25 december 2017

Een kind wijst de weg

Overweging op Eerste Kerstdag

Lezingen: Jesaja 52,7-10; Johannes 1,1-5.9-14

'Weet je nog, toen we elkaar nog maar pas kenden?' Het koppel dat na jaren terug kijkt op het begin van hun relatie, haalt herinneringen op. Er is een zekere vertedering te beluisteren in de manier waarop ze elkaar de verhalen vertellen uit die begintijd. En je voelt ook, dat de vlam van toen nog niet is uitgedoofd. Ja, de felheid en de passie van hoe het ooit begon, dat is wel wat afgezwakt. Maar de diepe trouw, die in al die jaren alleen maar sterker is geworden, klinkt door in elke spatie tussen de woorden.

We doen het graag: elkaar verhalen vertellen van hoe het begon. Niet alleen verhalen over de relatie tussen twee geliefden, maar ook over hoe een kind wordt geboren en opgenomen in de warmte van het gezin; verhalen over hoe een nieuwe start werd gemaakt nadat je op een doodlopende weg was geraakt of hoe een natie werd opgebouwd nadat er een verwoestende oorlog is geweest. Hoor maar hoe Jesaja jubelende woorden gebruikt om te laten horen hoe Jahwe zijn volk weer nieuwe moed geeft.

17 december 2017

Het kleine zoeken naar vrede

Overweging

Het verlangen naar licht, naar vrede en saamhorigheid lijkt ons met Kerstmis meer te beroeren dan in andere tijden van het jaar. Misschien komt dat wel door de duisternis en het gure weer, die in de natuur de overhand hebben. Of deels ook door het schrale klimaat, dat in onze samenleving van vele kanten op ons afkomt.

Dat verlangen naar vrede en harmonie drukt zich tegenwoordig vaak uit in het uitbundige licht, waarmee we onze kerstbomen of zelfs de buitenkant van ons hele huis optuigen. Soms denk ik wel eens, dat dit vele licht in onze straten als een soort bezwering wordt ingezet om onze tekort aan innerlijk licht te maskeren. Het verlangen naar harmonie is ook zichtbaar in de behoefte aan het gezellige samenzijn met familie en vrienden.

10 december 2017

Voor de mensen

Interview met Ineke Priem
in de serie Graven naar geloof

De manier waarop Ineke Priem in het leven staat is mede bepaald door het gegeven, dat er thuis altijd de zorg was (en nog is) om haar gehandicapte zus. Rekening houden met anderen, klaar staan voor wie een beroep op je doet: dat is Ineke om zo te zeggen met de paplepel ingegeven. 'Nee' zeggen gaat haar dus niet gemakkelijk af. Er kan altijd nog wel een klusje of een taak bij.

Zo ging het ook toen pastor Tom Brooijmans haar in 1999 vroeg om per week tien uur beschikbaar te willen zijn voor het opzetten van een parochiekantoor. 'Dat wilde ik wel doen, maar dan graag samen met een ander,' vertelt Ineke. Die ander werd Plonie Paree, die gaandeweg de meeste uren op het kantoor in de Zusterstraat te Goes aanwezig was. De taken van Ineke verschoven op den duur meer in de richting van het notuleren van vergaderingen van de besturen van de Damiaanparochie en (later) van de Mariaparochie. Ook van de gezamenlijke vergaderingen van de twee besturen werden door Ineke verslag gemaakt. 'Mijn ervaring als directiesecretaresse bij een groot bedrijf in Kapelle kwamen mij bij dat alles goed van pas. En,' voegt Ineke daaraan toe, 'het was fijn om dit werk met Plonie samen te doen. We hebben veel met elkaar gedeeld in deze jaren.' Ook de samenwerking met Riet Hopmans de laatste jaren heeft haar met een glimlach naar het werk doen gaan.

03 december 2017

Voeding geven

Overweging bij de 1e zondag van de Advent (jaar B)

Lezingen: Jesaja 63,16b-17.19b; 64,3b-8; Marcus 13,33-37

Claudia is een week naar haar moeder, die woont in het oosten van het land. Voor de gezelligheid, maar ook om een stuk mantelzorg te verlenen. Peter, haar man, moet zich dan even zelf zien te bedruipen. Ja, dat voelt toch anders als moeder de vrouw van huis is. Hij kan meer zijn eigen gang gaan, maar moet tegelijk zelf voor zijn eten zorgen en de was bijhouden. In zo'n situatie kun je de zorg voor het huishouden op twee manieren voor je rekening nemen. Je doet de noodzakelijke dingen om, als Claudia weer thuis komt, gedonder te voorkomen. Of je kunt zorgen, dat ze een warm welkom ervaart, bijvoorbeeld doordat er een bloemetje in huis is en de gezamenlijke maaltijd speciale aandacht krijgt. De eerste houding – zou je kunnen zeggen – is er een van 'op je hoede zijn',  de tweede van een hartelijke en warme thuiskomst. De eerste weerspiegelt een gevoel van kilte en onverschilligheid, misschien ook angst, de tweede van toewijding en genegenheid.

De woorden uit het evangelie klinken alsof ze passen bij de eerste houding. Want Jezus begint met woorden die nogal dreigend klinken: 'Weest op uw hoede.' Dat heeft iets van: jezelf schrap zetten, alert zijn op mogelijk gevaar. We kunnen ons afvragen, waarom Jezus zo'n waarschuwende toon gebruikt als hij in gesprek is met vier van zijn volgelingen. De passage die de evangelist Marcus ons vandaag voorhoudt, wordt (als je zijn verhaal verder zou lezen) vrijwel meteen gevolgd door de laatste maaltijd van Jezus en zijn vrienden. En we weten hoe het verder gaat: de gruwelijke lijdensweg met Jezus' dood als voorlopig sluitstuk.

26 november 2017

Bidden door de telefoon

Een ervaring

Die maandagavond kwam ik thuis om 21:45 uur. Ik zag dat ik twee gemiste telefoontjes had van hetzelfde Belgische GSM-nummer. Ik belde terug en kreeg een jongeman met – inderdaad – een Belgisch accent aan de lijn. Hij was dringend op zoek naar een priester, die bereid was diezelfde avond nog biecht te horen. Hij verbleef in Vlissingen, dus legde ik contact met de lokale pastoor. Die was echter niet in de gelegenheid om de betreffende avond nog de jongeman te ontvangen. Wel de dag daarop.

Voorzien van die kennis belde ik de jongeman terug. In het tweede gesprek gaf hij aan, dat hem was
aangeraden nog die avond te biechten. Want, zo vertelde hij, een angstige droom had hem de voorgaande nacht twee keer bezocht. In die droom bevond hij zich in een cel, waar een bewaker voor had post gevat, maar die hij niet kon zien. Het opgesloten zijn vatte hij op als 'verkeerd bezig te zijn' en de bewaker moest erop toezien dat hij daarvoor zou boete doen.

Ondanks zijn aandringen kon ik hem niet in het vooruitzicht stellen nog diezelfde avond een biechtgesprek te hebben. Ik realiseerde met dat hij acuut behoefte had aan enige vorm van steun, want hij klonk nogal verward en angstig. Ik heb aangeboden om du moment samen met hem te bidden, want 'ook door de telefoon zal Onze Lieve Heer wel begrip hebben voor dit gebed.' Ik heb hem verteld, dat ik voor aanvang van het gebed een kaars zou aansteken met daarop een afbeelding van een vredesduif, die desgewenst ook symbool zou kunnen staan voor de heilige Geest. Zo hebben we dus gebeden: dat God de duisternis zou wegnemen en het licht zou geven dat op dit moment erg hard nodig was. We sloten af met het Onze Vader.

Daarna heb ik de jongeman geadviseerd zijn angstige droom als het ware weerstand te bieden door te gaan denken aan positieve ervaringen in zijn leven. En om die gedachtegang te ondersteunen heb ik aangeboden een foto van de kaars, waarbij we gebeden hadden, aan hem door te sturen via WhatsApp. Nadat ik dit had gedaan reageerde hij terug: 'Hartelijk dank. Zal mij helpen om aan het positieve te denken.'

De volgende dag liet ik hem – opnieuw met WhatsApp – het tijdstip weten, waarop hij terecht kon voor het biechtgesprek. Zijn reactie: 'Dat is een pak van mijn hart. Hartelijk dank voor alles, de kaars heeft geholpen. En het gebed ook.'

Een week later nam de jongeman de moeite om – opnieuw via WhatsApp – te laten weten: 'Hartelijk bedankt, de biecht heeft me enorm geholpen en ik heb een nieuwe start gekregen en genomen.'

19 november 2017

Signalen van hoop

Overweging bij de 33e zondag door het jaar (jaar A)

Lezingen: Spreuken 31,10-13.19v.30v; 1 Tesssalonisenzen 5,1-6; Matteüs 25,14-20

Er zijn veel zaken waar mensen zich zorgen over kunnen maken. Je gezondheid kan bijvoorbeeld aanleiding geven tot bezorgdheid. Of ook de manier waarop je kinderen hun plek moeten vinden in onze vaak chaotische wereld. De toenemende kloof tussen rijk en arm, niet alleen in Nederland, maar ook wereldwijd, baart nogal wat mensen grote zorgen. Als je niet uitkijkt, dan zou de wanhoop je om het hart kunnen slaan.

Gelukkig zijn er ook tekenen van hoop. Er zijn mensen die zich hun optimisme niet laten afnemen. Voor veel mensen is de enorme inzet van vrijwilligers op vele terreinen in de samenleving een teken van hoop. Maar ook de gewone alledaagse zorg die mensen met liefde en toewijding aan elkaar besteden laat zien, dat onze wereld nog niet voorgoed verloren is.

Rimpels

Signalen van hoop beluisteren we ook in de schriftlezingen van deze zondag. Al moeten we meteen vaststellen, dat het verhaal uit het evangelie ook wat rimpels tussen de wenkbrauwen oplevert. Want wat moet je nou met zo’n heer, die zijn knecht uitfoetert en eruit gooit. Dat klinkt toch helemaal niet zoals we Jezus doorgaans kennen? Dat heeft toch niets met de blijde boodschap te maken?

05 november 2017

Omgaan met imperfectie

Beschouwing

De tragische gebeurtenissen rond het zoeken en vinden van het lichaam van Anne Faber hebben in de samenleving veel los gemaakt. Door gebeurtenissen als deze wordt nieuwe voeding gegeven aan een maatschappelijke discussie, waarin geen eenduidige antwoorden te geven zijn. De worsteling over de bewegingsruimte van zedendelinquenten legt een pijnpunt bloot in onze samenleving, waarvoor geen simpele oplossing beschikbaar is. Het mag duidelijk zijn, dat wie schade toebrengt aan individuen of groepen binnen onze samenleving, daarvan (zoveel als mogelijk) moet worden weerhouden. Of – in geval van reeds berokkende schade – daarvoor moet worden bestraft volgens de geldende rechtspraak. En wanneer de dader zijn/haar straf heeft uitgezeten, moet er de mogelijkheid zijn om op een of andere wijze terug te keren in de samenleving.

Maakbaar

Laat mij heel duidelijk zijn. Gedwongen seksuele omgang met kinderen of volwassenen, op welke wijze dan ook, keur ik ten stelligste af. En tegelijk constateer ik, dat de maatschappelijke onrust, die ontstaat wanneer bekend wordt dat een veroordeelde (zeden)delinquent vrij komt, een verontrustend signaal is van iets dat veel dieper zit. De vraag is immers, hoe wij als samenleving omgaan met het imperfecte. Het algemene aanvoelen is: het kwaad dat ooit is aangericht, kan, mag en zal niet meer worden getolereerd. De persoon, die dat onheil op zijn geweten heeft, mag op geen enkele wijze de kans krijgen terug te vallen in het kwalijke gedrag. Dat willen we niet meer zien gebeuren. En dus moet de dader zover mogelijk verwijderd worden van waar wij het kwaad zouden kunnen waarnemen. Het is deze maatschappelijke onrust die ertoe leidt, dat we een mogelijke toekomstige recidivist feitelijk de toegang tot onze samenleving ontzeggen.

29 oktober 2017

Het recht van de zwakste

Overweging bij de 30e zondag door het jaar (jaar A)

Lezingen: Exodus 22,20-26; Matteüs 22,34-40

Groep 7 is een leuke klas, maar er zijn twee kinderen die er niet bij horen. Ze liggen eruit. Hun kleren lopen vier jaar achter bij de huidige mode. Maar ook in hun gedrag lijken ze niet in deze groep te passen, want ze leggen moeilijk contact met andere kinderen. En als ze het al proberen, dan gebeurt dat op een stuntelige manier. Hun gevoel voor eigenwaarde is in deze groep niet erg groot. Maar de leerkracht probeert er wel wat aan te doen. In de gymles, als er spellen worden gedaan, zijn zij degenen die de teams mogen kiezen. Op die momenten groeit hun zelfvertrouwen.

Bij de voedselbank Goes

Recht doen

Wat hier gebeurt, is eigenlijk een heel bijbels gegeven. De mensen die niet meetellen, worden heel uitdrukkelijk wel meegeteld. We hebben dat ook gehoord uit de eerste lezing. Het fragment uit het boek van de Uittocht is een gedeelte uit het wetboek van Israël. Dit wetboek is een bijzonder wetboek. Het onderscheidt zich van vele gangbare wetboeken in onze wereld. Het wetboek van Israël gaat namelijk niet uit van het recht van de sterkste, maar van het recht van de zwakste. In dit wetboek wijst God de richting door ruimte te maken voor de vreemdeling, de asielzoeker. Zijn leven heeft voor God even veel waarde, misschien zelfs meer waarde dan het leven van de ingezetene, de gegoede burger. God neemt het op voor mensen, die het niet voor zichzelf kunnen opnemen. In het wetboek van Israël wijst God de richting door recht te doen aan weduwen en wezen. In die tijd konden weduwen en wezen geen beroep doen op de Algemene Nabestaandenwet, zij waren aangewezen op de welwillendheid van de mensen in hun omgeving. Recht doen aan vreemdeling, weduwe en wees komt feitelijk overeen met recht doen aan God zelf.

22 oktober 2017

Belasting of barmhartigheid?

Overweging bij de 29e zondag door het jaar (jaar A)

Lezingen: 1 Tessalonisenzen 1,1-5b; Matteüs 22,15-21

Veel zaken in ons leven regelen we naar eigen goeddunken. Het inrichten van ons huis, de keuze van school, werk en partner zijn dan nog betrekkelijk eenvoudige opties. Soms gaat het om een zeer essentiële keuze, bijvoorbeeld rond abortus of euthanasie. We beschouwen onszelf als de meest geëigende persoon om in allerlei kwesties onze eigen voorkeuren uit te spreken. Je moet je eigen leven leiden en daarbij ook je eigen koers bepalen. In onze tijd is het vrij normaal, dat we over ons eigen leven beschikken. Het leven is toch van ons, nietwaar?

Baas of eigenaar?

Toch is het nog maar de vraag, in hoeverre we baas zijn over ons eigen leven. Baas zijn over je leven is nog iets anders dan eigenaar zijn van je leven. Je bent immers je eigen leven niet zelf begonnen. Je hebt het gekregen. En dan moet je er vervolgens wel zelf iets van gaan maken. Maar ook dat doe je nooit geheel op je eigen houtje. Daar heb je – linksom of rechtsom – anderen bij nodig. In zijn geheel genomen kunnen wij, mensen, dus niet volledig en autonoom beschikken over ons eigen leven. Je kunt je daarom afvragen: behoort het leven ons toe? Of is het juist omgekeerd: behoren wij toe aan het leven? Aan een groter geheel? Aan God misschien? Heel scherp gesteld is de vraag: aan wie ben je toegewijd?

15 oktober 2017

Feest, ondanks alles!

Overweging bij de 28e zondag door het jaar (jaar A)

Lezingen: Jesaja 25,6-10a; Matteüs 22,1-14

Er zijn omstandigheden, waarin je geen enkele aanleiding kunt vinden om een feestje te bouwen.
Iemand kan ernstig ziek zijn met nauwelijks uitzicht op herstel. Mensen worden neergedrukt door de zorg om rond te komen van een minimale uitkering. Als oorlogsgeweld kan je verdrijven uit je vertrouwde woonomgeving met niks om mee te nemen behalve de kleren die je aan hebt. Je kunt als politieke vluchteling maar niet kunt uitleggen aan de vreemdelingendienst, dat je leven niet meer zeker is. Allemaal redenen om maar geen feestje te vieren.

De woorden van Jesaja, die we gehoord hebben in de eerste lezing, waren bestemd voor mensen die
nauwelijks reden hadden om een feestje te bouwen. Rond 540 voor Christus zijn de meeste Joden terug gekeerd uit de ballingschap in Babylonië. Gelukkig weer terug op hun eigen grond, maar het land is totaal verwoest. Vergelijk het maar met de terugkeer van de mensen op Sint Maarten na de verwoesting van de orkaan Maria. Wat ze nu aantreffen is chaos en vernietiging. Alles moet van de grond af aan weer opgebouwd worden.

08 oktober 2017

Nalatigheid

Opinie

In de klassieke kerkelijke opvatting wordt de acedia (ἀκηδία ) gezien als een van de zeven hoofdzonden. Het is de aanduiding voor nalatigheid, verwaarlozing, gemakzucht of traagheid. Wie zich erdoor laat leiden, kiest voor het gemak van de middelmaat. De steeds grotere waardering voor het populisme beschouw ik als een knieval voor deze middelmaat. De meeste leiders van het populisme zien zichzelf als mensen die hun nek uitsteken: 'Ik zeg tenminste, wat anderen niet durven.' Maar als het maaiveld lager en lager komt te liggen, dan is het niet moeilijk om daar bovenuit te komen. Moedig is niet om in spitse oneliners te formuleren, wat het gros van de mensen als overtuiging meent te moeten debiteren. Moedig is het om de eenzame positie te kiezen in de marge, een positie die wars is van middelmatigheid en van het volgen van de mainstream.

Het geluk van de eenzaamheid, een essay van Connie Palmen (opgenomen in de bundel Het drama van de afhankelijkheid [Amsterdam 2017]), is 'bedoeld als verzet tegen een toenemend populisme en de heersende tirannie van de middelmaat, tegen de ophemeling van het populaire, gewone en zogeheten echte, tegen de dictatuur van de comsumentenmarkt, tegen de vulgaire minachting van het uitzonderlijke. … Populisme verpulvert het persoonlijke, is a-historisch en maakt gemeenzaam door het aanwakkeren van vijandschap tegenover het gemeenschappelijke.'(p. 267v)

Ook in onze geloofsgemeenschappen worstelen voorgangers en anderen met het gegeven, dat leden van die gemeenschap meegaan in de zuigkracht van het populisme. Het is niet eenvoudig om daarover in respect en openheid een dialoog te voeren op basis van gelijkwaardigheid. Emoties vormen in deze discussie vaak een krachtiger instrument dan argumenten. Het vraagt moed om desondanks het gesprek aan te gaan. Het hart echter van de evangelische boodschap is erop gericht om mensen niet uit- maar in te sluiten. Dat is niet altijd vanzelfsprekend, laat staan gemakkelijk. Wie deze weg kiest, loopt de kans weggehoond of afgebrand te worden. Maar wie het gesprek uit de weg gaat, moet beseffen dat hij zich bezondigt aan de acedia.

Eerder verschenen in de Nieuwsbrief van de Vereniging voor Pastoraal Werkenden Breda, september 2017

01 oktober 2017

Integer

Overweging bij de 26e zondag door het haar (jaar A)

Lezingen: Ezechiël 18,25-28; Matteüs 21,28-32

Zeg wat je doet en doe wat je zegt. Het is een vuistregel, die nogal eens wordt voorgehouden aan verkoopmedewerkers. Het betekent, dat je betrouwbaar bent en transparant bent in je opstelling naar de klant toe. Deze vuistregel geldt overigens ook voor vele andere instellingen die zich willen richten op hun doelgroep: de servicebalie van de gemeente, scholen in hun contacten met ouders, artsen en andere gezondheidswerkers, pastores en welzijnswerkers. Zeg wat je doet en doe wat je zegt. Betrouwbaar zijn en transparant: we willen het graag, maar het lukt ons niet altijd even goed.

Het verhaal uit het evangelie laat het verschil zien tussen de ene zoon die betrouwbaar wil lijken maar het feitelijk niet is, en de andere die niet betrouwbaar lijkt, maar het wel blijkt te zijn. Het spel van vraag en antwoord tussen Jezus en de religieuze leiders heeft een venijnige ondertoon. De hogepriesters vragen Jezus naar zijn bevoegdheid: wie is hij wel, dat hij mensen geneest, dat hij zonden vergeeft en dat hij een vernieuwend en sprankelend geloof verkondigt? Wie is hij wel? Zij – de hogepriesters en oudsten van het volk – zij zijn toch de bevoegde gezagsdragers?

10 september 2017

Richting wijzen

Overweging bij de 23e zondag door het jaar (jaar A)

Lezingen: Ezechiël 33,7-9; Matteüs 18,15-20

Navigatieapparatuur in de auto maakt het erg gemakkelijk om je weg te vinden, als je de omgeving niet kent. Maar als je geen TomTom hebt, dan moet je vertrouwen op de richtingwijzers langs de weg. En als de richtingwijzers ontbreken, dan moet je vragen aan mensen die de omgeving kennen, welke weg je moet gaan.

Ook in het onderling samenleven van mensen heb je soms behoefte aan iemand die je de richting wijst. Iemand die je laat zien, hoe je dingen kunt aanpakken of hoe je in een bepaalde kwestie iemand het beste kunt benaderen. De lezingen in deze viering zijn ook bedoeld om ons richting te wijzen. En dan vooral over de manier waarop we anderen op het juiste spoor kunnen brengen. Want iemand terecht wijzen – daar gaat het immers over – is niet de gemakkelijkste en ook niet de leukste taak die je je kunt voorstellen.

Veel mensen schrikken ervoor terug. We hebben er moeite mee om elkaar te vertellen, dat sommige dingen ook anders en beter kunnen, en dat er ook dingen zijn die gewoon niet door de beugel kunnen. Veel Nederlanders vinden, dat ieder dit soort dingen zelf maar moet bepalen. Er is een duidelijke tendens naar individualisering. En je zou kunnen zeggen, dat in bepaalde opzichten de morele gemakzucht is toegenomen in Nederland.

03 september 2017

Tot op het bot

Overweging bij de 22e zondag door het jaar (jaar A)

Lezingen: Jeremia 20,7-9; Matteüs 16,21-27

Ooit las ik in de krant een verhaal over een Italiaanse man. Als vertegenwoordiger verdiende hij zijn brood. Hij had een goed inkomen. Ongewild werd hij getuige van een moord, gepleegd door de maffia. De man verstond zijn burgerplicht en deed aangifte bij de politie. Het gevolg was, dat hij zijn leven niet meer zeker was. De maffia immers vergeet niet en vergeeft niet. Hij moest onderduiken met zijn vrouw en twee kinderen, steeds opnieuw verhuizen, en zijn eigen identiteit helemaal opgeven. Zijn baan raakte hij kwijt. Zijn leven werd een nachtmerrie. De overheid deed niets als dank voor zijn diensten. Hij kreeg geen kans om zijn leven opnieuw op te bouwen. Na enkele jaren ging hij in Frankrijk wonen, waar hij als boer probeerde een nieuw bestaan op te bouwen. Maar ook daar was hij niet zeker van zijn leven.

Stank voor dank

Het verhaal is duidelijk. Als je trouw wil blijven aan je principes, trouw tot op het bot, dan moet je soms een weg van enorme eenzaamheid gaan. Als je moeilijke keuzes moet maken, kom je er vaak alleen voor te staan. Dat beluisteren we ook in de lezingen van deze dag. Op dringend verzoek van God klaagt Jeremia het onrecht aan in het koninkrijk Juda. Maar hij is enorm teleurgesteld over het resultaat van zijn opdracht. Hij wordt uitgelachen en bespot. Hij heeft het gevoel, dat God hem in de kou laat staan met zijn profetische opdracht. Hij vraagt zich ernstig af, of dit nu wel echt zijn taak is. Want eigenlijk krijgt hij enkel stank voor dank. En de profeet denkt: bekijk het maar! Ik houd het voor gezien.

En toch: het bloed kruipt waar het niet gaan kan. In het uiten van zijn klacht groeit bij Jeremia toch weer het vertrouwen. Er laait een vuur op in mijn hart, zegt hij. Ik wil het in bedwang te houden, maar het lukt mij niet. En opnieuw geeft hij zich over aan de taak, die God van hem vraagt.

27 augustus 2017

Doorverteld

Overweging bij de 21e zondag door het jaar (jaar A)

Lezingen: Jesaja 22,19-23; Matteüs 16,13-20

Het is niet gemakkelijk om van iemand een goede portretfoto te maken. Want die foto moet niet alleen laten zien, dat die persoon er is, maar ook wie hij is. In de foto moet je iemands karakter kunnen zien, moet je zijn wezen kunnen herkennen. Voordat de fotograaf een treffende foto kan maken, moet hij zijn model dus leren kennen. Er moet, al is het maar heel kort, een ontmoeting plaats vinden tussen fotograaf en model. Als dat niet gebeurt, dat laat de foto wel zien dat het model er is, maar niet wie hij of zij is.

Geslaagde portretfoto

Het antwoord van Petrus op de vraag van Jezus zou je kunnen zien als een geslaagde portretfoto. Het antwoord van Petrus karakteriseert Jezus in zijn diepste wezen. En dat antwoord kan slechts gegeven worden, omdat er tussen Petrus en Jezus een werkelijke ontmoeting heeft plaats gevonden. Petrus noemt Jezus: 'de Christus, de Zoon van de levende God'. Maar wat zegt Petrus daar eigenlijk mee?

20 augustus 2017

Voor álle mensen

Overweging bij de 20e zondag door het jaar (jaar A)

Lezingen: Jesaja 56,1.6-7; Matteüs 15,21-28

Afbeelding afkomstig van www.kinderwoorddienst.nl
In de afgelopen weken zijn veel mensen erop uit getrokken om te genieten van hun vakantie. De een wil alleen maar van de zon genieten. Anderen willen juist cultuur zien, in contact komen met andere mensen en opvattingen. En vanzelfsprekend neem je dan ook het een en ander mee naar huis: voorwerpen, herinneringen, ideeën. Je ontdekt de rijkdom van andere culturen. Je leert ook de betrekkelijkheid van je eigen cultuur, je eigen gebruiken zien. En als we weer terug thuis zijn, gaan we in winkels op zoek naar producten en ingrediënten van over de grens. Zo lijkt het wel, alsof onze wereld steeds kleiner wordt. Zeker nu de berichtgeving via TV en internet steeds sneller wordt. Daarom wordt wel eens gezegd, dat de wereld steeds meer gaat lijken op een dorp, waarin iedereen bijna alles over iedereen weet.

De bewoonde wereld

De lezingen van deze zondag nodigen ons uit om te kijken naar heel die bewoonde wereld. Er wordt ons gevraagd om te kijken over de eigen grenzen heen: niet alleen omdat dit een verrijking voor onszelf is, maar ook omdat daarmee Gods liefde voor alle mensen zichtbaar wordt.

13 augustus 2017

Een zachte bries

Overweging op de 19e zondag door het jaar (jaar A)

Lezingen: 1 Koningen 19,9a.11-13a; Matteüs 14,22-33

Als je hier in Zeeland op de fiets zit, dan heb je eigenlijk altijd wel met de wind te maken. Soms heb je de wind mee, en net zo vaak ook weer tegen. Het kan gebeuren, dat de wind een aangename verkoeling brengt. Maar het gebeurt ook, dat de wind een verwoestende kracht laat zien. Het is een wonderlijk fenomeen, die wind. Ook al kun je hem niet zien, hij heeft altijd wel een bepaald uitwerking op onze wereld – ten goede of ten kwade.

De wind speelt in de lezingen van vandaag een vooraanstaande rol. Laten we eens kijken naar de situatie, waarin de profeet Elia zich bevindt. Hij heeft, voorafgaand aan de passage die we vandaag hoorden, stoere taal gebruikt en vernietigende tekens gesteld om de profeten van de god Baäl af te troeven. Er is immers maar één God, en dat is Jahweh. En toch is er hevige twijfel in Elia. Die ene God, is die nou echt wel zo prominent aanwezig in de wereld van de mensen, dat hij het kan opnemen tegen Baäl, de god van oorlog, van vruchtbaarheid en ontucht? Voor Elia hoeft het allemaal niet meer. Het is toch zinloos, denkt hij.

06 augustus 2017

Hier gebeurt het

Overweging bij het feest van de Gedaanteverandering (jaar A)

Lezingen: Daniël 7,9-10;13-14; Matteüs 17,1-9

Je hoort wel eens van mensen die een hoge berg beklommen hebben, dat ze daar een overweldigende ervaring hadden van de absolute schoonheid van de natuur. Het zou bijna een mystieke ervaring kunnen zijn. Misschien zelfs een ervaring van: een beetje dichter bij God te zijn. Het is een ervaring die je later – terug in het gewone leven – niet gauw vergeten zult. Je wilt dat vasthouden, omdat het zo'n fantastische indruk op je maakte. Een topervaring zou je het kunnen noemen, zowel in letterlijke als figuurlijke zin.

Stem
Icoon van de Gedaanteverandering
(Metamorphosiskerk, Pythagorion,
Samos, Griekenland)

De berg als beeld van dicht bij God te zijn: we kennen dat beeld ook uit het Oude Testament. Mozes beklimt de berg Horeb om van God de Tien Woorden in ontvangst te nemen. En van de profeet Elia kennen we het verhaal dat hij – levensmoe als hij is op dat moment – diezelfde Horeb beklimt om God te ontmoeten in de gefluister van een zachte bries. Is het dan toevallig dat juist deze twee, Mozes en Elia, Jezus flankeren op het moment dat hij – boven op de berg – voor de ogen van zijn leerlingen stralend voor hen staat? Nee, toeval is het zeker niet. De evangelist Matteüs heeft zijn verhaal zo gecomponeerd, dat de twee belangrijkste mannen uit het Oude Testament Jezus terzijde staan. Mozes en Elia vertegenwoordigen immers de Wet en de Profeten, de twee belangrijkste pijlers van het jodendom. En Jezus, de jood Jesjoea, – zo houdt Matteüs ons voor – is om zo te zeggen de vervulling, de voltooiing van Wet en Profeten. Het beeld van de lichtende uitstraling van Jezus moet die voltooiing nog eens benadrukken.

30 juli 2017

Van onschatbare waarde

Overweging bij de 17e zondag door het jaar (jaar A)

Lezingen: 1 Koningen 3,5.7-12; Matteüs 13,44-52

Het opzetten van een bedrijf is, zo mag je aannemen, geen sinecure. Natuurlijk: je moet er je boterham mee kunnen verdienen. Maar je moet toch vooral een bepaalde passie hebben, een droom willen navolgen, om een product te vermarkten waarvan jij denkt dat mensen dit zullen willen afnemen. Om die droom te realiseren moet je heel wat werk verzetten, regelingen treffen en moeilijkheden overwinnen. Je moet ook van veel andere zaken willen afzien. Bijvoorbeeld het gemak van geregelde werktijden of de luxe van royaal vrije tijd. Maar omdat het jouw passie is, heb je dat er graag voor over. En die passie brengt ook een zekere ordening aan in je leven. Want jouw levensproject krijgt op deze manier een bepaalde betekenis en inhoud. Je leven krijgt überhaupt zin op deze manier.


Jan Luyken (1649-1712), De schat in de akker
(ets, 1712; Rijksmuseum Amsterdam)
Wat geldt voor het opzetten van een bedrijf, dat gaat ook op voor veel andere projecten die wij in ons leven ondernemen. Denk maar aan het aangaan van een levensrelatie of aan het opvoeden van kinderen. Maar ook aan het doen van vrijwilligerswerk of het belijden van je geloof. Datgene wat zin en betekenis geeft aan ons leven, daar willen we ons graag voor inzetten, daar willen we ons moeite voor getroosten. Het brengt ordening aan in ons leven, omdat alle andere wederwaardigheden en ervaringen, alle overige futiliteiten en onzin daaraan ondergeschikt zijn. Het aanbrengen van ordening en overzicht in ons leven, en het vinden van betekenis voor ons bestaan is van groot, is zelfs van levensbelang. Anders zouden we verzuipen in chaos.

23 juli 2017

Overgave

Beschouwing

'Ik laat het maar op me af komen.' Het is een vaak gebruikte uitdrukking van iemand die ik goed ken. Voor de persoon in kwestie is het geen uiting van passieve berusting, maar eerder van het doorleefde besef dat er zaken in het leven zijn die niet te veranderen zijn. Het is, zou je kunnen zeggen, een langzaam gerijpt inzicht, dat overgave aan wat zich voordoet meer rust geeft aan de ziel dan een onmogelijk verzet.

Krachtig geloof

De gebezigde uitdrukking wordt door deze man nogal eens gebruikt als je voelt, dat hij de eenzaamheid ervaart van het weduwnaar zijn. Naarmate de tijd vordert lijkt het, alsof het alleen zijn – hoe goed zijn kinderen en kleinkinderen ook proberen hem nabij te zijn – zwaarder en zwaarder gaat wegen. Misschien ook wel omdat zijn fysieke krachten langzaamaan minder worden en zijn leefwereld geleidelijk kleiner. 'Ik laat het maar op me af komen.' Als je het mij vraagt is deze uitspraak in wezen een heel krachtige uiting van overgave en van geloof. Niet dat daarmee de pijn van het alleen zijn of het verdriet om het gemis van wie hem dierbaar was (is!) minder wordt. Integendeel. Maar hij geeft als het ware zijn onvermogen om de situatie te veranderen over aan … Ja, aan wie of wat? Dat zegt hij nou precies niet. En dat wil ik ook niet voor hem invullen. Maar ik ben geneigd om mij af te vragen: aan God? Aan moeder Maria?

Overgave lijkt in de tijd waarin wij leven een vergeten deugd te zijn geworden. Want er zijn veel kwesties die tegenwoordig vragen om een strakke planning, een nauwkeurig uitgestippeld beleid, een overzichtelijke en vooral verantwoorde weg om te komen van A naar B. En het mag duidelijk zijn, dat die planning en dat beleid vaak noodzakelijk zijn om dingen voor elkaar te krijgen. Zonder deze systematische aanpak zou het leven helemaal een zootje worden. Maar meer dan eens zijn we geneigd te denken, dat we op deze wijze het leven compleet onder controle kunnen krijgen. En toch moeten we telkens weer constateren, dat ziekte ons leven bedreigt (ondanks alle inspanningen die we verrichten inzake medische zorg en onderzoek), dat overspannen verwachtingen van de economische ontwikkelingen roet in het eten gooien, dat ruzies, oorlogen en machtshonger de onderlinge harmonie tussen mensen verstoren. Ja, het leven is een zootje. Zelfs het verlangen naar harmonie en rechtvaardigheid wordt geweld aangedaan omdat er altijd mensen zijn (en zullen zijn) die het recht van anderen met voeten treden.

Moed

Hoezo dan: overgave? 'Ik laat het maar op me af komen.' Dat is een andere opstelling dan 'Ik laat het maar over me heen komen.' Deze tweede uitdrukking lijkt neer te komen op doffe berusting, zonder enige mogelijkheid om eigen keuzes te maken. De eerste echter heeft meer te maken met een actieve vorm van verwachten: zien wat er gaat gebeuren en vervolgens daarin proberen de juiste keuze te maken.

Overgave nodigt uit om te leven volgens het aforisme – of, zo u wilt, het gebed – , dat wordt toegeschreven aan Franciscus van Assisi: 'Geef me de moed om te veranderen wat ik kan veranderen. Geef me de wijsheid om te accepteren wat ik niet kan veranderen. Geef me het inzicht om het verschil tussen beide te zien.'

Eerder gepubliceerd in Parochienieuws van juni-juli 2017 en in de Nieuwsbrief van de VPW-Breda van juni 2017

11 juni 2017

Tot het einde

Overweging op het feest van de Heilige Drie-eenheid (jaar A)

Lezingen: Exodus 34,4b-6.8-9; 2 Korinthe 13,11-13; Johannes 3,16-18

In de relatie tussen partners of tussen ouders en kinderen kan het gebeuren, dat mensen hevig teleurgesteld raken. Misschien doordat een van de partners ontrouw blijkt te zijn. Of doordat je kind iets gedaan heeft, waardoor je je serieus bedrogen voelt. Bijvoorbeeld wanneer je volwassen zoon of dochter uit jouw beurs geld steelt om te voldoen aan de drugsverslaving. Je vertrouwen in de ander wordt door gebeurtenissen als deze danig op de proef gesteld. En de vraag is, hoe je daarop reageert. Boosheid en verdriet, teleurstelling en onmacht strijden dan met gevoelens van vergoelijking en liefde, trouw en stille hoop. Maar vooral het geschonden vertrouwen kan de bodem onder je bestaan wegslaan. Er moet heel wat gebeuren om dit vertrouwen hersteld te krijgen.

Drie snaren, één melodie ... 
Nieuwe kans

In de lezingen gaat het om Gods vertrouwen in mensen, in ons. De eerste lezing vertelt ons een episode uit de geschiedenis van Israël. De situatie die eraan vooraf ging, is bekend. Terwijl Mozes op de berg Sinaï de goddelijke geboden ontvangt, zijn de Israëlieten bezig hun eigen god te maken: een gouden kalf als plaatsvervanger van Jahwe. Uit teleurstelling en woede smijt Mozes, wanneer hij van de berg is afgedaald, de twee stenen platen met de geboden stuk. Maar ten tweede male beklimt hij later de berg om opnieuw bij God te pleiten voor de Israëlieten. En dan maakt God zich bekend, zoals we vandaag hoorden: 'Jahwe is een barmhartige en medelijdende God, lankmoedig, groot in liefde en trouw.' Met andere woorden: hij is bereid de Israëlieten een nieuwe kans te geven. Hij wil trouw blijven aan de belofte die hij eerder gedaan had: het volk te redden uit het slavenland Egypte. Hij wil het te brengen naar een land van melk en honing. De trouw van God aan het volk dat hij heeft uitgekozen, is groter dan de misstappen van datzelfde volk. Misschien mag je het zo zeggen: door trouw te blijven aan zijn volk blijft God trouw aan zichzelf. Hoe onhandelbaar de Israëlieten ook zijn, God houdt vast aan zijn oorspronkelijke keuze voor dit volk.

04 juni 2017

Erop uit!

Overweging op het feest van Pinksteren (jaar A)

Lezingen: Handelingen 2,1-11; Johannes 20,19-23

Ieder mens heeft een zekere ruimte nodig. Ruimte om te ademen, ruimte om te leven. Als die ruimte er niet is, dus als je in het nauw zit, dan krijg je het – letterlijk of figuurlijk – benauwd. Als je te nauw moet leven, dan kan het zijn dat je wordt beheerst door angst. Of door een te sterke behoefte om je aan voorschriften en regels te houden. Soms ben je ook gedwongen tot benauwdheid, bijvoorbeeld als je longcapaciteit door ziekte beperkt is. Dan is het fijn, als er hulpmiddelen zijn die lucht kunnen geven.

Levenslucht en ruimte maken het mogelijk dat mensen tot bloei kunnen komen. Dat er iets moois kan ontstaan, nieuwe ideeën gaan bloeien. Dat er enthousiasme en nieuw elan groeit. Dat het vasthouden aan oude gewoonten of strakke regels plaats maakt voor bezieling en vurigheid.

28 mei 2017

Volg je droom

Filmrecensie van Million Dollar Baby (2004)

Regie: Clint Eastwoord

Een verhaal van verliezers. Weliswaar mooi in beeld gebracht en zorgvuldig gecomponeerd, maar toch: alleen maar verliezers. Dat is de indruk die op het eerste gezicht blijft hangen aan het einde van de film.

Sportschoolhouder Frankie Dunn (Clint Eastwood) heeft het contact met zijn dochter verloren; hij verliest ook zijn beste bokser aan een andere manager en tenslotte verliest hij Maggie, die hij tegen wil en dank tot de wereldtop van het vrouwenboksen heeft gebracht. Scrap (prachtige rol van Morgan Freeman, die ook de rol van verteller heeft), voormalig bokser en nu klusjesman in de sportschool, heeft tijdens zijn laatste gevecht, het 109e, zijn rechteroog verloren, en ook de illusie om zijn carrière te beëindigen met een gewonnen wedstrijd. Verliezer is ook Maggie (Hillary Schwank), die weliswaar triomfen viert in het vrouwenboksen, maar uiteindelijk haar mobiliteit en haar onafhankelijkheid verliest nadat ze door haar tegenstandster (buiten de reguliere rondetijd) tegen het canvas wordt geslagen. Ze valt ongelukkig en loopt een hoge dwarslaesie op.

21 mei 2017

Gedreven mensen

Overweging bij de 6e zondag van Pasen (jaar A)

(Lezingen: Handelingen 8,5-8.14-17; Johannes 14,15-21)

De eerste zelfstandige stapjes van een kind zijn een moment van vreugde en bevestiging. Vreugde is er, want het kind ontdekt dat het zich op een nieuwe manier kan voortbewegen. Vreugde is er ook omdat de steeds aanwezige angst om te vallen is overwonnen. Maar bevestiging is er ook, want de omgeving roept: 'Jáá, je kunt het!'

In de eerste lezing kunnen we een vergelijkbaar proces waarnemen. Hier gaat het om de eerste stappen van de christenen op hun tocht door de wereld. Filippus is naar Samaria gegaan, naar een stad die zo'n 70 km van Jeruzalem verwijderd is. Dat hij daar vrijwel meteen een groot succes heeft met zijn verkondiging, mag verwonderlijk heten. De Joden beschouwden de Samaritanen als 'bastaardvolk': het zijn geen echte kinderen van Israël. De spanning tussen Joden en Samaritanen is juist ook ingegeven doordat ze in alle opzichten zo dicht bij elkaar staan: geografisch, cultureel en zeker ook religieus. Misschien kunnen wij die spanning het best vergelijken met Nederlanders en Duitsers. Als iemand ons voor een Australiër aanziet, kunnen we daar alleen maar om lachen, maar als iemand een Nederlander een Duitser noemt, dan zijn we daar niet gelukkig mee.

14 mei 2017

Een weg om te leven

Overweging bij de 5e zondag van Pasen (jaar A)

Lezingen: Handelingen 6,1-7; Johannes 14,1-12

Er was een echtpaar, man en vrouw beiden arts, dat zich had laten uitschrijven uit de kerk. Ze voelden zich niet meer op hun plaats in dat enge wereldje. Tegen de tijd van de VUT gingen ze werken in een missieziekenhuis in Oeganda. Met ziekenhuis en al werden ze geadopteerd door een parochie in het oosten van het land. Daar brachten ze ieder jaar uitvoerig en enthousiast verslag uit van hun werkzaamheden. De samenwerking tussen het echtpaar en de parochie groeide en groeide, tot grote tevredenheid van beide. (1)

Verschillende wegen

Er zijn vele manieren waarop de religieuze werkelijkheid, het geloof van mensen tot uitdrukking kan komen. Je kunt tegenwoordig de geloofsbeleving van mensen niet zo gemakkelijk in hokjes plaatsen. Maar bij al die verschillende wegen blijft er altijd een weg, die ene koninklijke weg van barmhartigheid, die tenslotte leidt naar de waarheid en naar het leven. Dat is de weg van Jezus. Hij is zelf die weg.

07 mei 2017

Loslaten hoort bij vasthouden

Interview met Karin Sauter
in de serie Graven naar geloof

De spontaniteit, waarmee Karin Sauter de uitnodiging voor dit interview al beantwoordde, klinkt meteen door in het enthousiasme waarmee ze vertelt. Haar ogen sprankelen als ze ingaat op de vraag, wat haar werk als leerkracht op basisschool De Horizon (Rilland) zo boeiend maakt. 'Het is prachtig,' zegt Karin, 'om te werken met kinderen. Zij hebben nog een hele toekomst voor zich, ze zijn spontaan en nieuwsgierig, staan open voor wat zich aan hen voordoet. Je kunt van alles met kinderen bereiken als je hen de kans geeft om te ontdekken wat ze in hun mars hebben. Dat vind ik soms lastig, maar tegelijk ook heel waardevol en uitdagend. Kinderen zijn nog "vormbaar" en flexibel.'

Behoeden

De nieuwsgierigheid die Karin in kinderen zo kan waarderen is tegelijk ook kenmerkend voor haarzelf. Daar hoort ook een zekere eigenwijsheid bij. Dat kwam bijvoorbeeld tot uiting in de route die ze koos voor haar opleiding. 'Na het VWO in Oss vond ik de universiteit te weinig praktisch, te vaag. Het HBO voor maatschappelijk of sociaal werk kwam voor mij te dicht in de buurt van een geitenwollensokkenmentaliteit. Uiteindelijk werd het dan de Pabo - maar niet in Den Bosch waar alle klasgenoten voor kozen. Nee, het moest (eigenwijs!) Nijmegen worden. Met een uitdrukkelijk katholieke identiteit en een kleine overzichtelijke populatie. En ook belangrijk: er waren inspirerende catechesedocenten. Die bevestigden mij in een soort van ontvankelijk zijn voor wat er op je levensweg komt. Mijn nieuwsgierigheid voor het religieuze werd er gestimuleerd.'

30 april 2017

Kijken en zien

Overweging op de 3e zondag van Pasen (jaar A)

Lezingen: Handelingen 2,14.22-32; Lucas 24,13-35

'Je gaat het pas zien, als je het door hebt.' Het is een van die wonderlijke, maar hele rake uitspraken van misschien wel de grootste voetballer uit de Nederlandse geschiedenis. Johan Cruijff had meer van dit soort gedachten, maar deze is heel erg van toepassing op het verhaal van de Emmaüsgangers: je gaat het pas zien, als je het door hebt.

Emmaüsgangers, herkennen, brood, breken, delen
Verdriet

De twee vrienden – compleet teleurgesteld in de afloop van de gebeurtenissen in de voorbije dagen – keren moedeloos en verdrietig naar huis terug. Een onbekende loopt met hen op. De verteller van het verhaal, Lucas, geeft ons, de luisteraars, een voorsprong op de twee mannen, want hij laat ons weten wie deze derde is: Jezus zelf. Maar de ogen van de twee vrienden blijven gesloten: zij herkennen hem niet. Hun teleurstelling en verdriet, hun frustratie en wanhoop zijn kennelijk zo groot, dat ze alleen naar binnen kijken, naar wat hen zelf enorm bezig houdt. En we weten allemaal: wie opgeslokt wordt door zijn eigen verdriet,is nauwelijks in staat om de wereld om zich heen waar te nemen. Het enig wat telt, is je eigen verlies.

23 april 2017

Tot rust gekomen

Overweging op de 2e zondag van Pasen (Jaar A)

Lezingen: Handelingen 2,42-47; Johannes 20,19-31

Als je de film Schindlers List wel eens hebt gezien, dan word je heel stil van de slotscène: de indrukwekkende rij mensen, die een steentje leggen op het graf van Oscar Schindler. Het einde van de film maakt grote indruk. Het zijn ook de enige scènes uit de film, die in kleur zijn gemaakt. Van een film, die veel indruk op je maakt, ben je geneigd vooral het slot ervan in gedachte te houden. De afloop van het verhaal blijft je het beste bij. Maar het plot, de ontknoping, krijgt pas zijn eigenlijke betekenis door wat eraan vooraf is gegaan.

Pasen, prikkeldraad. lelieMet het verhaal van het evangelie, dat we vandaag lezen, gebeurt iets dergelijks. We hebben de neiging vooral te kijken naar de ontwikkeling die Tomas doormaakt. Maar ook hier moeten we niet vergeten naar het voorafgaande te kijken. Na de gruwelijke executie van Jezus zitten zijn leerlingen bijeen: wezenloos, angstig, achter gesloten deuren. Wie bang is en leeft onder kennelijke dreiging, die probeert zichzelf onzichtbaar te maken. Zoals een kat zich klein maakt als ze jouw naderende gestalte niet vertrouwt. Het voelen van angst is een signaal van dreigend onheil en het kan daarom heel functioneel zijn. Maar tegelijk is angst ook een mechanisme, dat ons kan afsluiten van de realiteit. We zien in zulke situaties vooral de dreiging en de onmogelijkheden, niet zozeer de kansen.

16 april 2017

Een ongewone aanwezigheid

Overweging tijdens de Paaswake (jaar A)

Lezingen: Genesis 1,1-2,2; Exodus 14, 15-15, 1; Matteüs 28,1-10

Enkele jaren geleden werd ik – in de week voor Pasen – gevraagd om naar het ziekenhuis te komen. Een man uit India, veertig jaar oud, werkzaam op een boot die was afgemeerd in Vlissingen, was onverwacht overleden. Tijdens een noodzakelijke operatie had hij een hartstilstand  gekregen. De eigenaar van de boot kwam over uit Duitsland. Hij zelf was katholiek en wist dat ook de overledene katholiek was. En hij vroeg of er bij het lichaam van de overledene gebeden kon worden. Ook de man die de eigenaar vertegenwoordigde, werkzaam op het kantoor in Vlissingen, was aanwezig. Samen met de dominee van het ziekenhuis heb ik een eenvoudig gebed gedaan. We hebben een kaars gebrand, een kruis gelegd op de borst van de overledene en gelezen uit de bijbel. De eigenaar van de boot heeft enkele foto's gemaakt om  op te sturen naar de familie van de overledene. Hij had een vrouw en twee kinderen.

Aanwezig zijn

Het was een treurige gebeurtenis te bidden voor iemand, die zo ver van zijn dierbaren was komen te overlijden. De kale sfeer in het mortuarium maakte het geheel nog triester. En toch was er ook iets ontroerends aan de situatie. Dat de eigenaar van de boot van zover wilde komen, dat hij foto's maakt voor de nabestaanden, dat we daar met zijn vieren rond het ontzielde lichaam van een mens stonden, in eerbied en gebed – dat alles maakte dat er ook verbondenheid was, over de grenzen van taal en cultuur heen, over de grenzen van de dood heen. En in die verbondenheid was ook iets voelbaar van de aanwezigheid van God. Want waar de woorden van mensen in zo'n situatie verzanden in machteloosheid, daar doorbreekt de voelbare aanwezigheid van God tegelijk de menselijke onmacht. En zo leek het wel alsof in de onontkoombaarheid van de dood toch iets van voortgang van het leven mogelijk was, juist vanwege de onderlinge verbondenheid, juist vanwege de ervaren aanwezigheid van God.

09 april 2017

Vreugde die stand houdt

Overweging op Palmzondag (jaar A)

Lezingen: Jesaja 50,4-7; Matteüs 27,11-54

Over een paar weken wordt in Tilburg koningsdag gevierd. Het koninklijk paar zal worden onthaald in een sfeer van blijdschap en uitbundigheid, terwijl heel Oranjeminnend Nederland kan meekijken via de televisie. Zo'n sfeer van uitgelaten vrolijkheid moet er ook geweest zijn tijdens de intocht die Jezus hield in Jeruzalem. De verwachtingen zijn hooggespannen. Het lijkt alsof deze man een nieuw soort leiderschap introduceert. Iemand die een gezag uitstraalt, dat van binnenuit komt. Iemand die zich niet laat voorstaan op zijn positie, maar die erop uit is om mensen werkelijk recht te doen.

Uitbundig

In zo'n sfeer is het goed voorstelbaar, dat mensen deze man, Jezus,  een uitbundig welkom bereiden. Maar Matteüs, degene die over deze gebeurtenis vertelt, wijst er fijntjes op dat wat hier gebeurt eigenlijk de vervulling is van een oude profetie. De koning die zou komen, aldus de profeet Zacharia, zal zachtmoedig zijn en gezeten op een ezelsjong. Geen koning van pracht en praal, niet een die met overmacht en geweld zijn gezag handhaaft, geen overwinnaarstype dat zich breed maakt ten koste van anderen. Als hij al koning is, dan een koning in dienstbaarheid. Dat maakt hem niet alleen indrukwekkend, maar ook kwetsbaar.

26 maart 2017

Een krachtig kompas

Beschouwing

De kaarten zijn geschud, maar het spel moet nog gespeeld worden. Nu de verkiezingsuitslag is vastgesteld zullen de volksvertegenwoordigers de wijsheid moeten opbrengen om ons land een – wat mij betreft humane – richting naar de toekomst te wijzen. Geen enkele partij is in staat om dit op eigen houtje te doen. Er zullen dus overeenkomsten gevonden moeten worden, die werkbaar zijn. Dat vraagt wederzijds vertrouwen.

De door velen gevreesde overwinning van de Twitteraar-vanaf-de-zijlijn is weliswaar geen eclatant succes geworden, hij is er wel in geslaagd om de politiek een stevige afbuiging naar rechts te laten maken. En als je het politieke spectrum van links tot rechts mag typeren van sociaal en solidair tot zelfredzaam en eigen broek ophouden, dan zou bij de formatiebesprekingen de angst wel eens een grotere rol kunnen gaan spelen dan gewenst, alle verkiezingsretoriek van 'optimisme' en 'realisme' ten spijt.

19 maart 2017

Schuld en vergeving

Filmrecensie van Get Low (2009)

Regie: Aaron Schneider

Amerika in de jaren dertig van de vorige eeuw. Cale County, een kleine stad in Tennessee. Een oude zonderling die zich al veertig jaar afzijdig houdt van de gemeenschap. Er gaan allerlei wilde verhalen over deze Felix Bush. Hij zou een moord op zijn geweten hebben, maar niemand weet er het fijne van.

Bush – een glansrol van Robert Duvall – realiseert zich dat zijn tijd gekomen is ('Time for me to get low'). Hij wil nu alle ware of verzonnen verhalen die over hem verteld worden te horen krijgen. Daarom organiseert hij zijn eigen begrafenisfeest. Om er zeker van te zijn dat alle dorpelingen het feest zullen bijwonen laat hij een loterij uitschrijven door de plaatselijke begrafenisondernemer Frank Quinn (overtuigend gespeeld door Bill Murray). De winnaar van de loterij erft na de dood van Bush diens huis en grond ter grootte van ongeveer 120 hectare.

Onverwerkt verleden

Quinn, een gladde zakenman die zich – liefst heimelijk – tegoed doet aan de alcohol, neemt de opdracht graag aan. Financieel gaan zijn zaken niet goed. Zijn assistent Buddy Robinson (Lucas Black), een integere man die de zorg heeft voor vrouw en baby, moet de vervelende klusjes opknappen. Hij vraagt zich af, of het wel zo'n goed idee is een begrafenisfeest te houden, maar laat zich uiteindelijk overtuigen.

12 maart 2017

Geroepen tot zegen

Overweging bij de 2e zondag van de Veertigdagentijd (jaar A)

Lezingen: Genesis 12,1-4a; Matteüs 17,1-9

Het is iedere week hetzelfde patroon: de was moet gedaan worden, de boodschappen in huis gehaald, misschien wel opvang van de kleinkinderen. De dagelijkse mantelzorg voor je partner. Of op je werk telkens weer in overleg met een minder sympathieke collega, de deadline die gehaald moet worden, of de zoveelste klant die onterecht zijn klachten op je richt. Het leven kan zich soms van een hele grauwe kant laten zien, als de sleur de overhand lijkt te krijgen. De vraag naar zin en betekenis van je leven komt dan gemakkelijk naar boven. Het antwoord op die vraag is soms ver te zoeken.

Hoogtepunt

In het stukje dat voorafging aan het evangeliegedeelte van deze zondag vertelt Jezus aan zijn leerlingen dat zijn weg er een is die eindigt met lijden en dood. Dat kan er niet in bij Jezus' vrienden. Dat zou toch compleet zinloos zijn, terwijl hij nog wel zoveel goed doet voor ieder die er niet bij hoort! Ook hier komt de vraag naar zin en betekenis heel rauw op tafel te liggen. En ja: ook hier is het antwoord verre van eenvoudig. Want Jezus laat zijn vrienden weten, dat ook zij hun kruis op zich moeten nemen.

05 maart 2017

Minder voor meer

Overweging op de 1e zondag van de Veertigdagentijd (jaar A)

Lezingen: Genesis 2,7-9; 3,1-7; Matteüs 4,1-11

Reclame is de strategie van het verleiden. Veel reclameboodschappen zijn erop gericht om toch vooral het voordeel voor de klant uit te lichten. Maar laten we eerlijk zijn: uiteindelijk wil de aanbieder zijn producten aan de man brengen en eraan verdienen. Natuurlijk moet de verkoper ook zijn boterham kunnen verdienen, daar is niks mis mee. Maar als consument moet je wel goed weten wat je wilt. Is het echt nodig, dat je op die verleidelijke aanbieding ingaat? Of kun je de aankoop nog een tijdje uitstellen? Of is het zelfs zo, dat je heel goed kunt leven zonder de nieuwste telefoon, de smakelijke pizza of de sexy eau de toilette aan te schaffen?

Kwetsbaar

Verleiding is zou oud als de mensheid. Het gebeurt als mensen ingaan op voorstellen, die vooral het belang van de ander dienen En dat kan helemaal los staan van de vraag, of daarmee ook je eigen belangen, je echte behoeften zijn gediend. Je kunt je laten verleiden tot onmatig eten of drinken, tot het ingaan op ongepaste relaties, tot jezelf zodanig verliezen in je werk dat je persoonlijke contacten eronder gaan leiden, tot een leefstijl die geen of te weinig rekening houdt met de eisen van ons milieu. Verleid worden betekent vrijwel altijd, dat je ingaat op oneigenlijke motieven die je worden voorgespiegeld.

26 februari 2017

Aandacht

Interview met Marloes en Linda
in de serie Graven naar geloof

Is het woord 'aandacht' niet een beetje belegen? Suggereert het misschien een zekere bedachtzaamheid, vooral bedoeld voor de oudere mens? Is het wel flitsend genoeg? Het zijn vragen, die in mijn gesprek met Marloes en Linda niet aan de orde kwamen. Maar het woord 'aandacht' viel minstens twee maal. Dat vond ik opvallend genoeg om deze titel te kiezen voor de weergave van het interview.

Marloes (l) en Linda (r)
Linda en Marloes (beiden nog geen 30) zijn sinds een jaar lid van de Caritas in Heinkenszand. Het is een werkgroep van overwegend jonge mensen, die zich op hun gemak voelen bij elkaar en die onderling ook veel plezier kunnen maken. Maar de kern van hun bezigheden heeft te maken met inzet voor mensen die het minder getroffen hebben. 'We hebben,' vertellen Marloes en Linda, 'meegeholpen bij het samenstellen en rondbrengen van de kerstpakketten voor zieken, ouderen en alleenstaanden in het dorp. Het pakket bestond onder andere uit producten van Jikkemiene in Nisse en van Werk- en leerboerderij De Akkerwinde. Zo snijdt de inzet van de Caritas aan twee kanten. Het aanbieden van de pakketten is heel mooi om te doen. Sommige mensen zijn daar heel geëmotioneerd van, anderen vertellen je zowat hun hele hebben en houden. Het wordt enorm gewaardeerd. Want het geeft mensen het gevoel, dat er aandacht voor hen is. Daarom is het zo fijn om hieraan mee te werken.'

19 februari 2017

De wind in de zeilen

Overweging tijdens de  Carnavalsmisse in Kwadendamme
Thema: Me è de wind in de zeilen

Lezingen: Gods drôômeland*); Matteüs 5,38-48

Het ging er in de middeleeuwen deftig aan toe aan de hoven van de machthebbers. Rijke banketten, spannende toernooien, schone vrouwen en koene ridders. En niet alleen deftig, maar ook heftig ging het eraan toe. Want iedereen probeerde in die omgeving van veel uiterlijk vertoon de beste positie te bemachtigen. Maar het had ook wel zijn prijs als je het dichtst bij de heerser wilde zitten: je moest je trouw bewijzen door soms je vrienden of je principes te verraden. Toch was er, midden van al die intriges, een figuur, die vrijuit kon spreken. Dat werd zelfs van hem verwacht. De nar kon iedereen op de hak nemen, zonder daarvoor gestraft te worden.

Op zijn kop

Wie door de nar bespot werd, keek nogal eens met een zuur gezicht naar de lachers om hem heen. Meestal had de nar het scherp gezien. Hij kon de onderlinge verhoudingen tussen de hovelingen in het belachelijke trekken. Hij relativeerde – met een grap en een grol – het dagelijkse gekonkel. En daardoor zette hij de bestaande relaties aardig op hun kop.

12 februari 2017

Mensen uit één stuk

Overweging bij de 6e zondag door het jaar (jaar A)

Lezingen: Sirach 15,15-20; Matteüs 5,20-22a.27v.33-34a.37

Als je achter je huis een nieuw schuurtje wil bouwen, dan ga je niet maar in het wilde weg aan de gang. Je gaat eerst meten, je moet je afvragen hoeveel opslagruimte je nodig hebt, welk materiaal het beste gebruikt kan worden en wat de kosten zullen zijn. Kortom: eerst een goed plan maken en dan pas aan de slag. Ieder project, dat een mens aanpakt, begint met een uitgewerkt plan.

Richtingwijzer

Zo'n plan van aanpak wordt vandaag in het Matteüsevangelie uiteengezet door Jezus. In de bekende toespraak op de berg maakt hij zijn voornemens bekend. Of misschien is het juister om te zeggen, dat in de Bergrede de grondwet van het nieuwe Godsvolk wordt bekend gemaakt. Deze grondwet komt niet in plaats van, maar als voltooiing van de wet van Mozes. Jezus wil geen jota aan de wet van Mozes veranderen. Hij wil er wel op een andere, frisse manier mee omgaan. Het gaat hem om het vasthouden aan de oude geboden, maar dan met een vernieuwd elan. Niet de letter van de wet, maar de geest ervan is belangrijk.

05 februari 2017

Kinderen laten het ons zien

Overweging bij de 5e zondag door het jaar (jaar A)

Lezingen: Jesaja 58,7-10; Matteüs 5,13-16

Er zijn mensen, die vanwege hun beroep veel te maken hebben met publiciteit. Sommigen van hen – politici bijvoorbeeld – zoeken ook bewust en uitdrukkelijk die mogelijkheid. Zo kunnen ze in het openbaar hun standpunt kenbaar maken of verdedigen. Het is niet altijd verheffend, wat je dan ziet en hoort, want onder de dekmantel van het algemeen belang wordt vaak ook de eigen politieke toekomst verdedigd. Maar goed, wie ben ik om dat te zeggen, want met deze overweging moet ik toch ook proberen mijn boterham te verdienen.

Toch hoef je ook je eigen capaciteiten en talenten niet weg te stoppen onder een wollige deken van valse bescheidenheid. Waar je goed in bent, daar mag je best trots op zijn. Maar je hoeft het natuurlijk niet van de daken te schreeuwen. Je talenten niet onder stoelen of banken steken, dat is waar Jezus ons vandaag toe uitnodigt, zonder dat je pretenties krijgt of zelfgenoegzaam wordt.

29 januari 2017

Gefeliciteerd!?

Overweging op de 4e zondag door het jaar (jaar A)

Lezingen: Sefanja 2,3; 3,12-13; Matteüs 5,1-12a

Bij een verjaardag, een jubileum of een huwelijksfeest brengen we aan de jarige, de jubilaris of het bruidspaar onze gelukwensen over. Proficiat, gefeliciteerd, van harte geluk gewenst: het kan in verschillende bewoordingen worden gezegd. Je wenst de ander het goede, het beste toe. En dat doen we met name als er blijde gebeurtenissen plaats vinden. Of bijvoorbeeld ook bij de jaarwisseling.

De nieuwe Mozes

In het evangelie vandaag horen we Jezus verschillende keren zeggen: 'Proficiat!' Maar als je goed luistert, dan gaat het hier niet speciaal over feestelijke of bijzondere gebeurtenissen. Eerder lijkt het tegendeel het geval te zijn. Jezus feliciteert mensen die arm van geest, verdrietig of zachtmoedig zijn. Hij wenst hen geluk omdat ze honger en dorst hebben naar gerechtigheid, vrede brengen of zachtmoedig zijn. Hij feliciteert hen – dat lijkt toch wel het toppunt – omdat ze vervolgd, uitgescholden en gehoond worden. Nou … je vraagt je af, of je met zulke omstandigheden eigenlijk wel gefeliciteerd wil worden.

22 januari 2017

Een nieuwe tijd

Overweging op de 3e zondag door het jaar (jaar A)

Lezingen: Jesaja 8,23b-9,3; Matteüs 4,12-23

Nog een kleine twee maanden en dan mogen weer naar het stemhokje. Intussen doen politici hun best om ons ervan te overtuigen, dat – ieder op eigen manier – hij of zij de beste kandidaat is om ons te vertegenwoordigen. Als kiezer is het niet eenvoudig om een keuze te maken uit de vele kandidaten. Maar een ding is zeker: degene die ons hart weet te raken, zal vermoedelijk wel onze stem krijgen. Die kandidaat geef je je vertrouwen. Want met die kandidaat zou misschien iets nieuws kunnen beginnen. Een nieuwe tijd.

Dat het hart van mensen geraakt wordt, zien we ook gebeuren in het evangelieverhaal van deze dag. De boodschap waarmee Jezus mensen wil aanspreken is compact en direct. De boodschap komt binnen als een mokerslag: 'Bekeer je, want het rijk der hemelen is nabij.' De oproep tot bekering houdt in dat je een andere koers gaat varen in je leven. Dat klinkt behoorlijk radicaal. Je levenskoers wijzigen, daar gaat meestal een intensief proces aan vooraf. Je voelt misschien dat het anders kan, of beter moet. Je denkt na en je praat met anderen over bijvoorbeeld de vraag of je moet emigreren, of dat je je leven wilt doorbrengen in een klooster. Maar zo'n koerswijziging doe je niet zomaar even. Hoe dan ook: iets nieuws beginnen gebeurt altijd omdat je uiteindelijk je hart volgt. Je laat je hart, je intuïtie spreken.

15 januari 2017

Een heilzame onderbreking

Interview in de serie Graven naar geloof 
met pastor Bernard van Lamoen
naar aanleiding van het aanvaarden van een nieuwe baan in Roosendaal

Als ik mij Bernard van Lamoen voor ogen haal, dan zie ik hem vrijwel altijd gekleed in allerlei tinten bruin, paars, soms roodachtig. Warme kleuren. Een warme mens ook, die graag ruimte maakt voor anderen, die hen met oprechte en vriendelijke belangstelling benadert. Zo laat hij zich ook kennen in dit gesprek, waarin ik hem vraag hoe hij terug kijkt op negentien jaar werken in Zeeland.

Samen ontdekken

'Ik heb veel geleerd in deze periode. Niet alleen van het werken in het pastoraat, maar ook van het gegeven dat ik twee keer ben uitgevallen door herseninfarcten. Het is een boeiende baan, waarin voortdurend van alles verandert. Parochies fuseren, collega's gaan en komen, steeds andere mensen die je ontmoet. Ik heb geleerd te ontdekken waar het in ons katholieke geloof om draait en hoe we daar - vooral in de liturgie - uitdrukking aan geven. Het samen vieren is een betekenisvol en samenhangend geheel, waarin de voorgegeven traditie telkens een plaats krijgt in de actualiteit.

08 januari 2017

Verdraagzaam

Beschouwing

Zou 2017 een jaar van verdraagzaamheid kunnen worden? De vraag kwam bij mij naar boven naar aanleiding van het jaarlijks heviger afsteken van vuurwerk bij de jaarwisseling. Het knalvuurwerk kan mij werkelijk niet bekoren. Al enkele jaren kijk ik uit principe ook niet meer naar de kleurige en indrukwekkende vuurpijlen die de lucht in gaan. De angstige en dodelijk nerveuze huisdieren, de onzinnige verontreiniging van ons leefmilieu, het onveilige gevoel van kinderen en ouderen die over straat willen, dit alles voor een bedrag van een slordige 68 miljoen euro (terwijl Serious Request in vergelijking met dit bedrag 'slechts' een kleine 9 miljoen opbracht) - het zijn voor mij argumenten genoeg om te wensen dat het vuurwerkgeweld bij wet verboden zou worden.

Maar ik moet mijzelf tot de orde roepen. Ik begon met de vraag of 2017 een jaar van verdraagzaamheid zou kunnen worden. Afgezien van het gegeven, dat een volledig vuurwerkverbod niet haalbaar - en misschien zelfs niet wenselijk - is, vind ik dat er ruimte moet zijn (zij het niet onbeperkt) voor ieder die plezier beleeft aan vuurwerk. Ik wil verdragen dat een aantal mensen vuurwerk-minded zijn. Ik wil ook verdragen dat er mensen zijn die andere eetgewoontes erop na houden. Ik wil verdragen dat mensen het niet met mij eens zijn, op welke gebied dan ook. Ik wil verdragen dat mensen op 15 maart in het stemhokje andere keuzes maken dan de mijne. Ik wil verdragen dat er mensen zijn (al wordt dit een stuk moeilijker), die ondoordachte en soms zelfs denigrerende opmerkingen maken over andere bewoners van ons land, want ik besef dat deze opmerkingen gemaakt worden uit onwetendheid en angst. Maar ik krijg het echt moeilijk als ik moet verdragen dat mensen notoir onverdraagzaam zijn.

01 januari 2017

Kwetsbaar?

Beschouwing

Drie jaar geleden is door het team waarin ik werkzaam ben een pastoraal plan gepresenteerd, waarin een drietal doelgroepen werden genoemd die in de jaren 2013-2016 onze bijzondere aandacht zouden krijgen. Het betrof de zorg voor ouderen, voor gezinnen met jonge kinderen en voor jeugdige mensen die via het jongerenpastoraat benaderd zouden worden. Het was – van meet af aan – een ambitieus plan. Misschien wel te hoog gegrepen. Achteraf blijkt, dat we de doelstellingen ten aanzien van het jongerenpastoraat niet hebben kunnen waarmaken. Vraag is dan, hoe je deze constatering moet presenteren naar bestuur en parochianen. Kun je zeggen dat intussen het inzicht is ontstaan, dat jongerenpastoraat meegenomen kan worden in de inspanningen die zullen gaan vallen onder de noemer 'gezinspastoraat'? Of is het verstandiger om aan te geven, dat deze doelstelling niet gehaald is?

Het antwoord op deze vraag is niet eenvoudig. Want het toegeven van niet waargemaakte voornemens, van falende ambities, van resultaten die onder de maat blijven – dat doen we niet graag. Het past ook niet in de huidige tijdsgeest. Bij voorkeur wordt het beeld hoog gehouden, dat we in ons le­ven alles zoveel mogelijk – liefst zelfs helemaal – onder controle hebben. Het afleggen van verantwoording en het halen van gestelde targets, het zo goed mogelijk uitsluiten van risicofactoren en het opstellen van criteria voor een nauwkeurige meting van werkresultaten, gezondheid, culturele behoeften, zorgverlening, maatschappelijke betrokkenheid en sociale inspanningen zijn aan de orde van de dag.