11 juni 2017

Tot het einde

Overweging op het feest van de Heilige Drie-eenheid (jaar A)

Lezingen: Exodus 34,4b-6.8-9; 2 Korinthe 13,11-13; Johannes 3,16-18

In de relatie tussen partners of tussen ouders en kinderen kan het gebeuren, dat mensen hevig teleurgesteld raken. Misschien doordat een van de partners ontrouw blijkt te zijn. Of doordat je kind iets gedaan heeft, waardoor je je serieus bedrogen voelt. Bijvoorbeeld wanneer je volwassen zoon of dochter uit jouw beurs geld steelt om te voldoen aan de drugsverslaving. Je vertrouwen in de ander wordt door gebeurtenissen als deze danig op de proef gesteld. En de vraag is, hoe je daarop reageert. Boosheid en verdriet, teleurstelling en onmacht strijden dan met gevoelens van vergoelijking en liefde, trouw en stille hoop. Maar vooral het geschonden vertrouwen kan de bodem onder je bestaan wegslaan. Er moet heel wat gebeuren om dit vertrouwen hersteld te krijgen.

Drie snaren, één melodie ... 
Nieuwe kans

In de lezingen gaat het om Gods vertrouwen in mensen, in ons. De eerste lezing vertelt ons een episode uit de geschiedenis van Israël. De situatie die eraan vooraf ging, is bekend. Terwijl Mozes op de berg Sinaï de goddelijke geboden ontvangt, zijn de Israëlieten bezig hun eigen god te maken: een gouden kalf als plaatsvervanger van Jahwe. Uit teleurstelling en woede smijt Mozes, wanneer hij van de berg is afgedaald, de twee stenen platen met de geboden stuk. Maar ten tweede male beklimt hij later de berg om opnieuw bij God te pleiten voor de Israëlieten. En dan maakt God zich bekend, zoals we vandaag hoorden: 'Jahwe is een barmhartige en medelijdende God, lankmoedig, groot in liefde en trouw.' Met andere woorden: hij is bereid de Israëlieten een nieuwe kans te geven. Hij wil trouw blijven aan de belofte die hij eerder gedaan had: het volk te redden uit het slavenland Egypte. Hij wil het te brengen naar een land van melk en honing. De trouw van God aan het volk dat hij heeft uitgekozen, is groter dan de misstappen van datzelfde volk. Misschien mag je het zo zeggen: door trouw te blijven aan zijn volk blijft God trouw aan zichzelf. Hoe onhandelbaar de Israëlieten ook zijn, God houdt vast aan zijn oorspronkelijke keuze voor dit volk.

04 juni 2017

Erop uit!

Overweging op het feest van Pinksteren (jaar A)

Lezingen: Handelingen 2,1-11; Johannes 20,19-23

Ieder mens heeft een zekere ruimte nodig. Ruimte om te ademen, ruimte om te leven. Als die ruimte er niet is, dus als je in het nauw zit, dan krijg je het – letterlijk of figuurlijk – benauwd. Als je te nauw moet leven, dan kan het zijn dat je wordt beheerst door angst. Of door een te sterke behoefte om je aan voorschriften en regels te houden. Soms ben je ook gedwongen tot benauwdheid, bijvoorbeeld als je longcapaciteit door ziekte beperkt is. Dan is het fijn, als er hulpmiddelen zijn die lucht kunnen geven.

Levenslucht en ruimte maken het mogelijk dat mensen tot bloei kunnen komen. Dat er iets moois kan ontstaan, nieuwe ideeën gaan bloeien. Dat er enthousiasme en nieuw elan groeit. Dat het vasthouden aan oude gewoonten of strakke regels plaats maakt voor bezieling en vurigheid.