij komt de stad binnen op een ezel, op een lastdier van de arme mensen in die tijd. Daarmee geeft hij tegelijk te kennen, dat hij dicht in de buurt wil blijven van mensen die aan de kant staan of afgedankt worden. Hij bewaart geen afstand tot het gewone volk, zoals de meeste koningen doen. Hij blijft juist in de buurt van mensen die geslagen, vernederd en onderdrukt worden. Juist die mensen wil hij helpen en dienen, en zo wil hij koning zijn: koninklijk in het dienen.



Het is daarom terecht, dat we vandaag, op Palmzondag het enthousiasme delen van de mensen die Jezus toejuichen als hij Jeruzalem binnenrijdt. Maar tegelijk hangt boven de feestelijke intocht ook de dreigende schaduw van wat komen gaat: het lijden en sterven op Goede Vrijdag. Want wie koninklijk is in het dienen, wordt niet door iedereen met enthousiasme begroet. Wie het gezelschap zoekt van mensen die door niemand worden aangekeken, van mensen die met de vinger worden nagewezen, van buitenlanders en kleine criminelen, van prostituees en verslaafden, - wie zulke mensen opzoekt, die is een gevaar voor de bestaande verhoudingen. Die verstoort het rustige leven van de mensen die gearriveerd zijn. Jezus haalt hoge heren van hun ivoren toren af, en haalt zich tegelijk hun woede op de hals. Zozeer zelfs, dat de leiders van het volk hem uiteindelijk aan het kruis laten nagelen.

Risico

Mooie koning is dat! Een koning die sterft op de manier, waarop de eerste de beste misdadiger wordt geëxecuteerd. Het enthousiasme van deze profetische koning met zijn blijde boodschap draait uit op een fiasco. Je moet toch wel gek zijn om zo’n koning te willen dienen en volgen. En toch is daarmee niet alles gezegd. Want het verhaal is niet afgelopen met Goede Vrijdag. Het verhaal gaat verder, ook na Jezus' dood. Want met Pasen vieren we, dat hij tot nieuw leven is geroepen.

Als je dus volgeling van die koning wilt zijn, moet je rekening houden met wat je te wachten staat. Als je het verdriet van anderen serieus neemt, dan kun je uitgemaakt worden voor een ‘softie’. Wanneer je als vrijwilliger werk maakt van de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking, dan kun je bestempeld worden als uitslover. Wanneer je keer op keer blijft hameren op het zorgzaam omgaan met ons milieu, dan loop je het risico voor een lastige activist te worden versleten. Wanneer je vanuit je politieke verantwoordelijkheid steeds opnieuw ruimte maakt voor mensen aan de onderkant van de samenleving, dan kan het zijn dat tegenstanders je betichten van verstoren van gevestigde economische belangen. Kortom, volgeling zijn van Jezus zal niet zonder risico zijn.

Meegaan of afhaken

We staan daarom voor de keuze: meegaan of afhaken. Meegaan betekent: ook het lijden aanvaarden, de spot, de vernedering en het onbegrip. Maar niet alleen dat, want je aanvaardt dan ook de nieuwe levenskansen en mogelijkheden die ontstaan. Je aanvaardt ook, dat verdrietige mensen zich serieus genomen voelen, dat mensen met een verstandelijke beperking een kans krijgen, dat het milieu gespaard wordt, dat mensen in de marge van de samenleving worden meegeteld. En dat is wat wij vieren met Pasen. Dan vieren we niet alleen, dat Jezus tot nieuw leven wordt geroepen, maar ook dat wijzelf worden geroepen tot nieuwe levensmogelijkheden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten