25 december 2016

Het gaat door

Overweging op het hoogfeest van Kerstmis

Lezingen: Jesaja 9,1-3.5-6Lucas 2,1-14

Wij mensen gebruiken vaak symbolen om iets uit te drukken, waar we maar moeilijk woorden voor kunnen vinden. Symbolen helpen ons om iets te zeggen over zaken die nogal eens in de sfeer van verlangen liggen. Symbolen zijn om zo te zeggen een weergave van dat verlangen. Neem nou bijvoorbeeld een trouwring. Op het moment dat twee partners zo'n ring aan elkaar geven, dan weten ze niet of de belofte van trouw – zojuist gegeven – ook werkelijkheid zal worden. Maar het verlangen om elkaar trouw te blijven wordt uitgedrukt in de ring die rond is en die daarmee de oneindigheid symboliseert.

In deze kerk in Ovezande zijn in de afgelopen weken de symbolen van geloof, hoop en liefde uitgedrukt in de bloemversiering aan de muren. Het kruis, het anker en het hart zijn uitdrukking van een verlangen naar iets die we vaak niet met de hand kunnen vasthouden. Maar geloof, hoop en liefde – ook al zijn het geen materiële substanties – zijn wel richtingwijzers voor ons leven, ons samenleven. Ze houden ons gaande, want zonder geloof, zonder hoop, zonder liefde zou ons leven er troosteloos, bar en desolaat uitzien.

18 december 2016

Gedroomde toekomst

Overweging bij de 4e zondag van de Advent (jaar A)

Lezingen: Jesaja 7,10-14; Matteüs 1,18-24

Als je 's morgens wakker wordt en er hangen nog enkele flarden van een droom in je hoofd, dan vraag je je soms af wat voor onmogelijks er allemaal is gebeurd in je slaap. Er zijn situaties en mensen die je herkent uit je dagelijkse ervaringen, maar er zijn ook zaken die werkelijk absurd overkomen. In je dromen gebeuren de meest onmogelijke dingen, en toch zijn ze een reëel onderdeel van onze levenservaring.

Beeld van Sint Jozef in een nis
in Stadtkyll (Duitse Eifel)

Dromen helpen

Dromen – en misschien wel vooral onze dagdromen – kunnen ons helpen onze weg te vinden in onze verwarrende en soms beangstigende werkelijkheid. Juist omdat de realiteit ons angst inboezemt, vanwege ernstige ziekte, vanwege leeg gebral in de politiek, vanwege dreigende werkloosheid, vanwege verstoorde verhoudingen – juist daarom blijven we dromen. We dromen van betere tijden, van herstelde relaties, van genezing en van wederzijds respect. Dromen helpen ons de weg naar de toekomst te vinden. Omdat ze het schijnbaar onmogelijke als hoopvolle mogelijkheid blijven open houden.

Zoiets zien we ook gebeuren in de lezingen van deze vierde Adventszondag. In de eerste lezing wordt verteld over koning Achaz, die regeert over Juda, het zuidelijke deel van wat we nu Israël noemen. Het is een klein landje, ingeklemd tussen de grootmachten Assyrië en Egypte. Achaz denkt op zeker te spelen, door politieke steun te zoeken bij de heerser van Assyrië. Maar in ruil daarvoor moet Achaz wel meegaan in de godsdienstige overtuigingen van Assyrië. Het is de profeet Jesaja, die Achaz waarschuwt voor deze dwaalweg. De enige op wie je in religieus opzicht moet vertrouwen is JHWH. Vraag de Heer maar om een teken, zegt Jesaja, zodat duidelijk is op wie je vertrouwen moet. Maar zoveel vertrouwen kan Achaz niet opbrengen; hij denkt het wel zonder de steun van JHWH te kunnen. En dan kondigt Jesaja aan, dat er ook ongevraagd een teken zal zijn: de geboorte van een kind dat de naam Immanuël zal krijgen. God met ons, betekent die naam.

11 december 2016

Met en voor elkaar

Interview met Nic Wijten
in de serie Graven naar geloof

'Je gaat het verhaal toch niet teveel opkloppen?' Met deze woorden van Nic Wijten neem ik afscheid na een boeiend gesprek. Het tekent de man, die op vele fronten zijn capaciteiten ter beschikking heeft gesteld. Hij heeft geen behoefte aan een – in zijn ogen – overdreven toezwaaien van lof voor zijn inzet. Van mijn kant ben ik vooral geïnteresseerd in de achterliggende motieven voor wat hij vele jaren heeft gedaan voor kerk en samenleving. Wat is de drive voor een belangeloze inzet op allerlei terreinen?

Er in gerold

Om deze motivatie een context te geven kom ik niet eronderuit om minstens een deel van die bezigheden te noemen. Nic vertelt: 'Toen onze kinderen, destijds in Bergen op Zoom, nog op school zaten, ben ik gevraagd om lid te worden van het schoolbestuur. Ook was ik in die jaren lector bij de kerk van de Goddelijke Voorzienigheid. En van daaruit ben ik bij de Pastorale Raad Bergen op Zoom-Oost gekomen.' De verhuizing naar Goes vanwege het aanvaarden van een andere werkkring bracht mee, dat nieuwe contacten opgebouwd en andere sporen gevolgd moesten worden.

04 december 2016

Verander je denkraam

Overweging op de 2e zondag van de Advent (jaar A)

Lezingen: Jesaja 11,1-10; Matteüs 3,1-12

Door het koude winterweer van de afgelopen dagen moest extra inzet geleverd worden bij de gladheidsbestrijding. ‘s Morgens moest je eerst je autoruiten krabben en sneeuwvrij maken. Nogal wat ongemak dus, maar eigenlijk valt er wel mee te leven. Veel meer problemen levert het koude winterweer op voor mensen zonder vaste woon- of verblijfplaats. Verschillende gemeenten in Nederland hebben de winteropvangregeling voor daklozen, eerder dan gepland, in werking gesteld. Want het mag toch niet waar zijn, dat mensen in de kou blijven staan. Daar zijn we het in ons beschaafde Nederland toch wel over eens, denk ik.

Mensen laat je niet in de kou staan, ook niet in figuurlijke zin. Toch moeten we onszelf steeds weer ervan doordringen, dat dit niet vanzelfsprekend is. Zeker in deze Adventsperiode, nu wij ons proberen klaar te maken voor het geboortefeest van onze Heer, zullen we daar nog wat extra aandacht aan moeten geven. De woorden van Jesaja en van Johannes de Doper kunnen ons daarbij de weg wijzen.

27 november 2016

Het donker al voorbij (II)

Inleiding gehouden op de Contactdag Koorkringen Zeeland
op zaterdag 12 november 2016 te Hulst

In een eerdere bijdrage heb ik gewezen op de samenhang van de bijbelse begrippen barmhartigheid en gerechtigheid. Ook is in verband daarmee gewezen op Gods genade, op de noodzaak van bekering en op het appel op mensen om 'barmhartig als de Vader' te zijn (Lucas 6,36). Hieronder het tweede en derde deel van mijn inleiding.

2. Barmhartigheid in de liederen


Een aantal van de liederen die vandaag worden gezongen, hebben duidelijk bijbelse wortels.

Misericordias Domini (m. Taizé) komt letterlijk uit Psalm 89,2: 'Van uw barmhartigheid en uw trouw zal ik altijd zingen, Heer.' Het vers doet mij echter ook denken aan Psalm 35,28: 'Mijn tong zal uw rechtvaardigheid verkondigen en uw lof zingen, alle dagen.' Hier wordt weliswaar niet de barmhartigheid, maar de gerechtigheid als eigenschap van God genoemd. Maar gezien de eerder geconstateerde samenhang tussen deze twee begrippen mogen we ze hier als inwisselbaar beschouwen.

In Ubi Caritas (m. Taizé) zingen we: 'Als wij elkaar liefhebben, woont God in ons.' Daarin horen we de weerklank van de bijbelse oproep, dat wanneer God ons liefheeft, wij op onze beurt ook elkaar moeten liefhebben. In datzelfde lied wordt die oproep nog eens benadrukt: 'Laten we elkaar liefhebben, want de liefde komt van God.' De bron van liefde, van barmhartigheid en gerechtigheid ligt dus buiten ons. De bron is God zelf, waaruit wij gelaafd en gevoed worden. En juist omdat wij Gods liefde ontvangen, zijn wij ook geroepen om haar door te geven in ons barmhartig zijn en onze inzet om de gerechtigheid te bevorderen.

20 november 2016

Koning van de kansen

Overweging op het feest van Christus, Koning van het heelal (jaar C)

Lezingen: 2 Samuël 5,1-3; Lucas 23,35-43

In Nederland is de koning het staatshoofd. Dat is niet altijd zo geweest. Pas vanaf 1848 kennen we de constitutionele monarchie. Het zal duidelijk zijn dat de vormgeving van het koningschap zo’n 170 jaar geleden totaal anders was dan nu.  In verschillende tijden wordt anders gedacht over de manier waarop het koningschap moet worden ingevuld.

Nu we vandaag het feest van Christus, Koning van het Heelal vieren, kunnen we uit het evangelie opmaken, dat er op verschillende manieren wordt aangekeken tegen het koningschap van Jezus. Allereerst zijn er de overheidspersonen en de soldaten, die Jezus bespotten om zijn koningschap. Ze kunnen zich niet voorstellen, dat iemand in zulke schandelijke omstandigheden een koning kan zijn. Stel je voor: een koning, machteloos en bijna naakt, vastgenageld aan een kruis! Ook een van de misdadigers hoopt nog redding te vinden bij deze zogenaamde koning: 'Als u de messias bent, red dan uzelf en ons erbij.' Eigenlijk moet je constateren: hij vraagt niet om hulp, hij eist.

Bij mensen zonder kansen

Dit is niet het koningschap, dat Jezus wil. Hij wil geen koning zijn van macht en overheersing, geen koning met soldaten en oorlogstuig, geen koning met een hofhouding en allerlei sluwe intriges. Wie hem heeft gevolgd in de jaren die voorafgaan aan de gruwelijke kruisiging, kan weten dat hij dit alles niet geambieerd heeft. Hij was eerder te vinden bij de mensen zonder kansen, bij zieke mensen en mensen met een gestoorde geest. Hij zocht het gezelschap van mensen die gebukt gingen onder hun schuldgevoel, of mensen die door anderen werden vast gepind op hun fouten en tekortkomingen. Hij wilde geen koning zijn van kracht en overheersing, maar een koning van kansen en nieuwe mogelijkheden.

Dat zag ook de andere misdadiger, die met Jezus werd gekruisigd. In het besef van zijn eigen tekortkomingen en fouten vraagt hij Jezus aan hem te denken, wanneer hij in zijn koninkrijk komt. Juist dat besef van zijn eigen onvolkomenheid speelt een belangrijke rol. Pas wanneer dat besef aanwezig is, kan Jezus zijn heilzame werk verrichten. We zien dat ook terug in de vele verhalen, waarin Jezus mensen geneest van allerlei ziekten en kwalen. Hij kan pas mensen genezen, wanneer ze eerst hun vertrouwen en geloof uitspreken in Jezus, wanneer ze dus erkennen er zelf niet meer uit te komen, wanneer ze laten weten aan het einde van hun mogelijkheden te zijn. Ze geven zich over aan, ze vertrouwen op, wat Jezus nog voor hen kan doen.

De koninklijke weg

Zo wil Jezus koning zijn: een koning van kansen, een mens die de koninklijke weg bewandelt om andere mensen tot hun recht te laten komen. Daarmee stelt hij zichzelf in de lijn van die andere grote koning uit de geschiedenis van Israël: koning David. Hij bracht het land in de roerige tijden van toen vrede, stabiliteit en welvaart. Hij wordt gezien als de koning die de twaalf stammen tot eenheid heeft gebracht, en die de gerechtigheid hoog in zijn politieke vaandel had staan. Want niet alleen de mensen, die het economisch goed ging, moesten hun eigen leven kunnen leiden, ook de armen, de weduwen en de wezen, de mensen die afhankelijk waren van de goedgeefsheid van anderen.

Die koninklijke weg van kansen bieden, van mensen tot hun recht brengen, die weg houdt Jezus ook ons voor. Natuurlijk weten we allemaal heel goed, dat er sinds het voorbeeld dat Jezus ons gaf en het appel dat hij op ieder mens doet, nog niet zo heel veel veranderd is in de wereld. Maar dat mag ons niet ontmoedigen. Het uiteindelijke doel van een wereld van vrede en liefde, van gerechtigheid en barmhartigheid, mogen we niet uit het oog verliezen. Het is niet voor niets, dat we het feest van Christus Koning vieren op de laatste zondag, om zo te zeggen de finale zondag van het kerkelijke jaar. Want daarmee wordt aangegeven, dat die koninklijke weg van Jezus het finale doel is, dat we steeds voor ogen moeten blijven houden. Zelfs als je weet, dat je het in je eigen leven niet zult bereiken, dan nog is het goed om dit doel voor ogen te houden, om te koersen op die wereld van vrede en gerechtigheid, van liefde en barmhartigheid. Want wij leven uiteindelijk niet voor onszelf, maar om te kunnen werken aan een toekomst voor deze wereld.

Koning van de kansen

Dat lijkt misschien een groots en verheven doel, maar je kunt het bereiken met vaak kleine en eenvoudige daden. Daden die tegenwicht bieden: tegenwicht aan alles wat de wereld verziekt en het leven afbreekt. Door het verdriet van een ander niet weg te praten, maar serieus te nemen. Door te willen zoeken naar mogelijkheden in plaats van de onmogelijkheden voorop te stellen. Door te streven naar menselijkheid en genegenheid in plaats van enkel koel en zakelijk te zijn. Door vergeving te bieden in plaats van te blijven hangen in wrok en achterdocht. Door kansen te zoeken naar het voorbeeld van Jezus zelf, van hem die je de koning van de kansen zou kunnen noemen.

13 november 2016

Het donker al voorbij (I)

Inleiding gehouden op de Contactdag Koorkringen Zeeland
op zaterdag 12 november 2016 te Hulst

Het is u allen bekend, dat Paus Franciscus heeft opgeroepen tot een bijzonder heilig jaar, het heilig jaar van de barmhartigheid. Het werd geopend op 8 december 2015, de vijftigste verjaardag van de afsluiting van het Tweede Vaticaans Concilie. Het wordt afgesloten op hoogfeest van Christus Koning van het Heelal, 20 november 2016. De oproep van de paus om de barmhartigheid in het centrum van onze aandacht te plaatsen heeft veel weerklank gevonden. Diverse initiatieven om met dit thema bezig te zijn zijn in Nederland en over heel de wereld genomen en uitgevoerd. Zo ook deze Korendag, waarop wij liederen van barmhartigheid zullen inoefenen en straks ook zingen tijdens de vesperviering. Maar daarnaast is het goed om op een dag als deze ons wat verder te verdiepen in de betekenis van barmhartigheid.

Dat wil ik graag met u doen door drie stappen te zetten. De eerste stap is, dat wij de bijbelse wortels van het begrip barmhartigheid beter in het vizier krijgen. Daarbij zullen we meteen merken, dat barmhartigheid vrijwel altijd een geheel vormt met het tweelingbegrip gerechtigheid. In de encycliek Amoris Laetia over huwelijk en gezin zegt paus Franciscus daarover: 'Heel zeker sluit barmhartigheid bijvoorbeeld gerechtigheid en waarheid niet uit, maar in de eerste plaats moeten we zeggen dat barmhartigheid de volheid van gerechtigheid en de meest heldere openbaring van Gods waarheid is.' (AL 311). De tweede stap (in een volgende bijdrage op dit weblog, evenals de derde stap) is dat we bij en in enkele liederen die we vandaag inoefenen zullen kijken, hoe daarin het begrip barmhartigheid betekenis krijgt. En de derde stap is, als een soort samenvatting van de eerste twee, hoe in ons persoonlijk leven de bijbelse en de muzikale thema's van barmhartigheid en gerechtigheid een plaats kunnen krijgen.

06 november 2016

Onstuitbaar

Overweging bij de 32e zondag door het jaar (jaar C)

Lezingen: 2 Makkabeeën 7,1-2.9-14; Lucas 20,27-38

Er zijn plekken, waar in mei de lelietjes van Dalen heerlijk staan te geuren. Maar als je nu op die plekken gaat kijken, dan zijn er alleen nog vieze bruine bladeren over, die liggen weg te rotten op de aarde. De herinnering aan de heerlijke geur is nu verdrongen door de geur van bederf. Toch is het heel wonderlijk: als je de rottende bladeren weg tilt, zie je al de knopjes, waar volgend jaar de nieuwe bloemen uit zullen groeien. Het nieuwe leven zoekt zich onstuitbaar een weg van onder de geur van dood en bederf.

Herstel van leven

Het komt voor in het leven van ons, mensen, dat we in omstandigheden verzeild raken die eerder doen denken aan bederf en dood dan aan groei en nieuwe kansen. Doodlopende wegen, uitzichtloze onderlinge verhoudingen, onmacht om tot verzoening te komen, ernstige ziekte, onrecht dat door niemand gehoord wordt: het zijn allemaal omstandigheden die lijken op de rottende bladeren van de lelietjes van Dalen. En toch kunnen we het maar niet laten om – juist in zulke omstandigheden – te zoeken naar nieuwe knopjes, naar tekens die wijzen op herstel van het leven. Zelfs in de meest troosteloze situaties blijven we zoeken naar houvast en perspectief, zelfs naar leven over de grens van de dood heen.

30 oktober 2016

Ruimte om te leven

Overweging op de 31e zondag door het jaar (jaar C)

Lezingen: Wijsheid 11,23-12,2; Lucas 19,1-10

Kees en Willem kennen elkaar al heel lang. Ze zijn goede vrienden, die prima met elkaar kunnen opschieten. Hun onderlinge gesprekken zijn heel geanimeerd, maar leveren weinig echte verrassingen op. Je weet bijna al bij voorbaat, hoe de ander zal reageren of wat hij zal zeggen. Dat is zo gegroeid. En toch kan het gebeuren, dat een derde (laten we hem Frans noemen) daar een beetje verandering in brengt. Frans ziet in de twee vrienden bepaalde details, die hen zelf nog niet eerder waren opgevallen. En dat komt gewoon, omdat Frans een andere manier van kijken heeft. En precies daardoor gaan ook Willem en Kees op sommige punten anders kijken naar elkaar. Dat is leuk, want het houdt de spanning erin!

Een nieuwe kijk

Eigenlijk is het precies hetzelfde met het verhaal van Zacheüs. We hebben het al zo vaak gehoord, dat er weinig verrassende elementen overblijven. Ik zou wel eens willen proberen om de rol van Frans over te nemen. Ik zou willen wijzen op bepaalde bijzonderheden, die ons misschien een nieuwe kijk op het verhaal geven. Opvallend vind ik bijvoorbeeld, hoe belangrijk het woordje 'zien' is in het hele verhaal. Als Zacheüs hoort dat Jezus in de stad gekomen is, dan wil hij graag zien, wie Jezus is. Hij wil niet alleen maar naar Jezus kijken, nee, hij wil hem zien. En dat is een wezenlijk verschil. Zacheüs wil Jezus leren zien zoals hij werkelijk is. Maar Zacheüs heeft twee dingen tegen: zijn reputatie en zijn kleine gestalte. En om Jezus toch te kunnen zien klimt hij in een boom. Op zich genomen is dat misschien heel slim, maar het is niet de goede positie om werkelijk te kunnen zien, wie Jezus is. Om iemand echt te leren kennen, moet je niet op hem neerzien.

09 oktober 2016

De uitnodiging accepteren?

Overweging op de 28e zondag door het jaar (jaar C)

Lezingen: 2 Koningen 5,14-17; Lucas 17,11-19

Ieder mens wordt in zijn leven wel geconfronteerd met ziekte. Dat kan variëren van een gewone verkoudheid, waardoor je overigens best beroerd kunt zijn, tot bijvoorbeeld een versleten heup of zware hartklachten. Ziekte heeft niet altijd te maken met lichamelijke oorzaken.  Ook geestelijk kan een mens zodanig in de  kreukels terecht komen, dat hij niet meer goed kan functioneren.

Bedreigend

Ziekte, of het nu van lichamelijke of psychische aard is, heeft iets bedreigends. Je wordt geconfronteerd met de beperkingen van lichaam of geest. Het belemmert je in je functioneren als mens. En het gevolg is vaak ook, dat je gehandicapt bent in je omgang met de mensen in je omgeving.

Daarom is het niet verwonderlijk, dat mensen zo'n grote waarde hechten aan een goede gezondheid. Als je na een flinke griep weer helemaal bent opgeknapt, dan ben je blij en voel je je weer een hele Piet. En wie na een zware operatie weer helemaal beter is, kent dat gevoel van blijdschap in nog sterkere mate.

02 oktober 2016

De eerste meter

Over de encycliek Laudato Si

Inleiding bij de studie- en bezinningsmiddag
op 25 september 2016 te Heinkenszand

Iedere marathon begint met het afleggen van de eerste meter. Het is een lange weg die wij moeten gaan, als we de aanbevelingen van paus Franciscus serieus nemen. In Laudato Si pleit hij ervoor om zorgzaam om te gaan met onze aarde en om rechtvaardige verhoudingen tussen arm en rijk te bevorderen. De eerste meter... die proberen wij vanmiddag te maken.

Het boekwerk heeft een rode kaft gekregen, maar de brief van paus Franciscus werd al heel snel de groene encycliek genoemd. Tegelijk moeten we goed beseffen, dat deze groene encycliek in zekere zin ook een rood tintje heeft, als je de manier waarop de paus het onderwerp uitwerkt in aanmerking neemt. Want in het politieke spectrum zou je de brief een plaats aan de linkerzijde moeten geven. Dat heeft te maken met de onderlinge samenhang die de paus benadrukt tussen enerzijds zorgzaam omgaan met ons leefmilieu en anderzijds het werken aan meer rechtvaardige verhoudingen in de wereld waarin wij leven. Zo schrijft hij: 'Tegenwoordig kunnen wij er niet onderuit te erkennen, dat een ware ecologische benadering altijd een maatschappelijke benadering wordt, die de gerechtigheid moet integreren in de discussie over het milieu, om zowel naar de kreet van de aarde als naar de kreet van de armen te luisteren.' (n. 49)

25 september 2016

Morele keuzes

Overweging bij de 26e zondag door het jaar (jaar C)

Lezingen: Amos 6,1a.4-7; Lucas 16.19-31

Er was een experiment op TV met twee aapjes, die in verschillende kooien naast elkaar zaten. Als ze een steentje aan de onderzoeker gaven, kregen ze een beloning. Het aapje rechts kreeg zoete druiven, het aapje links zure stukjes komkommer. Na verloop van tijd weigerde het aapje links de komkommer nog te accepteren: het wilde ook van de zoete druiven. Kennelijk is ook bij sommige dieren een gevoel voor wat rechtvaardig is al meegegeven met de natuur.

Parabel van Lazarus en de rijke man
Anoniem schilderij (Brugge?, 1515-1525)
Catharijnenconvent Utrecht, gezien  7 feb 2015
Tot zwijgen gebracht

Dat gevoel voor rechtvaardigheid zit ook in de menselijke aard diep ingebakken. Maar we kennen genoeg situaties, waarin dat gevoel voor wat eerlijk is tot zwijgen gebracht kan worden. Als de eigen belangen van de een steeds maar zwaarder wegen dan de net zo legitieme belangen van de ander, dan ontstaat er onvrede tussen mensen. We vinden het moeilijk om de rijkdom die wij hier in het westen kennen te delen met vele miljoenen in andere continenten, die gebukt gaan onder armoede. We vinden het moeilijk om de verworvenheden van onze leefstijl los te laten ten gunste van een eerlijker verdeling van de aardse goederen. We vinden het moeilijk om in te zien, dat de aarde het gemeenschappelijke huis is van alle mensen die haar bewonen.

18 september 2016

Het kwaad te slim af

Overweging bij de 25e zondag door het jaar (jaar C)
Start van de Vredesweek

Lezingen: Amos 8,4-7; Lucas 16,1-13

Het bericht in de krant van afgelopen vrijdag loog er niet om: het extra geld dat de overheid beschikbaar stelt voor goede zorg wordt teveel gebruikt om nog meer managers en ict-ers te betalen. Zo komt goede zorg niet terecht bij de mensen die deze zorg het hardst nodig hebben. Er worden veel, misschien wel te veel regeltjes en wetten opgesteld die zo mogelijk alles in ons land onder controle moeten houden. Maar het lukt in Nederland (en elders) kennelijk niet om onze hebzucht onder controle te houden. Dat wordt door velen als zeer onrechtvaardig gevoeld. En die onrechtvaardigheid komt misschien wel het hardst aan bij mensen met een kleine beurs.

Ongenoegen, onvrede

De onrechtvaardigheid maakt in mensen gevoelens van ongenoegen wakker. En ongenoegen – als het niet serieus wordt genomen – kan een stevige aanjager zijn van onvrede. Dat beseft ook de profeet Amos, die we in de eerste lezing aan het woord hebben gehoord. Amos, afkomstig uit het zuidelijke Juda, keert zich tegen de rijke kooplui uit het noordelijk gelegen Israël. Namens God stelt hij hen in staat van beschuldiging: wegens corruptie, bedrog en valsheid in geschrifte. Dat zij daarbij vooral arme en rechteloze mensen benadelen, maakt hun schuld – in de ogen van God – alleen nog maar groter.  Hij heeft immers altijd een zwak gehad voor de armen en eenvoudigen. Daarom beëindigt Amos zijn striemende aanklacht met de woorden: 'De Heer heeft gezworen bij de heerlijkheid van Jakob: Geen van hun daden zal Ik ooit vergeten!'

11 september 2016

Barmhartig zijn

Overweging op de 24e zondag door het jaar (jaar C)

Lezingen: Exodus 32,7-11.13-14; 1 Timoteüs 1,12-17; Lucas 15,1-10

Iedere dag vind je in de krant twee kleine tekeningen, die bijna hetzelfde zijn, maar waarin je toch tien kleine verschillen kunt ontdekken. Je moet goed kijken en zoeken, maar uiteindelijk zijn ze wel te vinden. In de lezingen van deze dag zijn, als je goed zoekt, ook een paar details te vinden. Details die de moeite waard zijn om iets beter te bekijken.

Om te beginnen de eerste lezing. Als het volk in de woestijn een stierenbeeld heeft gemaakt, dan wordt Mozes daarop aangesproken: 'het volk dat jij uit Egypte hebt geleid,' briest God. Het lijkt wel alsof het Mozes zijn schuld is. Maar even later, als Mozes aan zijn verweer begint, wordt de bewijslast omgekeerd. 'Waarom boos zijn op het volk, dat U uit Egypte hebt geleid?' Mozes legt de verantwoordelijkheid dus terug bij God. Een ander opvallend detail is, dat God zegt: 'Ik zal dit volk in mijn woede vernietigen, maar jou – Mozes – zal ik een groot nageslacht geven.' En dan herinnert Mozes diezelfde God aan zijn belofte die hij deed aan de voorvaderen: niet alleen Mozes, maar heel het nageslacht van Abraham, Izaäk en Jakob zal talrijk zijn.

04 september 2016

Bruggen bouwen

Beschouwing

De film The Tree of Life gaat over de moeizame verhouding van Jack O'Brien met zijn vader, die een harde, bijna dictatoriale opvoeding voorstaat. De worsteling om met zijn vader in het reine te komen loopt – na veel twijfel en eenzaamheid – uit op een scène, waarin een verzoening tot stand komt. En de film eindigt met het beeld van een brug, die twee verre oevers van een rivier met elkaar verbindt.

De brug als symbool van verbinding. Het is een beeld dat hoop geeft, verwijst naar nieuwe mogelijkheden, mensen bijeen brengt en barrières overwint. Het is daarom met instemming dat ik Hillary Clinton, in de aanloop naar de presidentsverkiezingen in Amerika, haar running mate Bernie Sanders hoorde presenteren als iemand die bruggen bouwt in plaats van muren. Deze laatste woorden zijn een indirecte, maar duidelijke verwijzing naar de politiek die haar opponent Donald Trump voorstaat.

28 augustus 2016

De intentie telt

Overweging bij de 22e zondag door het jaar (jaar C)

Lezingen: Sirach 3,17-18.20.28-29; Lucas 14,1.7-14

Nu de Olympische Spelen in Rio weer voorbij zijn, is de balans opgemaakt van de resultaten. Met acht gouden, zeven zilveren en vier bronzen plakken is Nederland geëindigd als elfde in het medailleklassement. Er zijn mensen, die deze resultaten teleurstellend vinden, anderen zeggen dat er meer goud is binnengehaald dan in Londen vier jaar geleden. Het is opvallend hoezeer mensen elkaar afrekenen op de behaalde resultaten. Het wordt ons al van kindsbeen af bijgebracht. Je moet de beste willen zijn: thuis, op school, in de sport, op je werk, in heel de samenleving. We leven in een prestatiemaatschappij. Je moet je omhoogwerken en wie niet tot de besten behoort, wordt een loser genoemd.

Naar beneden

Martin Buber, de grote joodse denker uit de vorige eeuw, heeft er al op gewezen, dat het woord 'resultaat' niet gezien kan worden als een naam van God. Om het in mijn woorden te zeggen: niet het resultaat telt uiteindelijk, maar de intentie waarmee je de dingen doet.

Daarom kan ik mij goed thuis voelen bij de lezingen uit de Schrift. Ze wijzen ons vandaag op een andere weg, op een verrassende mogelijkheid. In de eerste lezing hebben we een aantal wijsheden beluisterd uit het boek van Jezus Sirach. Deze Jezus, zoon van Sirach, is een wijsheidsleraar, die we moeten situeren in Egypte rond het jaar 190 voor de jaartelling. Hij is iemand die – in dat vreemde land – trouw blijven aan de joodse traditie, maar wel openstaat voor nieuwe invloeden. De kern van zijn wijsheid bestaat hierin, dat mensen zich iets gelegen laten liggen aan de richtlijnen en voorschriften van God. En die richtlijnen hebben weer alles te maken met je plaats weten in het leven. Je plaats weten, dat wil zeggen: beseffen hoe je in verhouding staat tot andere mensen, tot ieder mens. Dus: ook als je rijk bent, blijf dan bescheiden. Jezus Sirach gaat zelfs een stap verder, hij zegt het nog uitdagender: hoe meer aanzien je hebt, hoe meer je jezelf moet vernederen.

21 augustus 2016

Luisteren naar het onhoorbare

Paus Franciscus over huwelijk en gezin

Er mensen zijn die zich – niet geheel zonder reden – zorgen maken over de toekomst van het gezin. We kennen allemaal de realiteit van (v)echtscheiding, van gebroken dan wel samengestelde gezinnen en van de moeilijkheden die dit meebrengt voor kinderen die deze gebrokenheid ervaren. Te midden van deze soms schrijnende realiteit heeft paus Franciscus in het voorjaar een lijvige exhortatie (letterlijk: aansporing, ook wel 'zendbrief') gepubliceerd. Daarin brengt hij 'De vreugde van de liefde' (Amoris laetitia, AL) naar voren. De exhortatie is een uitwerking van de twee bisschoppensynodes in oktober 2014 en oktober 2015 over huwelijk en gezin.

Paus Franciscus ondertekent Amoris Laetitia (19 maart 2015)
Je moet er wel eens goed voor gaan zitten om het document van 200 pagina's in zijn geheel door te nemen. En je moet – door de soms moeilijke en ook wel eens wollige taal heen – vooral gaan zien, dat de paus in essentie een wervend verhaal op tafel legt. Daarin toont hij enerzijds de vreugdevolle en inspirerende aspecten van het leven als huwelijkspaar en als gezin. De wederzijdse en edelmoedige liefde tussen man en vrouw zijn een weerspiegeling van Gods liefde voor mensen. Anderzijds heeft de paus ook oog voor de soms levensgrote problemen waarmee partners onderling of ook ouders met hun kinderen geconfronteerd kunnen worden.

14 augustus 2016

Moedige keuzes

Overweging op de 20e zondag door het jaar (jaar C)

Lezingen: Jeremia 38,4-6.8-10; Lucas 12,49-53

Als iemand de drang ervaart om klokkenluider te worden, dan bedenkt hij zich wel twee keer. Het aan de kaak stellen van misstanden – in het bedrijf, op school, in de kerk of binnen de familie – wordt meestal niet in dank afgenomen. De Nederlandse overheid heeft een speciale klokkenluidersregeling in het leven geroepen om ambtenaren, die het pertinente gebrek aan integriteit van collega of leidinggevende aan het licht brengen, te beschermen. Wikileaks-oprichter Julian Assange wordt niet – net zoals Jeremia – in een put gedumpt, maar al lange tijd is zijn bewegingsvrijheid uiterst beperkt. Ook de situatie in Turkije maakt duidelijk, dat iedere vorm van verzet tegen de huidige machthebbers rigoureus en massaal de kop wordt ingedrukt.

Subversief

En toch zijn er mensen, die het niet kunnen aanzien dat bepaalde zaken onder de pet worden gehouden. Jeremia is er zo een. Hij leeft in een turbulente tijd. Rond 586 voor Christus wordt Jeruzalem ingenomen door de Babyloniërs. Een groot deel van de politieke en economische elite wordt gedeporteerd. Jeremia verwijt koning Sedekia, dat hij zich te weinig gelegen laat liggen aan het woord van God. Jeremia zou daarmee het moreel van de strijdbare mannen ondermijnen. Op zo'n subversieve instelling zitten de machthebbers niet te wachten. Gevolg: Jeremia wordt in een put gezet, met een wisse dood in het vooruitzicht. Hij mag van geluk spreken, dat er nog één rechtvaardige is die de koning op andere gedachten weet te brengen. Ebed-Melech neemt het op voor Jeremia.

07 augustus 2016

Ingaan op de belofte

Overweging bij de 19e zondag door het jaar (jaar C)

Lezingen: Wijsheid 18,6-9; Hebreeën 11,1-2;8-19; Lucas 12,32-48

Als iemand jou een belofte doet, dan is dat een toezegging die nog moet worden waargemaakt. 'Ik kom morgen wel even langs om die lamp op te hangen.' 'We komen jullie volgende week opzoeken om te zien hoe het met de gezondheid van je vrouw gaat.' Of tegen een kind dat bang is voor het onweer: 'Je hoeft niet bang te zijn, het komt wel weer goed.' De belofte wacht op vervulling in de toekomst. En jij moet erop vertrouwen, dat de belofte ook realiteit zal worden.

Lijdzaam afwachten?

In de lezingen van vandaag gaat het ook over beloftes die worden gedaan. Maar het zijn beloften die niet alleen vragen om vertrouwen en lijdzaam afwachten. Het zijn beloften die ook om een actieve inzet van onze kant vragen. Het zijn beloften die ons de vraag stellen: durf je erop in te gaan? En tegelijk: ben je bereid om zelf mee te werken aan het waar worden van de belofte? Ingaan op een belofte is in zekere zin altijd een waagstuk, maar tegelijk ook iets om er – voor zover het binnen je mogelijkheden ligt – actief aan mee te werken.

31 juli 2016

Duurzaam genieten

Overweging bij de 18e zondag door het jaar (jaar C)

Lezingen: Pr 1,2;2,21-23; Lc 12,13-21

Als je mij wat beter leert kennen, dan ga je merken dat ik graag dingen verzamel en ordelijk opberg. Boeken, DVD's, foto's, documenten op mijn computer. Van boeken bijvoorbeeld houd ik een lijst bij, zodat ik weet welke en hoeveel ik er heb. Maar er komt een tijd, dat ik een groot deel van de collectie moet gaan opruimen. Gewoon, omdat ik dan de ruimte niet meer zal hebben, of omdat ik degenen die mij naar het crematorium zullen brengen niet wil belasten met het ruimen.

Ik kan dus erg genieten van de aanblik van mijn boekenkast. Maar ik realiseer mij de betrekkelijkheid van de verzameling. Want het leven van een mens is meer dan wat hij bezit.

De man die Jezus vraagt om rechter te zijn tussen hem en zijn broer, lijkt dat niet te beseffen. Hij wil niet eens de hele erfenis in bezit krijgen, maar wel zijn eigen deel veilig stellen. Kennelijk is hij in de veronderstelling, dat Jezus degene is, die daar een rechtvaardig oordeel over kan uitspreken. Maar op de manier die voor Jezus kenmerkend is – met een verhaal dus – maakt hij duidelijk, dat het om andere dingen gaat.

24 juli 2016

De prijs van het overleven

Filmrecensie van Brødre / Brothers (2004)


Regie: Susanne Bier

Kun je leven met een zware persoonlijke schuld, ook al is die schuld jou opgedrongen? Is de dood van je medegevangene jouw eigen verantwoordelijkheid, ook al was het een keuze tussen zijn leven en dat van jezelf? Dit is het ondraaglijke ethische dilemma waarmee Michael als beroepsmilitair moet zien klaar te komen na zijn onverwachte terugkeer uit Afghanistan.

Het verhaal begint wanneer Michael Lundberg zijn broer Jannik afhaalt uit de gevangenis. De twee
mannen zijn erg verschillend van aard. Waar Michael zijn zaken goed op orde heeft, laat Jannik veel op zijn beloop. Orde, vaderlandsliefde en een mooi gezin zijn de belangrijkste waarden in het leven van Michael, terwijl zijn broer dit alles niet binnen zijn bereik heeft. Jannik is daarom niet ervan gediend, dat zijn broer – namens hem – excuses heeft aangeboden aan de vrouw die hij bij een bankoverval zwaar mishandeld heeft. Hij wil niet dat Michael verantwoordelijkheid neemt voor zijn daden.

17 juli 2016

De àndere mogelijkheid

Overweging op de 16e zondag door het jaar (jaar C)

Lezingen: Genesis 18,1-10a; Lucas 10,38-42

Als je weet, dat er logés gaan komen, dan moet je de nodige voorbereidingen treffen. Voor de tijd van hun verblijf wil je zorgen, dat ze zich op hun gemak voelen, dat ze zich welkom weten. Het komt erop neer, dat je ruimte voor hen maakt. Ruimte, niet alleen in fysieke zin, want misschien moet een van je kinderen wel tijdelijk op een andere kamer slapen. Maar ruimte ook in de geestelijke betekenis, want je maakt tijd voor hen en je stelt je open voor hun verhalen en ervaringen. Ruimte maken dus voor de ander, de bezoeker: voor wie hij is en voor wat hij jou te zeggen heeft.

Jezus in het huis van Marta en Maria - Pieter Aartsen, ca. 1555
(gezien in museum Catharijnenconvent te Utrecht 7 feb 2015)

Inleveren of opleveren?

Ruimte maken voor de ander kan betekenen, dat je een deel van je eigen ruimte inlevert. Soms voelt dat inleveren aan als een beperking. Maar het kan er ook toe leiden, dat je nieuwe mogelijkheden gaat zien, misschien wel onvermoede kansen. Het hangt af van je eigen instelling. In het evangelie van vandaag zien we, hoe Maria en Marta totaal verschillend omgaan met hun bezoeker.

10 juli 2016

Kijken, geraakt worden, doen

Overweging bij de 15e zondag door het jaar  (jaar C)

Lezingen: Deuteronomium 30,10-14; Lucas 10,25-37

Als je een nieuwe wasmachine koopt, dan is het altijd weer even wennen om het apparaat te bedienen. Gelukkig zit er over het algemeen een handleiding bij. En als je geluk hebt, dan is hij nog goed leesbaar ook. Maar je moet toch eerst goed kijken, welke knoppen er op de machine zitten, en wat daarover in de handleiding staat. Pas als je goed gekeken hebt, kun je overgaan tot de handeling: de wasmachine in werking stellen. Het begint dus met kijken en het eindigt met doen.

Een mooie straatnaam: de weg van de barmhartigheid (Portugal)
Zo gaat het ook in de parabel, die Jezus vertelt in het evangelie. Tenminste bij de Samaritaan. Het begint met kijken, en het eindigt met doen. Kijken dan wel op een bepaalde manier. Want kijken, dat deden ook de priester en de le­viet. Maar bij hen is dat nog geen aanleiding om tot 'doen' over te gaan. Ze kijken wel, maar in feite 'zien' ze niet werkelijk. Tussen kijken en doen gebeurt nog iets anders. De Samaritaan wordt namelijk geraakt door de belabberde toestand van de man die overvallen is. Dat geraakt worden is essentieel. Juist daardoor gaat de Samaritaan tot actie over. Het gaat erom, dat je je hart laat spreken. Dat is het fundament voor het doen.

03 juli 2016

Een flinke portie bemoediging

Overweging bij de 14e zondag door het jaar (jaar C)

Lezingen: Jesaja 66,10-14c; Lucas 10,1-12.17-20

Het is de tijd van het jaar, waarin veel mensen erop uit trekken. Er zijn mensen, die hun vakantietrip nauwelijks voorbereiden. Een paar noodzakelijke spullen als bagage worden ingepakt, en dan zie je wel waar je uitkomt. Bevalt het op een bepaalde plek niet, dan trekt je toch gewoon verder? Andere mensen besteden veel aandacht aan de voorbereiding, willen vooraf weten waar ze terecht komen en welke voorzieningen er op de plek van bestemming zijn. Ze maken soms ook plannen om bepaalde bezienswaardigheden in de omgeving te gaan bekijken. Maar ook bij een gedegen voorbereiding kan de reis nog onverwachte verrassingen opleveren.

Voorbereiden

Dat de hun reis vol verrassingen kan zitten, daarop wil Jezus zijn leerlingen voorbereiden. Ze worden op weg gestuurd, omdat Jezus beseft, dat hij alleen niet in staat is om zijn boodschap, het goede nieuws van Gods nabijheid, bij de mensen te slijten. Hij heeft de hulp van zijn vrienden nodig. Maar hij stuurt hen op weg met een waarschuwing. Het goede nieuws van Gods nabijheid en trouw zal niet door iedereen worden geaccepteerd. De leerlingen zullen zich kwetsbaar voelen bij hun taak. Wees daarop voorbereid, zegt Jezus. Maar hij zegt nog iets meer. Want niet alleen een waarschuwing, ook een flinke portie bemoediging geeft hij zijn vrienden mee.

26 juni 2016

De weg gaan = de weg doen

Overweging bij de 13e zondag door het jaar (jaar C)

Lezingen: 1 Koningen 19,16b.19-21; Lucas 9,51-62

Als je op vakantie gaat, kun je op verschillende manieren je route afleggen. Er zijn mensen die vooral het einddoel van hun reis voor ogen hebben. Daar willen ze bepaalde dingen gaan zien, en om er te komen moeten ze noodgedwongen de afstand afleggen tussen vertrek en aankomst. Er zijn ook mensen, die het einddoel minder belangrijk vinden dan de weg er naar toe. Ze nemen de tijd om onderweg eens goed rond te kijken. Ze laten op zich inwerken wat er tijdens het reizen allemaal te zien is. Ze laten zich verrassen door wat er op hun weg komt. Ze vinden het reizen zelf belangrijker dan het doel waar ze naar toe gaan. Deze twee manieren van reizen – gericht op het doel of gericht op het reizen zelf – zien we terug in de lezingen van vandaag. Ik denk overigens, dat beide aspecten ertoe doen. Het doel is belangrijk, maar ook de wijze waarop je het doel bereikt.

Missie

In het evangelie hebben we gehoord, dat Jezus vastberaden op weg gaat naar Jeruzalem. Hij heeft daar, in het centrum van de joodse godsdienst, een taak te vervullen. Het is zijn missie om daar, in Jeruzalem, Gods liefdevolle genade voor de mensen onder de aandacht te brengen – ook als dat zal leiden tot zijn verwerping en kruisiging. Die doelgerichtheid op de verkondiging van het koninkrijk van God is voor zijn missie van groot belang. Want in Jeruzalem zullen, zo lezen we vandaag, “de dagen van Jezus’ verheffing tot hun vervulling komen”. Met andere woorden: in Jeruzalem komt de missie van Jezus tot een beslissend hoogtepunt.

22 mei 2016

Compleet maken

Overweging op het feest van de Heilige Drie-eenheid (jaar C)

Lezingen: Spreuken 8, 22-31; Johannes 16, 12-15

Het gebeurt wel, dat je een beroep moet doen op iemand die aardigheid heeft in klussen of misschien wel in het bereiden van prachtige gerechten. Maar er zijn ook mensen die je kunnen helpen met het oplossen van een ingewikkeld probleem, omdat ze een goed stel hersenen hebben. En daarnaast zijn er mensen die vanuit een bepaalde wijsheid in staat zijn om bijvoorbeeld een verhitte discussie tot een vruchtbaar gesprek om te buigen. Handig, slim of wijs: ieder mens heeft zo haar of zijn eigen talenten.

Zo nu en dan hebben we ze nodig: mensen die ons de weg wijzen of een richting suggereren waar we zelf nog niet aan gedacht hadden. In het evangelie zegt Jezus zijn vrienden een helper toe, die hen tot inzicht zal brengen. Tot de volle waarheid, zo staat er. Aan dat inzicht ontbreekt het de leerlingen nogal eens, zo weten we uit de verhalen. Denk aan Petrus, die op het cruciale moment niet wil weten dat hij tot de intimi van Jezus behoort. Of aan Thomas, die pas bereid is te geloven nadat hij harde bewijzen heeft. Of aan de leerlingen die onderling ruzie maken over wie van hen de belangrijkste zal zijn.

Inzicht

'De Geest zal jullie tot de volle waarheid brengen,' zegt Jezus. Het is een belofte, die Jezus hier doet. De toezegging dat de leerlingen tot inzicht zullen komen, wordt dus pas in de toekomst en waarschijnlijk stapsgewijze vervuld. Inzicht is iets, dat je gegeven wordt, en je moet er ook voor willen openstaan. Het verwerven van inzicht vraagt dat je je eigen benadering kunt loslaten om tot een nieuwe manier van zien te komen. Het vraagt ook dat je jezelf verplaatst in de ander: in zijn manier van denken, leven en zien.

15 mei 2016

Hunkeren

Beschouwing

In 2015 publiceerde de katholieke theoloog Erik Borgman zijn hoopgevende en tegelijk uitdagende boek Waar blijft de kerk? Het uitdagende karakter van het boek wordt duidelijk uit de ondertitel: Gedachten over opbouw in tijden van afbraak. Borgman illustreert deze uitdaging met een - in mijn ogen - mooi beeld over de verhouding van liturgie en diaconie in de kerk: 'Misschien kan de dubbele bloedsomloop in het menselijk lichaam dienen als een verhelderend beeld. De kleine bloedsomloop stuurt het bloed vanuit het hart door de longen en terug naar het hart. Zo komt er zuurstof in het bloed. De grote bloedsomloop stuurt het bloed vanuit het hart door het lichaam, zodat de verschillende organen van zuurstof worden voorzien en kunnen functioneren. Als het bloed de zuurstof aan de delen van het lichaam heeft afgegeven, komt het terug in het hart. Dit pompt het opnieuw langs de longen, zodat het opnieuw zuurstof kan opnemen. In het lichaam van de kerk is de liturgie de kleine bloedsomloop, en het handelen van de gelovigen in de wereld de grote.' (p. 83)

Niet bang

Ik kan mij niet aan de indruk onttrekken dat veel energie in het kerkelijke leven, zowel bij een aanzienlijk deel van de beroepskrachten als bij vele vrijwilligers en parochianen, gaat zitten in het in stand houden van de kleine bloedsomloop. Het voorbereiden en vieren van de liturgie vraagt in verhouding (te) veel van onze tijd. Als deze waarneming juist is, dan zou de beeldspraak van Borgman erop neerkomen, dat de verschillende organen van het menselijke lichaam, casu quo het (gelovige en diaconale) handelen van de gelovigen in de wereld, door zuurstoftekort verschrompelen en afsterven. Enigszins kort door de bocht gezegd: veel 'bidden' en weinig 'werken' zullen niet helpen om de kerk in onze wereld de juiste plaats te geven.

08 mei 2016

De hemel open

Overweging op de 7e zondag van Pasen (jaar C)

Lezingen: Handelingen 7, 55-60; Johannes 17, 20-26

Je hoort wel eens verhalen van mensen, die onder ogen moeten zien dat hun einde nabij is. Als ze nog helder van geest zijn, dan kunnen ze hun wensen kenbaar maken over de wijze waarop de uitvaart geregeld moet worden. Voor wie achterblijft kan dat een goede houvast zijn bij het treffen van de nodige regelingen. En zelfs niet alleen een houvast, maar ook een zekere troost omdat je dan weet, dat je – bij alle verdriet om het afscheid – de wensen van de dierbare kunt respecteren. 'Dit is het laatste wat we voor hem/haar kunnen doen,' zeggen de nabestaanden vaak.

Verbonden

Het gebed van Jezus, dat we hoorden in het evangelie, spreekt hij uit op de laatste avond waarop hij met zijn vrienden bijeen is. Het gebed ademt duidelijk de sfeer van een vurige laatste wens, die Jezus hier uitspreekt. De bede om eenheid mogen we verstaan als het verlangen en de hoop van Jezus, dat de leerlingen met hem verbonden zullen blijven. Eenheid en verbondenheid zijn hier eigenlijk synoniem. Ook de keren dat Jezus spreekt over 'in u, in mij, in hen, in ons' zijn uitingen van de hoop op blijvende verbondenheid.

01 mei 2016

De vrede leren

Overweging op de 6e zondag van Pasen (jaar C)

Lezingen: Handelingen 15,1-2.22-29; Johannes 14,23-29

Alle voorbereidingen voor de vakantie zijn getroffen. Het huis laat je netjes achter. Ramen en deuren goed op slot. De hond is naar het logeeradres. En de buurvrouw is gevraagd om de planten water te geven. Maar voor de zekerheid leg je toch nog een briefje naast de gieter, dat de zeemdoek in de emmer onder het aanrecht te vinden is. O ja, en je mobiele nummer zodat je bereikbaar bent voor het geval dat. Zo bereid je het huis – en ook je buurvrouw – voor op je afwezigheid van twee weken.

In het hart

Wat we in het evangelie hebben gehoord, dat is het voorbereiden van de leerlingen op de afwezigheid van Jezus. En die zal wat langer duren dan twee weken. Deze voorbereiding wordt niet geschreven op een briefje naast de gieter, maar in het hart van mensen. In die voorbereiding laat Jezus een drietal manieren zien, waarop zijn vrienden zijn blijvende aanwezigheid kunnen ervaren. Om te beginnen is Jezus onder hen aanwezig in de herinnering aan en in het waarmaken van zijn woord. Het woord van Jezus is in de kern terug te brengen tot het liefhebben van elkaar, zoals Jezus zelf heeft liefgehad. Waar mensen die liefde ten opzichte van elkaar proberen waar te maken, daar zijn de Vader en de Zoon aanwezig in het hart van mensen. Vervolgens kun je de aanwezigheid van Jezus ervaren in het speuren naar de Geest. Want de Geest zal het werk van Jezus in zijn leerlingen voortzetten. Wie probeert te leven volgens zijn Geest, dat wil zeggen volgens de mentaliteit en de bezieling van Jezus, die mag vertrouwen op Gods genade bij het uitvoeren van zijn projecten. De Geest zal hem helpen te verstaan wat Jezus heeft geleerd en voorgehouden.

24 april 2016

Anders leren zien

Overweging op de 5e zondag van Pasen (jaar C)

Lezingen: Handelingen 14,21-27; Johannes 13, 31-33a.34v

Ik begin maar met het intrappen van een open deur. Want ieder weet, dat mensen het niet altijd met elkaar eens zijn. De meningsverschillen kunnen soms behoorlijke spanningen opleveren, wanneer bepaalde politieke of religieuze opvattingen in het geding zijn. En helaas kan niet ontkend worden, dat mensen soms geweld gebruiken om het gelijk aan hun kant te krijgen. Toch zouden verschillen van inzicht nooit aanleiding mogen geven tot het gebruik van machtsmiddelen of van geweld.

Een andere weg

Maar hoe moet dat dan, als je ziet dat mensen – die zich van elkaar onderscheiden door verschillende opvattingen en gebruiken – toch behoren tot een en dezelfde samenleving? We horen vaak over respect hebben voor elkaar. En tegelijk zie je gebeuren, dat toch vooral de ander respect moet hebben voor mij. Respect dus als iets, dat kan worden afgedwongen met fysiek of verbaal geweld. Zoals bijvoorbeeld op voetbalvelden, wanneer men het niet eens is met een beslissing van de scheidsrechter.

17 april 2016

Onvoorwaardelijke zorg

Filmrecensie van: A simple life (2011)
Regie: Ann Hui

Er zijn veel verschillende vormen waarin wij in ons leven de liefde kunnen waarnemen en ervaren. De liefde tussen ouders en hun kinderen is anders dan die tussen kinderen en hun ouders. De liefde als vriendschap tussen vrienden en vriendinnen verschilt van de liefde tussen man en vrouw. We kennen de liefde tussen partners van hetzelfde geslacht. Ook tussen collega's kun je een bepaalde vorm van liefde waarnemen. Bijvoorbeeld als de ene collega in een conflictsituatie het opneemt voor een ander. Of minder dramatisch: als de ene collega een klus van de ander overneemt omdat hij/zij thuis een ziek kind of een zieke partner heeft. Op deze manier heeft de liefde vorm gekregen als wat we gewoonlijk solidariteit noemen. Maar ook genegenheid, erotiek, vriendschap, saamhorigheid of passie kunnen aspecten zijn van dat veelomvattende en tegelijk vaak versleten begrip liefde.

In de op ware gebeurtenissen gebaseerde film A simple life wordt ons de liefde op zeer serene wijze getoond in de verhouding tussen Roger, een jonge vrijgezelle filmproducent, en de oudere Ah Toa, die al sinds generaties de familie van Roger dient als hulp in de huishouding en kinderoppas. Het verhaal speelt zich af in Hongkong, de enorme metropool, waar de regisseuse vooral de menselijke maat, op sobere en prachtige wijze tegelijk, in beeld brengt.

10 april 2016

Pasen, steeds opnieuw

Overweging op de 3e zondag van Pasen (jaar C)

Lezingen: Handelingen 5,27b-32.40b-41; Johannes 21,1-14

Ooit heb ik het verhaal gehoord van een man, die vertelde dat hij ernstig ziek was geweest. Zo ernstig, dat hij op het randje van de dood had gelegen. Niemand begrijpt het, maar hij was weer beter geworden. 'Sindsdien ben ik een ander mens geworden,' zei hij. 'Dingen waar ik mij vroeger druk om maakte, vind ik nu erg betrekkelijk. En waar ik toen aan voorbij leefde, heeft nu veel meer waarde gekregen. Ik leef anders, intenser.' Je kunt je voorstellen, dat deze man voor zijn vrienden en familie een ander mens is geworden. De buitenkant is dezelfde gebleven, maar zijn gedrag, zijn manier van reageren is anders geworden. Wie hem vóór en na zijn ziekte heeft gekend, zal nu zeggen: hij is het, en toch ook weer niet. Hij is anders geworden.

Ornament in de Geertruidskerk
te Geertruidenberg
Twijfel

Iets van die verwarrende ervaring vinden we terug in dat rare zinnetje uit het evangelie: 'Wetend dat het de Heer was, durfde geen van zijn leerlingen hem te vragen: Wie bent U?.' Ze weten dat Hij het is, maar er is toch twijfel: is Hij het echt? Hij was toch geëxecuteerd door de kruisiging? En nu staat Hij hier, eerst als iemand die vraagt om een stuk vis, en later, weer terug op het strand, als de gastheer die hen uitnodigt voor het ontbijt.

03 april 2016

Herinneren helpt

Overweging op de 2e zondag van Pasen (jaar C)

Lezingen: Handelingen 5,12-16; Johannes 20,19-31

Misschien was ik acht of negen jaar, toen mijn vader op een dag vroeg, of ik bij opa wilde vragen om het plintenladdertje te lenen. Dat wilde ik wel doen, maar eerlijk gezegd vergat ik in de loop van de dag om het verzoek uit te voeren. 's Avonds vroeg mijn vader naar het laddertje. Oeps, vergeten! 'Weet je ook, waar ik dat laddertje voor nodig heb?'' vroeg mijn vader. 'Geen idee,' zei ik. 'Weet je ook wat voor dag het is vandaag?' vroeg hij weer. Pas toen ik op de kalender keek, zag ik dat het 1 april was. En ik begreep dat een ladder volkomen zinloos was om plinten te gaan bewerken. Zo zijn er ook mensen die – zonder een spier te vertrekken – een verhaal kunnen opdissen, waardoor je gaat geloven dat het nog gebeurd is ook. Pas als je erover gaat nadenken, kom je tot de conclusie, dat het niet waar kan zijn.
Schilderij van Leendert van der Cooghen uit 1654
gezien in het Catharijnenconvent te Utrecht
op 7 februari 2015

Op zijn kop

Tomas hoefde niet lang na te denken om te concluderen, dat het niet waar kon zijn, wat zijn vrienden hem vertelden. 'Jezus gezien? Neem je grootje in het ootje, maar mij niet!' Tomas wist heel goed wat er gebeurd was. De arrestatie en executie van Jezus stonden nog helder op zijn netvlies. De gedachten aan de oneervolle dood van Jezus, en misschien nog wel meer de onrechtvaardigheid ervan, kon hij maar niet uit zijn kop zetten. En nu zou het volgens zijn vrienden opeens helemaal anders zijn? Ja, dag!

26 maart 2016

Aan het debacle voorbij

Overweging op Stille Zaterdag
Huiskamerviering te Rilland

Lezingen: 1 Tessalonicensen 4,13-18; Johannes 14,1-7

Het is vroeg in de morgen, op een wolkeloze dag tegen het einde van maart. Je bent al buiten, maar het is nog kil en koud. Het belooft een mooie dag te worden, maar of de regen zal wegblijven, is nog onzeker. Je hoopt dat de dag zonovergoten zal zijn, maar of dat ook zo is, moet je afwachten. In die stille verwachting denk je terug aan de dag van gisteren. Niet alleen het weer was onaangenaam en guur. Ook al je bezigheden werden getekend door teleurstelling en alles wat maar kon tegenzitten. Maar misschien wordt het vandaag beter. Je hoopt het. Je bent in stille afwachting.

Zo zijn wij vandaag hier samen, gastvrij ontvangen in deze huiskamer. In stille afwachting bijeen. Want de herinnering aan het gruwelijke lijden van Jezus ligt nog vers in ons geheugen. Het debacle leek compleet. Alles, waarop de hoop van de leerlingen – van ons – op was gevestigd, is compleet de grond in geslagen. Maar toch, vandaag zijn we in stille afwachting van wat gaat komen. We bevinden ons in de tijdsspanne tussen enerzijds mislukking en anderzijds aan de mislukking voorbij. Maar of we werkelijk daar kunnen komen, voorbij aan de mislukking, dat moeten we nog afwachten. We zijn nog niet aangeland bij het lege graf, maar moeten nog wachten en hopen.

20 maart 2016

Het individualisme failliet?

Beschouwing

De individuele vrijheid van mensen beschouwen wij in onze samenleving als een groot goed. Deze vrijheid is in de Nederlandse grondwet vastgelegd en wordt daarin gegarandeerd als onder meer de vrijheid van meningsuiting, de vrijheid van godsdienst en de vrijheid van vereniging. Het adequaat omgaan met de individuele (en ook met de gezamenlijke) vrijheid veronderstelt een morele verantwoordelijkheid, die gevormd en getraind moet zijn om tot de juiste keuzes te komen in het handelen en spreken. Natuurlijk kunnen die keuzes verschillen naar gelang de persoonlijke aard en de voorkeuren van de individuele mens, de maatschappelijke, politieke of economische omstandigheden waarin hij/zij zichzelf aantreft of het levensbeschouwelijke referentiekader dat wordt gehanteerd.

Referentiekader

In voorgaande tijden werd de morele verantwoordelijkheid van mensen mede gevormd door 'de grote verhalen'. Mede, want ook de persoonlijke en maatschappelijke omstandigheden zijn van invloed op hoe de morele verantwoordelijkheid van mensen zich ontwikkelt. Het teloorgaan van de grote verhalen, van de overkoepelende betekenissystemen (zoals christendom, socialisme of humanisme) heeft tot gevolg, dat mensen in de postmoderne tijd hun eigen referentiekader moeten samenstellen, waarmee de moraliteit gevormd kan worden. Of in bepaalde gevallen ook misvormd kan worden. De sociale ondersteuning (al moet gezegd: soms ook de sociale controle) bij het vormen van de morele capaciteiten ontbreekt immers goeddeels.

13 maart 2016

Tweede kans

Filmrecensie van Troubled Water (2009)
Regie: Erik Poppe

In de gevangenis bespeelt Jan Thomas Hansen het kerkorgel tijdens de diensten. Wanneer hij vervroegd wordt ontslagen, na een straf van acht jaar wegens veroordeling voor kindermoord, zoekt hij een baan als organist in een Lutherse kerk. Hij gebruikt alleen de naam Thomas, zwijgt over zijn verleden en wordt aangenomen. Er ontwikkelt zich een goede verstandhouding met Anna, de priester van de kerk, die een zoontje heeft uit een eerdere relatie. Jens en Thomas kunnen het goed vinden.

In flash backs wordt duidelijk, dat Jan Thomas en een vriend in een kinderwagen een jongetje (Isak) hebben meegenomen, enkel met de bedoeling om de beurs van de eigenares te stelen. Maar als het jongetje Jan Thomas herkent, raken de mannen in paniek. Het jongetje raakt gewond. Jan Thomas laat het lichaam van het jongetje wegdrijven in de rivier. Het stoffelijk overschot wordt nooit meer gevonden.

Vergeving

De film laat een afwisseling van verhaallijnen zien, die je als kijker pas gaandeweg met elkaar in verband kunt brengen. Een beproefde manier om de spanning op te voeren en de aandacht van de kijker vast te houden. In deze film is het een geslaagde manier om de gebeurtenissen vanuit verschillende standpunten weer te geven.

28 februari 2016

Kijken met nieuwe ogen

Overweging op de 3e zondag van de Veertigdagentijd (jaar C)

Lezingen: Exodus 3,1-8a.13-15; Lucas 13,1-9

Als je iemand al langere tijd kent, dan weet je ongeveer hoe hij of zij zal reageren in bepaalde situaties. Maar het kan gebeuren, dat die goede bekende op zeker moment een totaal onverwachte reactie geeft. Bijvoorbeeld als hij, die gewoonlijk erg rustig en bedachtzaam spreekt, zich oprecht boos maakt over iets dat hem onrechtvaardig toeschijnt. Dan denk je: zo heb ik je nog niet leren kennen. En je gaat hem zien met andere, met nieuwe ogen.

Zien met nieuwe ogen, dat is wat er gebeurt in het verhaal uit het evangelie. Er komen mensen naar Jezus toe omdat ze hem een wijs oordeel toedichten. Ze leggen hem een situatie voor, die zij tenhemelschreiend vinden. Pilatus had Galileeërs laten doden tijdens het offer. Galilea was de streek van de meeste verzetsstrijders. Waarschijnlijk hebben een paar politieke heethoofden opstootjes uitgelokt bij het slachten van de paaslammeren. Er waren tijdens het paasfeest veel pelgrims in Jeruzalem. Pilatus wilde geen enkel risico lopen. De Romeinse soldaten hebben ingegrepen en de vrijheidsstrijders omgebracht.

20 februari 2016

Voor-leven en verder-leven

Beschouwing in de Veertigdagentijd

We zijn – in deze periode van voorbereiding op het Paasfeest – bezig om ons te bezinnen op de meer essentiële zaken in het leven. Onze aandacht wordt nadrukkelijker naar binnen gericht: hoe verhoud ik mij tot de mensen om mij heen? Ben ik bezig met wat ertoe doet in het leven? Kan ik een zekere stilte in acht nemen om alert te zijn op signalen van wat God van mij verwacht?

Onderscheiden

Deze gerichtheid naar binnen is nodig om te leren onderscheiden tussen goed en beter, of zelfs tussen beter en best. Maar dit naar binnen kijken moet uiteindelijk resulteren in de manier waarop we ons opstellen in de wereld waarin wij leven. Het gaat om de manier waarop wij willen bijdragen aan een wereld, aan een manier van samenleven, die erop gericht is dat mensen tot hun recht komen, dat God tot zijn recht komt. Door de ander/Ander tot zijn recht te laten komen, komen ook wijzelf tot ons recht.

14 februari 2016

Bekoring of bekering

Overweging op de 1e zondag van de Veertigdagentijd (jaar C)

Lezingen: Deuteronomium 26,4-10; Lucas 4,1-13

De statistieken van het KNMI laten zien, dat de afgelopen drie maanden de  temperatuur behoorlijk hoger lag dan het langjarige gemiddelde. De rekening voor gas en licht zal misschien lager uitvallen dan vorig jaar. Of dit alles iets te maken heeft met de veranderingen van het klimaat, kan ik niet beoordelen. Maar alles bij elkaar genomen hoeven we ons geen zorgen te maken over onze inkomsten en onze directe toekomst. Heel anders ligt dat voor de bewoners van het het district Teso in het noordoosten van Oeganda. Daar hebben de klimaatveranderingen wel degelijk invloed op de inkomsten van de boerenbevolking. In deze Veertigdagentijd willen we ons afvragen wat wij kunnen betekenen voor de mensen in Oeganda. Want onze hulp aan de mensen in Oeganda betekent, dat we ons inzetten voor het behoud van de Gods schepping.

En: onze bijdrage aan de Vastenactie is niet alleen een kwestie van ons inzetten voor anderen. Het gaat ook om wat het voor onszelf betekent. Hebben we zelf belang bij de ondersteuning van de mensen in Oeganda? Niet eens zozeer in materiële zin, maar meer in spirituele zin. Want de Vastenactie is een concrete mogelijkheid om onszelf voor te bereiden op het feest van Pasen.

07 februari 2016

Winst en verlies

Filmrecensie van The Visitor (2007)
Regie: Thomas McCarthy

Hij is geen onaardige kerel. Nogal op zichzelf. Heeft duidelijk het contact verloren met zijn eigen gevoel. Je ziet dat hij niet echt leeft. En je vraagt je al snel af wat er nodig is, zodat deze man weer tot leven kan komen?

Plichtmatig

Als professor in de economie aan de universiteit van Connecticut leidt Walter Vale (Richard Jenkins) een teruggetrokken bestaan. Hij is al een hele tijd weduwnaar, heeft een zoon die woont in Londen, maar er is geen contact. Hij geeft op de ingeroosterde tijd plichtmatig zijn colleges, schrijft net zo plichtmatig aan zijn vierde boek, en gaat met tegenzin, maar toch weer plichtmatig naar een congres in New York ter vervanging van zijn collega die met vervroegd zwangerschapsverlof is. Even plichtmatig maar zonder enige bevlogenheid volgt hij pianolessen bij alweer zijn vierde privélerares, wellicht om de gedachtenis aan zijn vrouw, die een geïnspireerde pianiste was, levend te houden.

In New York gaat hij voor de duur van het congres naar zijn appartement, dat hij al vele jaren niet gebruikt heeft. Daar treft hij tot zijn verbazing een Senegalese vrouw (Zainab) en haar Syrische vriend (Tarek) aan, die beide illegaal in Amerika verblijven. Ze wisten niet dat het appartement van Walter was, maar vertrekken meteen met hun spullen. Dan bedenkt hij zich en haalt Zainab en Tarek terug naar zijn flat.

31 januari 2016

Venster op andere toekomst

Overweging op de 4e zondag door het jaar (jaar C)

Lezingen: Jesaja 1,4-5.17-19; Lucas 4,21-30

Het begon allemaal zo goed. De voorbereidingen voor het feest zijn getroffen, de meeste gasten zijn gearriveerd. De stemming zit er goed in voor de vijftigste huwelijksverjaardag van Ad en Nellie. Maar tijdens het feest komt de mededeling dat tante Mirjam niet kan komen: met onduidelijke klachten is ze in het ziekenhuis opgenomen. Uitgerekend tante Mirjam, die altijd een gangmaker is op familiefeesten. Het feest zal niet worden afgebroken, maar de lol is er wel voor een groot stuk af.

De stemming slaat om, zomaar, ineens. Het verhaal uit het evangelie laat ons vandaag iets dergelijks zien. Na aanvankelijk een enorm enthousiasme over het optreden van Jezus in de synagoge slaat de stemming om. De Joden zijn woest en willen hem zelfs in een afgrond storten. Waar komt die plotselinge verandering vandaan? Ik moet een kleine omweg maken om dit te kunnen uitleggen.

Lucas heeft zijn evangelie geschreven zo'n vijftig jaar na de dood van Jezus. Het christendom had intussen meer aanhangers vanuit de heidenen dan vanuit de Joden. Dat zet kwaad bloed bij de Joden. Deze historische ontwikkeling plaatst Lucas terug in zijn verhaal over het leven van Jezus. Ook Jezus zelf wordt geconfronteerd met het probleem, dat zijn eigen volksgenoten niet op zijn blijde boodschap ingaan. En als hij dat constateert, dan spreekt hij vandaag woorden, die bij de Joden hard aankomen. Jezus noemt twee voorbeelden uit het Oude Testament. (a) Hongersnood en (b) melaatsheid hebben in Israël rampspoed en ellende gebracht. Toch zijn het juist de heidenen die gespaard worden. Een weduwe in het gebied van Sidon komt niet om van de honger, en een Syrische soldaat wordt gereinigd van melaatsheid. Dat zijn voorbeelden, die de Joden als een klap in het gezicht voelen.

24 januari 2016

Dragen en gedragen worden

Beschouwing

Het baart veel mensen - in ieder geval veel mensen die zich verbonden voelen met kerk en geloof - behoorlijk zorgen, dat de toekomst van het kerkelijke leven er niet rooskleurig uitziet. Niet zelden staat hen daarbij het beeld voor ogen van het parochiële leven zoals het was. En als ik zelf met die bril kijk naar de huidige ontwikkelingen, dan stemt mij dit net zo triest als veel anderen dat tegenwoordig ervaren.

Tegelijk is het hartverwarmend om te zien hoe veel gelovigen zich inzetten om geloof en kerk een plaats te geven in hun leven, in hun dorp of stad, in hun optrekken met mensen die hun pad kruisen, in hun aandacht voor medemensen die een appel doen op solidaire en barmhartige humaniteit. Ook uit bestuurlijk oogpunt wordt er veel werk verzet om de kerk in de toekomst ruimte te geven. Daarbij wordt - naast andere opties - veelal ingezet op het versterken van 'vitaliteit en zelfdragendheid'. Er worden zelfs metingen gehouden om na te gaan, of bepaalde geloofsgemeenschappen voldoen aan de criteria van vitaliteit en zelfdragendheid. Het gaat dan om het beoordelen van punten als: zijn de financiële middelen toereikend, zijn er voldoende vrijwilligers om het kerkelijke werk gaande te houden, zijn er aanwijsbare initiatieven en activiteiten op het gebied van liturgie, catechese en diaconie?