15 juni 2014

Niet wat is, maar wat kan zijn




Helmgras is het eerste wat je ziet. Verderop het strand met enkele rijen paalhoofden. Om het zeilbootje te zien, moet je al aardig turen. En tenslotte, in de verte, de horizon.

Dat is onze manier van kijken. Eerst zien we wat dichtbij is. Dan pas gaan we op zoek naar wat meer verwijderd ligt. En vaak vermoeden we achter de horizon nog iets meer. Mogelijkheden, die niet direct binnen het verschiet liggen. Maar ze zijn er wel! Mogelijkheden en kansen, paden die nog onbetreden zijn, niet verkende gebieden. Ze maken een verlangen in ons wakker. We willen ernaar op zoek gaan. Niet naar wat is, maar naar wat kan zijn.



Essentie

Soms moet je daartoe je blik anders richten. Je moet willen geloven in de nieuwe mogelijkheden. Je moet het vertrouwen opbrengen, dat het ook anders kan. Je moet niet zozeer kijken naar wat is, maar naar wat kan zijn.

Zo kijken naar mensen in de groei, naar kinderen: dat is de essentie van opvoeding en van goed onderwijs. Want op die manier gaan leerkrachten en kinderen samen op zoek. Naar het unieke in ieder kind, naar de kansen en mogelijkheden die in ieder kind liggen opgesloten. Soms zijn die kansen diep verborgen in de wijze waarop een kind zich presenteert. Soms komen ze bijna als vanzelf tot uitdrukking. Maar steeds gaat het erom, dat ieder kind zichzelf leert ontdekken. En hoe het zijn zelfvertrouwen kan vergroten, zijn talenten kan ontwikkelen.

Motivatie

Daarin onderscheidt een interconfessionele school zich niet van iedere andere school. Ze geeft niet op voorhand beter onderwijs dan om het even welke school. Maar een wezenlijk verschil zit in de motivatie, van waaruit deze leeropdracht wordt uitgewerkt. Voor een interconfessionele school is die motivatie gebaseerd op het christelijke geloof.

Daarvoor moeten we dus terug naar het begin. Veel verhalen van en over Jezus van Nazaret gaan over zijn ontmoetingen met mensen. Vaak mensen die door ziekte of sociaal isolement niet meetellen. Door hun omgeving worden ze beoordeeld op wie ze zijn: ziek, blind, verlamd of zondig. Maar Jezus ziet hen anders. Niet als wie ze zijn, maar als wie ze kunnen zijn. Door zijn benadering maakt hij hen tot betere mensen: geheeld, ziende, in staat om te gaan en levend van vergeving. Het laatste woord ligt niet bij wat onmogelijk is, maar gaat daaraan voorbij. Ook Jezus' dood aan het kruis krijgt een vervolg. Dat vervolg is het geloof, dat zijn sterven niet alles afsluit en potdicht aftimmert. Er komt nog iets daarna. Het verhaal van Jezus houdt niet op bij wat is, maar gaat verder. Je mag geloven in wat kan zijn.

Trots

Deze christelijke motivatie heeft nu een eeuw lang richting gegeven aan goed onderwijs in Rilland. Dat mag gevierd worden. Dat moet gevierd worden. Want er is reden om trots te zijn op wat tot stand kwam. Trots te zijn op wat is. Maar uitdrukkelijk met het verlangen om te blijven kijken naar wat kan zijn. Binnen de Horizon, maar ook voorbij de Horizon.

Deze beschouwing verscheen in de Jubileumgids van Basisschool de Horizon bij gelegenheid van 100 jaar katholiek/interconfessioneel onderwijs in Rilland (mei 2014).

2 opmerkingen:

  1. In je verhaal zitten drie horizonnen: de toekomst, het verleden -zoals wij nu Christus zien- en het heden, vanuit het perspectief van Christus -waarin er eigenlijk nog niet zoveel verbeterd is aan de wereld-. Wat zegt dat over de toekomst?

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Wat dat over de toekomst zegt? Dat we moeten blijven zoeken naar - en werken aan - wat kan zijn. Ook al lijkt er weinig vooruitgang in te zitten. Maar niet zoeken naar wat kan zijn, dat is gewoon geen optie. Dat zou alleen maar achteruitgang opleveren. Zoeken naar wat kan zijn is een daad van geloof, die je vandaag tot stand brengt.

      Verwijderen