02 december 2018

Ontmoeting met God

Overweging op de 1e zondag van de Advent (jaar C)

Lezingen: Jeremia 33,14-16; Lucas 21,25-28.34-36

Ter inleiding


Het advent is begonnen vandaag.
We mogen ons hoopvol richten op het groeien van het licht
tegen de duisternis in.
We mogen uitzien naar het Kind van Bethlehem,
we worden opgeroepen om waakzaam te zijn.
Daarom is het goed, aan het begin van het nieuwe kerkelijke jaar,
(als een soort van goed voornemen) eens nadenken over de manier
waarop wij samen de viering van woord en communie beleven.
In het kerkelijk samenkomen hopen wij immers op een ontmoeting met God zelf.


Wanneer we samenkomen om liturgie te vieren, dan doen we dat om iets te ervaren van Gods aanwezigheid in ons bestaan. Natuurlijk hoop je dat die aanwezigheid zich niet beperkt tot wat we hier in de kerk beleven. Maar hier, in het huis van God, willen we met bijzondere aandacht ons open stellen voor wat hij (sommige mensen zeggen ook wel: zij) ons wil aanreiken.

Oppoetsen

Wanneer we samen komen om liturgie te vieren, dan bestaat de mogelijkheid dat dit op den duur een gewoonte is geworden. Je staat niet meer zo heel bewust stil bij wat er gebeurt tijdens zo'n viering. Maar het is net als met het onderhouden van een relatie met je partner of met vrienden: wanneer er een zekere vanzelfsprekendheid of misschien zelfs een sleur optreedt, dan moet je de verhoudingen zo nu en dan eens goed oppoetsen.

Wanneer we samen komen om liturgie te vieren, dan is het goed om ons ervan bewust te zijn dat er verschillende soorten vieringen zijn. Een eucharistieviering met de priester als voorganger is in essentie een andere viering dan een dienst van woord en communie. In die laatste is de voorganger een niet-gewijde, of het nu gaat om een beroepskracht of om een goed toegeruste vrijwilliger. Het is belangrijk om in te zien dat een viering van woord en communie niet kan plaats vinden als er niet vooraf eucharistie is gevierd. Het brood immers dat tijdens de viering van woord en communie wordt gedeeld moet immers vooraf door de priester zijn geconsacreerd in de eucharistie.

Herkenbaar

Daarmee is de aard van de viering van woord en communie essentieel anders dan de eucharistie. Deze viering is immers geen sacrament, en daar moet ze ook niet op lijken. Daar moeten we ons goed bewust van zijn. En daarom zijn bepaalde onderdelen van de viering van woord en communie wezenlijk anders, en ook anders geordend, dan in de eucharistieviering.

De viering van het woord komt vrijwel overeen met die van de eucharistie. Dat is een prima zaak en bevordert de herkenbaarheid van het liturgische samenkomen. Het belangrijkste onderscheid met de eucharistie is de dienst van de communie. Er is geen sprake van een offerande, die immers alleen door de priester wordt verricht in de eucharistie. Daarom moet ook het lied tijdens de collecte zorgvuldig worden gekozen, want er moet geen enkele verwijzing naar de wijn in voorkomen. Het heet daarom ook geen offerandelied, maar een collectelied.

Respect en eerbied

De viering van de communie begint met de vredeswens. Door het instemmend luisteren naar Gods Woord, zijn allen met elkaar verbonden. Deze verbondenheid wordt tot uitdrukking gebracht door het uitwisselen van de vrede van Christus naar elkaar, zodat men daadwerkelijk als broeders en zusters deelneemt aan de heilige communie. Pas wanneer we elkaar de vrede hebben toegewenst, ontstaat er ruimte dat de Heer in ons midden komt. Daarom gaat de vredeswens vooraf aan het halen van het heilig brood (teken immers van Christus zelf) uit het tabernakel.

Verder wordt het heilig brood in de viering van woord en communie niet geconsacreerd. Dat is immers al gebeurd door de priester in de eucharistie. Het brood dat in die viering overbleef is met respect en eerbied geplaatst in het tabernakel. Het brood wordt nu met eerbied en veelal in stilte vanuit het tabernakel en niet vanaf de credens geplaatst op de tafel. Van belang is het om hier niet de term 'altaar' te gebruiken, want dat betekent 'offertafel'; en het offerkarakter hoort nu juist thuis in de eucharistie. In een kleine processie worden deze eucharistische gaven op de tafel geplaatst. De misdienaars plaatsen hun kaarsen bij of op de tafel. Tijdens de processie wordt uit eerbied een stilte gehouden, de gelovigen gaan staan als teken van respect voor de aanwezigheid van Christus zelf in het heilig brood. Een andere optie (in plaats van de stilte) is dat een lied wordt gezongen.

Ontmoeting met God

Tenslotte is een belangrijk onderscheid met de eucharistie dat er geen tafelgebed (eucharistisch gebed) wordt gebeden. In plaats daarvan wordt een dankgebed gebruikt, dat niet voor maar na het communiceren wordt gebeden. Niet alleen de aard maar ook de plaats van het dankgebed maakt het onderscheid met de eucharistieviering duidelijk. De viering van woord en communie is immers geen gemankeerde eucharistieviering, maar in essentie een andere, want niet-sacramentele viering. Dat het in de beleving van sommige kerkgangers weinig uitmaakt of ze een eucharistieviering bijwonen of een viering van woord en communie is misschien wel begrijpelijk. Maar het blijft van belang om het verschil tussen de twee soorten vieringen te zien qua aard en qua opbouw. En daarom ook is het van belang om in beide soorten vieringen de spirituele aandacht op te brengen, die nodig is om de ontmoeting met God ook werkelijk een kans te geven.

Mogen we zo, op deze eerste zondag van het nieuwe kerkelijke jaar, de eerste zondag van de Advent, ons voorbereiden op de ontmoeting met God die wij hopelijk ervaren in de viering van de geboorte van Christus, de Immanuel, God met de mensen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten