29 juli 2018

Leven in overvloed

Overweging op de 17e zondag door het jaar (jaar B)

Lezingen: 2 Koningen 4,42-44; Johannes 6,1-15

Of het nou gaat om popmuziek of om klassieke gezangen: de liefde wordt daarin op vele manieren bezongen. Maar altijd worden daarbij beelden gebruikt om iets te zeggen, wat maar moeilijk in woorden is uit te drukken. 'Jij bent het zonnetje in mijn leven. Als jij lacht, dan lacht de hele wereld mee. Ik heb je lief met heel m’n hart en meer kan het niet zijn.' Beelden helpen ons om te zeggen wat niet gezegd kan worden. Ze helpen ons om iets te laten zien, waar we ons maar moeilijk een voorstelling van kunnen maken.

Ook in de bijbelverhalen worden beelden gebruikt om een perspectief te schetsen van wat we ons nauwelijks kunnen indenken. De overvloed die ons in het vooruitzicht wordt gesteld, wordt uitgebeeld in de wonderlijke manier waarop mensen gevoed worden. Zelfs het weinige voedsel blijkt voldoende te zijn om de honger van mensen te stillen. En waar honger overgaat in het gevoel van verzadiging, daar wordt het leven van mensen behoed en voortgezet. Voedsel is leven. Dat betekent, dat ons iets in het vooruitzicht wordt gesteld dat bijna onvoorstelbaar is: leven in overvloed.

22 juli 2018

Herder en hoeder

Overweging bij de 16e zondag door het jaar (jaar B)

Lezingen: Jeremia 23,1-6; Marcus 6,30-34

U kent vast wel het grapje (ik denk dat het uit een van de vroege Tarzan-films is) over de aap, die voor het eerst met een spiegel te maken krijgt. Hij niet weet wat zo'n spiegel voor iets is. Voorzichtig gaat hij eens aan de achterkant kijken. Zou daar soms nog een andere aap zijn? Pas gaandeweg komt hij tot de ontdekking, dat hij in de spiegel alleen zichzelf ziet. Een spiegel laat je zien, wie je werkelijk bent. Soms is het wel eens goed om eerlijk naar jezelf te kijken. En dan daar je conclusies uit te trekken.

Afbeelding: pixabay.com
In de lezingen van vandaag gebeurt in feite precies hetzelfde. Er wordt ons een spiegel voorgehouden. De vraag wordt ons gesteld of ons gedrag overeenstemt met wat God voor ogen staat met ons, mensen. In de eerste lezing stelt Jeremia de verhouding aan de orde tussen de leiders van Juda en de gewone mensen. Juda is een afsplitsing van het oorspronkelijke Israël, dat wordt ingeklemd tussen de grootmachten Egypte en Babylon. De leiders van het volk moeten zware belasting betalen aan Babylon. Maar zij zelf gaan daar niet onder gebukt. De last wordt helemaal afgewenteld op de gewone mensen. Die komen daardoor flink onder de armoedegrens terecht. Dat is precies de reden, waarom Jeremia de leiders beschuldigt van onbehoorlijk bestuur. Zij zijn als herders, die de kudde aan zijn lot overlaten. Maar: Jeremia blijft hopen, dat er een herder komen zal, die de schapen zal hoeden zoals het hoort. Een leider, die het land rechtvaardig en eerlijk zal besturen.

15 juli 2018

Onafhankelijk

Overweging op de 15e zondag door het jaar (jaar B)

Lezingen: Amos 7,12-15; Marcus 6,7-13

Als mensen hun eigen droom willen waar maken, dan moeten ze daar vaak veel voor inleveren. Denk aan sporters, die zich een bepaald doel hebben gesteld. Denk aan mensen als Nelson Mandela of Mahatma Gandhi, die veel weerstand moesten overwinnen om de vrijheid in hun land te bereiken. Denk ook aan kinderen uit kansarme gezinnen, die alles op alles zetten om een diploma te behalen en zo aan hun eigen toekomst te werken. Geloven in het ideaal dat je voor ogen staat, geeft richting en zin aan je bestaan. Maar het maakt je leven er niet altijd gemakkelijker op.

Tegenstellingen

Dat zien we in de eerste lezing ook bij de profeet Amos. Hij leeft in een tijd – ongeveer 750 jaar voor het begin van onze jaartelling – waarin grote politieke en economische tegenstellingen zich voordeden. Het land was verdeeld in het rijke Israël in het noorden en het verarmde Juda in het zuiden. Amos is afkomstig uit het zuiden, en hij kan niet aanzien dat de machthebbers in het noorden zich mateloos verrijken ten koste van kansarme mensen in die dagen. Als hij de machthebbers daarop aanspreekt, wordt hem de wacht aangezegd door Amasja, adviseur in dienst van de koning. Deze Amasja is priester, maar wel een van het type 'wiens brood men eet, diens woord men spreekt.' Kortom, hij adviseert de koning alleen maar wat die graag wil horen. Je voelt op je klompen aan, dat het hard op hard gaat in de confrontatie tussen Amasja en Amos.