12 augustus 2018

Leven vanuit een belofte

Overweging bij de 19e zondag door het jaar (jaar B)

Lezingen: 1 Koningen 19,4-8; Johannes 6, 41-51

Afbeelding: pixabay.com
Een paar keer in zijn leven maakt een mens de balans op van de periode die achter hem ligt. De fase van de puberteit, de periode rond ruwweg het veertigste levensjaar en de jaren die voorafgaan aan de levensavond zijn daarom belangrijke momenten. Want bepaalde vragen komen juist dan wat nadrukkelijker aan de orde. Ben je tevreden over het beeld dat je van jezelf hebt? Ben je tevreden over wat je hebt gedaan of bereikt? Ben je tevreden over de relatie die je hebt met anderen en met jezelf? En dan komt onvermijdelijk ook de beslissende vraag: moet ik doorgaan op de ingeslagen weg, of is het nodig om een andere richting te kiezen?

Met die beslissende vraag houdt ook Elia zich intens bezig. Ook al is hij een van de grootste profeten van het Oude Testament, toch is ook hij maar een mens, met menselijke twijfels en angsten. In het verhaal dat voorafgaat aan de lezing van vandaag, heeft Elia aan het volk op een indrukwekkende manier laten zien, dat alleen Jahweh de ware God is, en niet de vruchtbaarheidsgod Baäl. Maar daarmee heeft Elia zich de haat op de hals gehaald van koningin Izebel. Zij had de Baälcultus in Israël sterk bevorderd. Hij vlucht naar de woestijn, legt zich neer en wil liever inslapen en dood zijn. God zelf moet de zaak maar verder opknappen.


Balans opmaken

Elia zelf heeft eigenlijk zijn keuze al gemaakt: hij houdt het voor gezien. Twee keer legt Elia zich neer en slaapt in; twee keer hoort hij: 'Sta op en eet!'  Het slapen is even belangrijk als het opstaan en eten. Want er is een tijd van slapen, en een tijd van opstaan en eten. Een tijd om het allemaal aan God over te laten en een tijd om zelf weer aan de slag te gaan. En nadat Elia heeft geslapen en gegeten gaat hij weer op weg, veertig dagen en nachten, om op de berg van God te luisteren naar zijn woord.

Elia heeft de balans opgemaakt en weet wat hem te doen staat. Ook al heeft hij zijn angsten en twijfels nog niet helemaal overwonnen, hij heeft zijn keuze bepaald. Hij beseft, dat de weg die hij moet gaan onzeker is en vol risico's. Maar hij vertrouwt erop dat het de goede weg zal blijken te zijn.

Kiezen

In het evangelieverhaal hebben de Joden in zekere zin ook al hun keuze bepaald, maar dan op een heel andere manier. Ze hebben de woorden van Jezus gehoord: 'Ik ben het brood dat uit de hemel is neergedaald.' Op die woorden reageren de Joden met verbazing en ongeloof tegelijk. 'Snap je dat nou? Maria en Jozef zijn toch zulke eenvoudige mensen. Had je ooit kunnen denken, dat hun zoon zulke rare dingen zou zeggen? Hij denkt zeker ook nog, dat hij een zoon van God is.' Het vertrouwde beeld dat de Joden van Jezus hebben, is bepalend voor hun ongeloof. Ze zijn niet bereid om hun eigen denkbeelden op te geven over wie Jezus is of wat hij zou moeten zeggen. Ze zijn niet bereid om verder te kijken dan hun neus lang is.

Jezus nodigt hen - en ons - uit om dat nu juist wel te doen. Want de toehoorders van Jezus - en ook wij - moeten als het ware de balans opmaken. Je moet kiezen: doorgaan op je eigen vertrouwde weg, vaak de weg van de minste weerstand. Misschien wel makkelijk te volgen, maar het brengt weinig verdieping in je leven. Of neem je het risico om los te laten wat vertrouwd is en investeer je met durfkapitaal? Dat betekent: meegaan met Jezus die zegt: 'Ik ben het levende brood. Als iemand van dit brood eet, zal hij leven - voor altijd.'

Leven vanuit een belofte

Dat is de keuze waar het om gaat. En ieder mens wordt uitgenodigd en opgeroepen om zelf die keuze te maken. Het is geen gemakkelijke keuze, want het is geen vanzelfsprekende en zeker geen vrijblijvende keuze. Je moet hem telkens opnieuw maken, en ook telkens opnieuw waar maken. De keuze maken om Jezus achterna te gaan, zijn weg te volgen, betekent tegelijkertijd: risico nemen én ingaan op een belofte. Je neemt risico's, omdat je moet loslaten wat vertrouwd is. Maar je moet ook dat vertrouwde loslaten, anders kun je niet goed meegaan in die belofte. Want kiezen om Jezus achterna te gaan betekent, dat je probeert te leven vanuit de belofte. De belofte om allemaal mensen te worden naar Gods hart: vrije mensen, die rechtop door het leven gaan. Mensen die doen wat in het belang is van anderen, want uiteindelijk is dat hun eigen belang. Ingaan op die belofte betekent, dat je je directe eigenbelang loslaat en het belang van anderen behartigt. Het betekent, dat je je stem leent aan mensen die geen stem hebben, dat je troost biedt aan mensen die zonder troost moeten leven, dat je bondgenoot bent van mensen die het helemaal alleen moeten klaren.

Wie zo probeert te leven, en dus verder kijkt dan zijn neus lang is, die dient zijn eigen belang op indirecte wijze. Want wie zo probeert te leven, die wordt uit zijn isolement getrokken en opgenomen in een feestelijke kring van medemensen. Wie zo probeert te leven, die leeft niet alleen voor hier en nu, alleen voor zichzelf, maar die leeft met en voor anderen. Wie zo probeert te leven, die leeft voor wat blijvend is.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten