28 januari 2018

Geen woorden ...

Overweging bij de 4e zondag door het jaar (jaar B)

Lezingen: Deuteronomium 18,15-20; Marcus 1,21-28

Ook wie geen fan is van Feyenoord, zal toch wel de gevleugelde woorden uit het clublied kennen: Geen woorden maar daden. Uiteindelijk is wat je doet, het enigste waar het op aankomt. Je kunt nog zoveel mooie beloftes doen, als je niet je uiterste best doet om die ook waar te maken, dan heeft niemand iets aan je beloftes.

In heel de Bijbel spelen beloftes een belangrijke rol. Veertig jaar lang zijn de Israëlieten op weg naar beloofd is. Jezus belooft de komst van het rijk van God voor wie met hem in dezelfde richting wil kijken. Profeten beloven in naam van God, dat voor gekwetste en vernederde mensen de toekomst er anders, beter zal uitzien. Al die beloftes zijn niet zomaar uit de lucht gegrepen. Ze hebben een fundament. Ze zijn gebaseerd op een reële waarneming van de werkelijkheid, een werkelijkheid, die vaak niet erg rooskleurig uitziet.

Met name de profeten zien gebeuren, dat er mensen zijn die gebukt gaan onder slavernij of onrecht, onder de hebzucht van anderen of misbruik van macht. Profeten zijn niet zozeer toekomstvoorspellers, zoals vroeger wel gezegd werd. Profeten zijn mensen die zien welk onrecht anderen wordt aangedaan, en die tegelijk geloven dat dit niet kan. Het zijn mensen die zien wat er in de actualiteit gebeurt en die tegelijk zien, dat er een andere, nieuwe, betere toekomst mogelijk moet zijn. Profeten zijn daarom geen toekomst-voorspellers, maar toekomst-belovers. Maar als je een betere toekomst voor ogen hebt, dan moet je er ook alles aan doen om die toekomst waar te maken. Geen woorden maar daden.


Heilig vuur

Mozes was zo iemand. Hij ziet de slavernij, de onderdrukking en de vernedering van de Israëlieten in Egypte. En hij voelt een heilig vuur in zich branden, dat hem zegt: dit kan niet! In Gods naam mag dit niet gebeuren! Zijn volk mag een andere toekomst tegemoet zien, in het beloofde land. Maar Mozes is zelf een man die niet goed uit zijn woorden komt. Hij stottert. Zijn broer Aäron is beter van de tongriem gesneden. Hij moet de Farao maar duidelijk maken, dat hij de Israëlieten moet laten gaan. Hoe dan ook, de heilige verontwaardiging van Mozes en zijn visie op een beter toekomst blijft niet zonder gevolgen. Mozes laat het er niet bij zitten, hij maakt er werk van. Geen woorden maar daden.

In de eerste lezing hebben we gehoord, dat er een profeet zal komen, die het stokje van Mozes gaat overnemen. Hij houdt zijn volk voor: uit jullie midden zal God een profeet doen opstaan zoals ik dat ben. Iemand die niet blijft steken in mooie beloftes, maar die doet wat hij zegt. Geen woorden maar daden.

Ook Jezus was zo iemand. In de synagoge van Kafarnaüm spreekt hij over het op handen zijnde rijk van God – op een manier die respect afdwingt. Opvallend is, dat de evangelist niet vermeldt, wat Jezus precies zegt. Kennelijk vindt hij dat niet zo belangrijk. Belangrijker dan de woorden zijn de daden. En inderdaad voegt Jezus de daad bij het woord. Hij praat niet alleen over het rijk Gods, hij laat ook zien, hoe dichtbij het is. Hij geneest de geesteszieke man, hij geeft hem een nieuwe, betere toekomst. Zo ziet het rijk Gods er uit: als mensen nieuwe kansen krijgen, nieuwe toekomst. Geen woorden maar daden.

Onvermoede toekomst

Ook in onze eigen wereld zien we profetische mensen die zo bezig zijn. Natuurlijk kun je dan denken aan de grote namen: Mahatma Gandhi, Martin Luther King, Nelson Mandela, Artsen zonder grenzen, Amnesty International. Stuk voor stuk mensen die de ellende en het onrecht van anderen zien, en die vervolgens de handen uit de mouwen steken. Geen woorden maar daden.

Maar je hoeft het niet eens zo ver te zoeken. Er zijn mensen, die dag in dag uit hun beste krachten geven voor de zorg van hun ernstig zieke partner of huisgenoot. Er zijn vrijwilligers die avond aan avond op sjouw zijn voor gehandicapte medemensen. Er zijn ouders, die in hun dagelijkse zorg voor hun kinderen laten zien wat de kracht is van trouw en liefde. Er zijn mensen die een belangrijk deel van hun vrije tijd geven om asielzoekers en allochtonen Nederlandse les te geven en wegwijs te maken in onze samenleving. Er zijn collega’s op het werk, leerkrachten op school, verpleegkundigen en artsen, detailhandelaars en muzikanten, mensen in allerlei beroepen, die meer doen dan wat strikt van hen gevraagd wordt en die zó de belofte levend houden, dat onze wereld er anders, beter en mooier, vrolijker en veiliger, eerlijker en rechtvaardig kan uitzien.

Dan wordt er ook in onze dagen iets zichtbaar van dat Rijk van God, waar Jezus zo vol van was. Het gebeurt overal waar mensen nieuwe, onverwachte kansen krijgen, waar ze een nieuwe, onvermoede toekomst zien opengaan. Het zou toch heel erg mooi zijn, als ieder van ons de kans grijpt om daaraan – vanuit je eigen, persoonlijke mogelijkheden – een kleiner of groter steentje bij te dragen. Als we met zijn allen de neuzen maar die ene kant uit krijgen: geen woorden maar daden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten