28 augustus 2016

De intentie telt

Overweging bij de 22e zondag door het jaar (jaar C)

Lezingen: Sirach 3,17-18.20.28-29; Lucas 14,1.7-14

Nu de Olympische Spelen in Rio weer voorbij zijn, is de balans opgemaakt van de resultaten. Met acht gouden, zeven zilveren en vier bronzen plakken is Nederland geëindigd als elfde in het medailleklassement. Er zijn mensen, die deze resultaten teleurstellend vinden, anderen zeggen dat er meer goud is binnengehaald dan in Londen vier jaar geleden. Het is opvallend hoezeer mensen elkaar afrekenen op de behaalde resultaten. Het wordt ons al van kindsbeen af bijgebracht. Je moet de beste willen zijn: thuis, op school, in de sport, op je werk, in heel de samenleving. We leven in een prestatiemaatschappij. Je moet je omhoogwerken en wie niet tot de besten behoort, wordt een loser genoemd.

Naar beneden

Martin Buber, de grote joodse denker uit de vorige eeuw, heeft er al op gewezen, dat het woord 'resultaat' niet gezien kan worden als een naam van God. Om het in mijn woorden te zeggen: niet het resultaat telt uiteindelijk, maar de intentie waarmee je de dingen doet.

Daarom kan ik mij goed thuis voelen bij de lezingen uit de Schrift. Ze wijzen ons vandaag op een andere weg, op een verrassende mogelijkheid. In de eerste lezing hebben we een aantal wijsheden beluisterd uit het boek van Jezus Sirach. Deze Jezus, zoon van Sirach, is een wijsheidsleraar, die we moeten situeren in Egypte rond het jaar 190 voor de jaartelling. Hij is iemand die – in dat vreemde land – trouw blijven aan de joodse traditie, maar wel openstaat voor nieuwe invloeden. De kern van zijn wijsheid bestaat hierin, dat mensen zich iets gelegen laten liggen aan de richtlijnen en voorschriften van God. En die richtlijnen hebben weer alles te maken met je plaats weten in het leven. Je plaats weten, dat wil zeggen: beseffen hoe je in verhouding staat tot andere mensen, tot ieder mens. Dus: ook als je rijk bent, blijf dan bescheiden. Jezus Sirach gaat zelfs een stap verder, hij zegt het nog uitdagender: hoe meer aanzien je hebt, hoe meer je jezelf moet vernederen.

21 augustus 2016

Luisteren naar het onhoorbare

Paus Franciscus over huwelijk en gezin

Er mensen zijn die zich – niet geheel zonder reden – zorgen maken over de toekomst van het gezin. We kennen allemaal de realiteit van (v)echtscheiding, van gebroken dan wel samengestelde gezinnen en van de moeilijkheden die dit meebrengt voor kinderen die deze gebrokenheid ervaren. Te midden van deze soms schrijnende realiteit heeft paus Franciscus in het voorjaar een lijvige exhortatie (letterlijk: aansporing, ook wel 'zendbrief') gepubliceerd. Daarin brengt hij 'De vreugde van de liefde' (Amoris laetitia, AL) naar voren. De exhortatie is een uitwerking van de twee bisschoppensynodes in oktober 2014 en oktober 2015 over huwelijk en gezin.

Paus Franciscus ondertekent Amoris Laetitia (19 maart 2015)
Je moet er wel eens goed voor gaan zitten om het document van 200 pagina's in zijn geheel door te nemen. En je moet – door de soms moeilijke en ook wel eens wollige taal heen – vooral gaan zien, dat de paus in essentie een wervend verhaal op tafel legt. Daarin toont hij enerzijds de vreugdevolle en inspirerende aspecten van het leven als huwelijkspaar en als gezin. De wederzijdse en edelmoedige liefde tussen man en vrouw zijn een weerspiegeling van Gods liefde voor mensen. Anderzijds heeft de paus ook oog voor de soms levensgrote problemen waarmee partners onderling of ook ouders met hun kinderen geconfronteerd kunnen worden.

14 augustus 2016

Moedige keuzes

Overweging op de 20e zondag door het jaar (jaar C)

Lezingen: Jeremia 38,4-6.8-10; Lucas 12,49-53

Als iemand de drang ervaart om klokkenluider te worden, dan bedenkt hij zich wel twee keer. Het aan de kaak stellen van misstanden – in het bedrijf, op school, in de kerk of binnen de familie – wordt meestal niet in dank afgenomen. De Nederlandse overheid heeft een speciale klokkenluidersregeling in het leven geroepen om ambtenaren, die het pertinente gebrek aan integriteit van collega of leidinggevende aan het licht brengen, te beschermen. Wikileaks-oprichter Julian Assange wordt niet – net zoals Jeremia – in een put gedumpt, maar al lange tijd is zijn bewegingsvrijheid uiterst beperkt. Ook de situatie in Turkije maakt duidelijk, dat iedere vorm van verzet tegen de huidige machthebbers rigoureus en massaal de kop wordt ingedrukt.

Subversief

En toch zijn er mensen, die het niet kunnen aanzien dat bepaalde zaken onder de pet worden gehouden. Jeremia is er zo een. Hij leeft in een turbulente tijd. Rond 586 voor Christus wordt Jeruzalem ingenomen door de Babyloniërs. Een groot deel van de politieke en economische elite wordt gedeporteerd. Jeremia verwijt koning Sedekia, dat hij zich te weinig gelegen laat liggen aan het woord van God. Jeremia zou daarmee het moreel van de strijdbare mannen ondermijnen. Op zo'n subversieve instelling zitten de machthebbers niet te wachten. Gevolg: Jeremia wordt in een put gezet, met een wisse dood in het vooruitzicht. Hij mag van geluk spreken, dat er nog één rechtvaardige is die de koning op andere gedachten weet te brengen. Ebed-Melech neemt het op voor Jeremia.

07 augustus 2016

Ingaan op de belofte

Overweging bij de 19e zondag door het jaar (jaar C)

Lezingen: Wijsheid 18,6-9; Hebreeën 11,1-2;8-19; Lucas 12,32-48

Als iemand jou een belofte doet, dan is dat een toezegging die nog moet worden waargemaakt. 'Ik kom morgen wel even langs om die lamp op te hangen.' 'We komen jullie volgende week opzoeken om te zien hoe het met de gezondheid van je vrouw gaat.' Of tegen een kind dat bang is voor het onweer: 'Je hoeft niet bang te zijn, het komt wel weer goed.' De belofte wacht op vervulling in de toekomst. En jij moet erop vertrouwen, dat de belofte ook realiteit zal worden.

Lijdzaam afwachten?

In de lezingen van vandaag gaat het ook over beloftes die worden gedaan. Maar het zijn beloften die niet alleen vragen om vertrouwen en lijdzaam afwachten. Het zijn beloften die ook om een actieve inzet van onze kant vragen. Het zijn beloften die ons de vraag stellen: durf je erop in te gaan? En tegelijk: ben je bereid om zelf mee te werken aan het waar worden van de belofte? Ingaan op een belofte is in zekere zin altijd een waagstuk, maar tegelijk ook iets om er – voor zover het binnen je mogelijkheden ligt – actief aan mee te werken.