19 oktober 2014

Verlies en behoud

Filmrecensie van Whale Rider (2002)
Regie: Niki Caro

De traditionele cultuur van de Maori’s is een heel andere dan de onze, ook al hebben moderne westerse vindingen hun ingang gevonden hebben bij de bewoners van een verarmd dorp in Nieuw Zeeland. Desondanks zijn de mensen, hun gevoelens, frustraties, verlangens en ambities zeer herkenbaar. De verschillende spanningslagen in de film maken het verhaal tot een boeiend en ontroerend, heel menselijk drama.

Traditie versus modern leven

De eerste spanningslaag in de film is zichtbaar in de tegenstelling tussen de oude tradities en de kansen die het moderne leven te bieden heeft. De traditie vereist, dat het leiderschap overgaat van vader op zoon op kleinzoon. Maar juist daar is er een breuk met de wortels van het verleden. Als Pai geboren wordt, overlijdt haar moeder en haar tweelingbroertje tijdens de bevalling. De teleurstelling bij Koro, die haar opa is en ook de leider van de stam, is groot. Hij had gehoopt zijn leiderschap te kunnen overdragen aan Pai’s broer. En hij is niet bij machte te zien, dat Pai alles in zich heeft om de nieuwe leidster te worden. Zij is immers een meisje.


Haar vader Porourangi weet met zijn verdriet over het verlies van zijn vrouw en zijn zoon geen raad. Hij laat de opvoeding van zijn dochter over aan haar grootouders. Zelf zoekt hij zijn heil in reizen naar het buitenland en het beoefenen van moderne kunst. Daardoor is er ook een sterke spanning (de tweede spanningslaag) voelbaar tussen Koro en Porourangi. De laatste voelt zich niet serieus genomen in zijn verdriet en niet als kunstenaar, de eerste niet in zijn heilige taak om te zoeken naar een nieuwe leider.

Grootvader en kleindochter

Een derde spanningslaag is te zien in de persoonlijke verhouding tussen Pai en Koro. Enerzijds is er de voelbare genegenheid en wederzijdse liefde tussen grootvader en kleindochter. Maar anderzijds zie je ook de onmogelijkheid van dezelfde personen om elkaar te bereiken als het gaat over de vraag wie een goede leider kan zijn. Pai wil – anders dan de jongens van haar leeftijd – van haar opa alles weten van de tradities en de oude verhalen van de stam. Maar Koro richt zijn volledige aandacht op de heilige school, waar de jongens (met zichtbare tegenzin) worden geoefend in de kennis en de vaardigheden voor goed leiderschap. Zelfs als Pai zich in het geheim, met hulp van haar oom Rawiri, oefent in de traditionele vechttechnieken van de Maori’s, dan nog vindt Koro – als hij toch erachter komt – haar ongeschikt om de leidersrol op zich te nemen.

Met een ultieme test probeert Koro uit te vinden, wie van de jongens misschien toch de toekomstige leider kan zijn. Ze moeten van de zeebodem een haaientand opduiken, die Koro altijd om zijn hals draagt als teken van zijn leiderschap en waardigheid. Geen van de jongens slaagt in de opdracht, en Koro is helemaal ten einde raad. Hij trekt zich terug in zijn bed, en spreekt met niemand nog een woord. Tot verbazing van Rawiri lukt het Pai wel om de haaientand te bemachtigen. Hij geeft de tand in bewaring bij Flowers, de vriendelijke, maar ook eigenwijze oma van Pai.

De leider

Een vierde laag van spanning is zichtbaar in de centrale symboliek van de film. Het verhaal over de herkomst van de Maori’s vertelt over een walvisruiter, die in de oertijd het volk van verre gebracht heeft naar het land waar het nu leeft. De walvis is daarom een heilig dier voor de Maori’s. Als er een kudde walvissen tijdens een stormnacht aanspoelt op het eiland, doen de dorpelingen – onder leiding van Koro – alle moeite om de dieren weer terug in de oceaan te leiden. Maar het grootste van alle dieren, de leider van de kudde, laat zich niet in beweging krijgen. Alleen Pai blijkt – letterlijk als de walvisruiter – in staat het enorme dier terug naar de oceaan te brengen. Pas dan komt Koro tot het inzicht, wie werkelijk de toekomstige leider van de stam moet worden.

De verschillende spanningslagen, het prachtig gefilmde landschap, de dromerige maar ook onverzettelijke uitstraling van Pai, het respect waarmee de tradities van de Maori’s worden verhaald, in combinatie met de uitzichtloze economische omstandigheden van de dorpsbewoners, maken de film tot een intrigerend geheel, waarin vooral de tegenstellingen tussen traditie en toekomst op een uitgebalanceerde en respectvolle wijze in beeld is gebracht.

Verlies en behoud

Wie in zijn of haar jeugd met de katholieke catechismus vertrouwd is gemaakt, kent nog de allereerste vraag: waartoe zijn wij op aarde? Het antwoord (ik citeer de uitgave van 1962) luidt: ‘Om God te dienen en daardoor hier en in het hiernamaals gelukkig te worden.’ Het antwoord is – laten we reëel zijn – in verschillende tijdsgewrichten en in verschillende leefgebieden telkens anders geformuleerd. De vraag, waartoe wij op aarde zijn, wordt in de film op een heel bijzondere manier beantwoord. Het terugleiden van de grote walvis vormt een groot risico en kost Pai bijna haar leven. Dat suggereert dat een goede leider zijn doel enkel kan bereiken met de bereidheid een offer te brengen. Of nog scherper geformuleerd: een mens (ieder mens) kan zijn of haar doel uiteindelijk niet bereiken zonder die bereidheid. Of met de woorden van Jezus van Nazaret: ‘Ieder die zijn leven wil behouden, zal het verliezen, maar wie zijn leven verliest omwille van mij, zal het behouden.’ (Mt 16,25; Nieuwe Bijbelvertaling).

Geen opmerkingen:

Een reactie posten