11 mei 2014

Gehoor geven

Overweging op de vierde zondag van Pasen (jaar A)

Schriftlezingen: Handelingen 2,14a.36-41; 1 Petrus 2,20b-25; Johannes 10,1-10

De Amerikaanse zanger Bob Dylan heeft veel mooie en aansprekende liedjes gemaakt. Een van de bekendste is misschien wel Knockin' on heavens door. Het is – zoals veel van zijn songs – een protestlied en tegelijk een lied van verlangen. In situaties van duisternis en geweld vraagt hij toegang tot de hemel: Knock, knock, knockin' on heavens door. De hemel ziet hij als een plaats waar de zwarte nacht en de agressie geen macht meer hebben over mensen. En dan mag je maar hopen, dat er in de hemel wordt geluisterd naar het kloppen op de deur.

Luisteren
Deur van de hemel (Glas-in-lood raam in de kerk
O.L. Vrouw Onbevlekt Ontvangen te Hansweert)

De deur is een pregnant beeld in de evangelielezing van deze dag. De deur is – zo houdt Jezus ons voor – de legitieme plek waar je kunt in- en uitgaan. Ieder die op een andere manier de schaapskooi binnengaat, is niet te vertrouwen. De deur wordt bewaakt door de legitieme eigenaar van de plaats, die veiligheid en beschutting biedt aan de schapen. De beheerder van de kooi, de herder van de schapen, ziet erop toe dat zijn kudde hem volgt. De schapen luisteren naar zijn stem.

04 mei 2014

Bezield en betrokken

Bij de opening van de Franciscus-tentoonstelling op 4 mei 2014
Kerk van O.L. Vrouw Hemelvaart te Ovezande

Het zijn in de kern twee Franciscussen, die vandaag onze belangstelling trekken. De ene Franciscus leefde globaal genomen aan het begin van de dertiende eeuw, de andere geeft in het tweede decennium van de eenentwintigste eeuw leiding aan de rooms katholieke kerk. Behalve hun naam zijn er nog andere overeenkomsten, waardoor deze twee mensen met elkaar in verband gebracht kunnen worden.

De omstandigheden waarin zij leefden, de wereld waarin zij zichzelf aantroffen, vertonen in zeker opzicht dezelfde trekken. Zowel toen als nu is er sprake van een groeiende rijkdom bij de economische bovenlaag in de samenleving. De opkomende burgerij in de steden in de dertiende eeuw en de macht van de multinationals met hun exorbitante beloningssystemen in onze tijd maken, dat er nieuwe spelers zijn op de economische en politieke arena. Daardoor wordt de kloof tussen de rijke burgerij en de gewone mensen destijds en ook tussen de miljonairs en de mensen die onder het modale inkomen zitten in onze tijd alsmaar groter.